Les 5: Ir a

Bienvenidos a la clase de español
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Bienvenidos a la clase de español

Slide 1 - Tekstslide

We starten in 5 minuten met de les.

Slide 2 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer hoy?
A. Opstarten: les en absentie
Behandelen : Het werkwoord Ir (gaan)
C. Herhalen: Woordenschat
E. Afsluiting


Después de la clase..
Ken je de toepassing van het werkwoord ir (gaan) in het Spaans 
 

Los deberes para la próxima clase:
Leren:  Bron 3.1, 3.2, 3.3 en 3.4 pagina 83 en 84(Quizlet)
Maken: opdracht 
Lesprogramma

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Vocabulario
pagina 73
Je kan de nummers vinden op pagina 73.

Slide 5 - Tekstslide

Woordjes Leren:
Bron 3.1,3.2,3.3 en 3.4

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

el salón
la cocina
el dormitorio
el cuarto de baño
el ático
la terraza
Vertaal de volgende woordjes naar het nederlands:
  • de woonkamer
  • de keuken 
  • de slaapkamer
  • de badkamer
  • de zolder 
  • het terras 

Slide 8 - Tekstslide

verde
la televisión
azul
la planta baja
rojo
prohibido
Vertaal de volgende woordjes naar het nederlands:
  • groen 
  • de televisie
  • blauw 
  • de begane grond
  • rood 
  • verboden

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Ir a = gaan (naar)
yo
voy
vas
él,ella, usted
va
nosotros/as
vamos
vosotros/as
vais
ellos,ellas, ustedes
van

Slide 11 - Tekstslide

vamos
voy
va
vais
van
vas
Nosotros/as
yo
él,ella,usted
vosotros/as
ellos, ellas, ustedes

Slide 12 - Sleepvraag

Ir =gaan
Yo voy a la escuela 
Ik ga naar school

Yo voy a casa 
Ik ga naar huis 
 

Slide 13 - Tekstslide

Ir a = gaan (naar)
yo
él,ella, usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos,ellas, ustedes
  • voy
  • vas
  • va
  • vamos
  • vais
  • van

Slide 14 - Tekstslide

Ellos _______ a la bibloteca.
A
vais
B
va
C
van
D
vamos

Slide 15 - Quizvraag

Nosotros _________ a la escuela.
A
vamos
B
voy
C
van
D
vais

Slide 16 - Quizvraag

Yo _______ a clase de español
A
voy
B
voi
C
va

Slide 17 - Quizvraag

Yo _______ a clase de español
A
voy
B
voi
C
va

Slide 18 - Quizvraag

Tú ________ al supermercado
A
van
B
va
C
vas
D
vais

Slide 19 - Quizvraag

Ustedes ________ a casa.
A
vamos
B
vais
C
van
D
va

Slide 20 - Quizvraag

Combineer de persoonlijke vnw uit de eerste kolom met de juiste werkwoordsvorm.
Nosotros
va 
Vosotros
van 
Yo
vamos
Él
vais
Ellos
va
vamos
Usted
vas

Slide 21 - Tekstslide

Vul de juiste vorm van het werkwoord ir (gaan) in de zinnen in.
Vul de juiste vorm van het werkwoord ir in de zinnen in:

1.Esteban y Flor                    al comedor.
2.Yo                      a clase de inglés.
3. La profesora                     a casa.
4.Mis amigos y yo                            al instituto en autobús.
5.Joseba, ¿                                    a clase ahora?
6.Tú                           al supermercado.
  • van 
  • voy 
  • va
  • vamos
  • vas
  • vas

Slide 22 - Tekstslide


Wat heb je van 
deze les geleerd?

Slide 23 - Open vraag


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Los deberes
Het huiswerk

Lezen: bron 3.4
Leren: bron 3.1, 3.2 en 3.3
Leren: vervoeging ir 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide