In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Slagbal aka softbal
Slide 1 - Tekstslide
Wat is softbal
Slide 2 - Tekstslide
Snelheden binnen de sport softbal
1 feet = 0,3 meter
1 miles per uur = 1,6 km per uur
Slide 3 - Tekstslide
0
Slide 4 - Video
Uit hoeveel veldspelers bestaat een softbal team?
Slide 5 - Open vraag
Optossen
Omdat slaan lastig is gebruiken we in klas 1 een optosser. Dit is iemand van je eigen (slag)partij die de bal opgooit zoals in de afbeelding. Gehurkt gooien met een boogje.
Slide 6 - Tekstslide
Slaan
1e jaars:
Statief of optossen
2e jaars:
Statief, optossen of aanwerpen
3e jaars:
Optossen of aanwerpen
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Degene die de bal opgooit voor de slagman heet:
A
De catcher
B
De pitcher
C
De vierde honkman
D
De tosser
Slide 9 - Quizvraag
0
Slide 10 - Video
De slagman slaat de 2e bal fout.
A
Dit telt als een slag
B
Dit telt niet als een slag
C
hij is uit
D
alle antwoorden zijn goed
Slide 11 - Quizvraag
De slagman slaat de 3e bal mis, wat moet hij doen?
A
Hij is uit
B
Nog een keer slaan
C
Lopen naar honk 1
D
wisselen van team
Slide 12 - Quizvraag
Als de slagman de bal buiten de foutlijnen slaat noem je dat een:
A
Foutslag
B
Uitje
C
Wijdbal
D
Misslag
Slide 13 - Quizvraag
De slagman slaat de 3e bal fout. Wat moet hij doen?
A
Niets, de slagman is uit
B
Lopen naar honk 1
C
Nog een keer slaan
D
alle antwoorden zijn goed
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Wanneer mag je als honkloper lopen?
A
Als de slagman de bal slaat
B
Mag hij zelf weten
C
Vanaf het moment dat de pitcher de bal gooit
D
Als de slagman gaat rennen
Slide 16 - Quizvraag
Wat gebeurt er bij een vangbal?
A
De slagman mag lopen naar honk 1
B
De slagman mag opnieuw slaan
C
Slagman is uit, de lopers moeten terug
D
Slagman is uit, het spel stopt
Slide 17 - Quizvraag
Hoeveel mensen mogen erop een honk staan
A
1
B
2
C
3
D
niks
Slide 18 - Quizvraag
Bij een 'vrije loop' mag de loper:
A
Zowel worden uitgetikt als uitgebrand
B
Alleen worden uitgebrand
C
Alleen worden uitgetikt
D
niks
Slide 19 - Quizvraag
gedwongen loop
Slide 20 - Tekstslide
Bij een 'gedwongen loop' mag de loper:
A
Zowel worden uitgetikt als uitgebrand
B
Alleen worden uitgebrand
C
Alleen worden uitgetikt
D
niks
Slide 21 - Quizvraag
Wanneer heb je een 'gedwongen loop' als honkloper?