2022/2023 Wiskunde - Periode 6 - Les 3

• Wiskunde
• MBO
• Studiejaar 2

Voor de sinus geldt:
Sinus = ..... / Schuine zijde

1. Rechthoekzijde
2. Aanliggende zijde
3. Overstaande zijde
4. Hellingshoek

Voor de cosinus geldt
Cosinus = .... / Schuine zijde

1. Rechthoekzijde
2. Aanliggende zijde
3. Overstaande zijde
4. Rechthoekzijde

Voor de tangens geldt:
Tan =

De sinus van 30° is ...

1. 1/2 √2
2. -1/2
3. 1/2 √3
4. 1/2

De cosinus van -60° is

1. 1/2 √2
2. - 1/2
3. 1/2 √3
4. 1/2

De sinus van 90° is ...

1. 1/2
2. 1
3. -1
4. -1/2

De sinus van 45° is ...

1. 1/2 √2
2. -1/2
3. 1/2 √3
4. 1/2

De sinus van -45° is

1. -1/2 √2
2. - 0,5
3. -1/2 √3
4. 0,5

De sinus van 45° is gelijk aan de cosinus van ...

1. 30°
2. 45°
3. 60°
4. 90°

De tangens van 40° is ...

1. 0,82
2. 0,83
3. 0,84
4. 0,85

De cosinus van 30° is gelijk aan de sinus van ...

1. 30°
2. 45°
3. 60°
4. 90°

De sinus van 0° is

1. 0
2. 0,25
3. 0,5
4. 1

De tangens van 90° is ...

1. 0
2. 1
3. 10
4. Bestaat niet

De cosinus van -30° is

1. -1/2 √2
2. 1/2 √3
3. -1/2 √3
4. 1/2 √2

De tangens van 45° is ...

1. 0
2. 0,25
3. 0,75
4. 1

De sinus van 90° is gelijk aan ...

1. cosinus van 30°
2. sinus van -45°
3. tangens van 45°
4. cosinus 90°

Overzicht van sin, cos en tan

De tangens van 60° is

1. √2
2. 1/2 √3
3. √3
4. 1/2 √2

De volgende vragen hebben telkens betrekking op bovenstaande afbeelding.

Hoek C = 74°
Hoek B is dan ....

1. 6°
2. 16°
3. 26°
4. Deze rechthoekige driehoek bestaat niet.

In de rechthoekige driehoek ABC geldt:
a = 10 cm
Hoek B = 65°
Zijde c =

1. 21,4 cm
2. 11,0 cm
3. 9,1 cm
4. 4,2 cm

In de rechthoekige driehoek ABC geldt:
a = 10 cm
Hoek B = 65°
Zijde b =

1. 21,4 cm
2. 11,0 cm
3. 9,1 cm
4. 4,2 cm

In de rechthoekige driehoek ABC geldt:
c = 8,2 cm
Hoek B = 35°
Zijde b =

1. 7,0 cm
2. 8,2 cm
3. 5,7 cm
4. 4,2 cm

In de rechthoekige driehoek ABC geldt:
c = 8,2 cm
Hoek B = 35°
De cosinus van hoek C is dan ...

1. 0,71
2. 0,57
3. 0,42
4. 0,57

Hoek B = 58°
Hoek C is dan ....

1. 22°
2. 32°
3. 42°
4. Deze rechthoekige driehoek bestaat niet.

In de rechthoekige driehoek ABC geldt:
c = 15,3 cm
Hoek C = 26°
Zijde b =

1. 31,4 cm
2. 34,9 cm
3. 17,0 cm
4. 28,4 cm

In de rechthoekige driehoek ABC geldt:
c = 15,3 cm
Hoek C = 26°
Zijde a =

1. 31,4 cm
2. 34,9 cm
3. 17,0 cm
4. 28,4 cm

In de rechthoekige driehoek ABC geldt:
c = 15,3 cm
Hoek C = 26°
De oppervlakte van deze driehoek is dan ...

1. ≈280 cm2
2. ≈262 cm2
3. ≈250 cm2
4. ≈240 cm2