AC - P1 - Onderzoeksvraag opstellen

Les 1:

 Onderzoeksvraag opstellen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Academisch Denken en DoenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 1:

 Onderzoeksvraag opstellen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Aan het einde van deze les weet je hoe je een SMART onderzoeksvraag moet opstellen 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een onderzoeksvraag
 Een onderzoeksvraag is de vraag die je wil gaan beantwoorden in je onderzoek. een goede onderzoeksvraag is SMART geformuleerd.
- Hoe duidelijker je onderzoeksvraag is, hoe beter je het onderzoek kan gaan uitvoeren.
- Ook zorgt een duidelijke onderzoeksvraag ervoor dat veel dingen een stuk logischer worden.
- Als laatste helpt een duidelijke onderzoeksvraag met goed zoeken naar informatie.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees de betekenis van: SMART

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat de "S" in SMART voor?
A
Speciaal
B
Stom
C
Specifiek
D
Sterk

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat de "M" in SMART voor?
A
Meetbaar
B
Mooi
C
Makkelijk
D
Manier

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat de "A" in SMART voor?
A
Actief
B
Aardig
C
Alternatief
D
Acceptabel

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat de "R" in SMART voor?
A
Rijk
B
Realistisch
C
Raak
D
Recht

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat de "T" in SMART voor?
A
Talig
B
Tegen
C
Tijdsgebonden
D
Thans

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

DUS: Waar staan de letters in SMART Voor?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een SMART onderzoeksvraag
Bijv. "het slaan van een honkbal" wordt dan in een SMART onderzoeksvraag:
'Hoe hard kunnen leerlingen van klas 2 op het RML een honkbal slaan?'

Slide 11 - Tekstslide

 moet maken.
1. Maak het SMART: springen op de trampoline

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Maak het SMART: Papieren vliegtuigen

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Maak het SMART: Herrie in het klaslokaal

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Maak het SMART: Contant geld

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak bij doel 1 een SMART onderzoeksvraag:
(Doel 1 = volgend jaar 5% minder slachtoffers bij uitslaande branden in de provincie Utrecht.)

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten onderzoeksvragen
Beschrijvend
Vergelijkend
Verklarend
Ontwerpend
Toetsend

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten onderzoeksvragen
Beschrijvend --> Kenmerken 
Vergelijkend --> verschillen en overeenkomsten
Verklarend --> oorzaken en gevolgen
Ontwerpend --> hoe kan/worden
Toetsend --> het effect van ... op .... door ...

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef bij de volgende vragen aan wat voor soort onderzoeksvraag het is
Beschrijvend 
Vergelijkend 
Verklarend 
Ontwerpend 
Toetsend 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen het klimaat in Nederland en het klimaat in Spanje
A
Beschrijvend
B
Vergelijkend
C
Verklarend
D
Toetsend

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom veranderen bladeren in de herfst van kleur
A
Toetsend
B
Ontwerpend
C
Vergelijkend
D
Verklarend

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het effect van luisteren naar klassieke muziek op het leren van Frans woordjes?
A
Toetsend
B
Beschrijvend
C
Vergelijkend
D
Ontwerpend

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ziet een typische schooldag van een dertienjarige in Finland eruit?
A
Toetsend
B
Verklarend
C
Ontwerpend
D
Beschrijvend

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kunnen we het schoolplein op het RML gezelliger maken?
A
Verklarend
B
Ontwerpend
C
Beschrijvend
D
Toetsend

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Even terug naar de brandweer. Wat voor soort onderzoeksvraag is de vraag: "Hoe zorgen wij ervoor dat er volgend jaar 5% minder slachtoffers zijn bij uitslaande branden in de provincie Utrecht?"

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofd- en deelvragen
De onderzoeksvraag is de hoofdvraag van het onderzoek. Om het onderzoek op een goede manier uit te kunnen voeren heb je ook deelvragen nodig.
De hoofdvraag wordt opgedeeld in verschillende deelvragen.
Bijv. De hoofdvraag = Wat is het effect van social media gebruik op het dagelijks leven van tieners op het RML.
Dan zijn mogelijke deelvragen: (1) Welke soorten social media zijn er?
(2) wat zijn positieve effecten van social media op het dagelijks leven?
(3) wat zijn negatieve effecten van social media op het dagelijks leven?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofd- en deelvragen
Bijv. De hoofdvraag = Wat is het effect van social media gebruik op het dagelijks leven van tieners op het RML.
Dan zijn mogelijke deelvragen:
 (1) Welke soorten social media zijn er?
(2) wat zijn positieve effecten van social media op het dagelijks leven?
(3) wat zijn negatieve effecten van social media op het dagelijks leven?
(4) Hoelang zitten tieners op het RML op social media?
(5) Wat voor sociale media gebruiken tieners op het RML?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nu jij! Bedenk twee deelvragen bij de hoofdvraag: Wat is het verschil tussen het klimaat in Nederland en in Spanje?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik begrijp nu beter hoe ik een onderzoeksvraag SMART moet maken
A
Ja een beetje
B
Ja heel erg
C
niet echt
D
helemaal niet

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies