subjonctif

le subjonctif
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

le subjonctif

Slide 1 - Tekstslide

In het Nederlands noemen we deze tijd de aanvoegende wijs. 
voorbeelden:

       > Lang leve de koning!
       > Het ga je goed!
       > Het zij zo.


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Noteer bij de volgende 4 slides de subjonctifs die je tegenkomt in de tekst(en)

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Notre Père
Notre Père qui es aux cieux,
que ton nom soit sanctifié,
que ton règne vienne,
que ta volonté soit faite sur la terre comme au ciel.
Donne-nous aujourd’hui notre pain de ce jour.
Pardonne-nous nos offenses,
comme nous pardonnons aussi à ceux qui nous ont offensés.
Et ne nous soumets pas à la tentation,
mais délivre-nous du Mal.
Car c’est à toi qu’appartiennent le règne, la puissance et la gloire, aux siècles des siècles.
Amen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Noteer de subjonctifs die je bent tegengekomen:

Slide 9 - Open vraag

Noteer het infinitief van de sub.:
Que tu saches

Slide 10 - Open vraag

Noteer het infinitief van de sub:
Que nous puissions

Slide 11 - Open vraag

Noteer het infinitief van de sub:
Que vous vouliez

Slide 12 - Open vraag

Noteer het infinitief van de sub:
Que je voie

Slide 13 - Open vraag

Noteer het infinitief van de sub:
Que tu vives

Slide 14 - Open vraag

Noteer het infinitief van de sub:
Qu'il tienne

Slide 15 - Open vraag

De subjonctif van enkele onregelmatige werkwoorden:


être : sois - sois - soit - soyons - soyez - soient
avoir: aie - aies - ait - ayons - ayez - aient
aller: aille - ailles - aille - allions - alliez - aillent
faire: fasse - fasses - fasse - fassions - fassiez - fassent
prendre: prenne - prennes - prenne - prenions - preniez - prennent
pouvoir: puisse - puisses - puisse - puissions - puissiez - puissent
sortir: sorte - sortes - sorte - sortions - sortiez - sortent 

Slide 16 - Tekstslide

DUS: In het Frans: 
     Hoofdzin                  que               bijzin
 

1. wil of wens   
2. noodzaak
3. gevoel                                                   subjonctif
4. twijfel
5. (on)mogelijkheid

( NIET BIJ PENSER/ CROIRE/)

Slide 17 - Tekstslide