Thema 6, basisstof 3 bevruchting - 2B

• Biologie
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Middelbare school
• havo
• Leerroute H
• Leerroute 2
• Leerjaar 1,2

Thema 6 Voortplanting bij planten en  dieren

Basisstof bevruchting

Wat gaan we doen?

Herhaling basisstof 1 'bloemen'

Herhaling basisstof 2 'bestuiving'

Instructie basisstof 3 'bevruchting'

Opdrachten maken

Incheckmomentje

Moe maar goed

Pffff

Prima!

Ik weet het niet vandaag

Niet zo

Top

Lesdoelen 6.1 en 6.2 herhaling 

1. Je kan de delen van een bloem benoemen met hun kenmerken en functies.

2. Je kan beschrijven wat bestuiving is.

3. Je kan de kenmerken noemen van insectenbloemen en van windbloemen.

Door welke stof worden insecten aangetrokken tot een bloem?

In de afbeelding is een deel van een bloem met P aangegeven.
Welke functie heeft dit deel van de bloem?

1. het beschermen van de bloem in de knop tegen uitdroging en kou
2. het beschermen van de bloem in de knop tegen hoge temperaturen
3. het aanlokken van insecten
4. het afstoten van insecten

Wat is de functie van een bloem?

1. Groeien
2. Voortplanten
3. Bladeren geven
4. blaadjes laten zien

De ........................... zijn de groene delen van de bloem.

1. Meeldraden
2. Kroonbladeren
3. Zaadbeginsel
4. Kelkbladeren

Meeldraden zijn het .... deel van een bloem

1. mannelijke
2. vrouwelijke

In de afbeelding is een deel van een bloem aangegeven met de letter P.
Hoe heet dit deel van de bloem?

1. Kelkblad
2. Meeldraad
3. Stamper
4. Vruchtbeginsel

Hoe heten deze delen
van de bloem

1. A=kroon B=kelk
2. A=bloemkelk B=bloemkroon
3. A=Kroonblad B=Kelkblad
4. A=Stamper B=meeldraad

Het zaadbeginsel is...

1. vrouwelijk
2. mannelijk

Wat wordt het zaadbeginsel?

1. vrucht
2. zaad

Na de bevruchting verandert het zaadbeginsel van een bloem. Wat ontstaat er uit een zaadbeginsel?

1. Een kiem
2. Een vrucht
3. Een zaad

Wanneer vind er
bestuiving plaats?

1. nr 1
2. nr 2
3. nr 3

Wat zijn insectenbloemen?

1. Bloemen die bestoven worden door vogels.
2. Bloemen die bestoven worden door wind.
3. Bloemen die nooit bestoven worden.
4. Bloemen die bestoven worden door insecten.

Is dit een insectenbloem?

1. Ja
2. Nee

Windbloem of insectenbloem?

1. Windbloem
2. Insectenbloem

Insectenbloemen zijn

1. groot
2. klein

Wat is geen kenmerk van insectenbloemen?

1. Vaak groot en opvallende kleur
2. Bevatten nectar
3. Ruwe, kleverige stuifmeelkorrels
4. Helmknoppen hangen vaak buiten bloem

Windbloem of
 insectenbloem?

1. Windbloem
2. Insectenbloem

Insectenbloemen hebben..............geur

1. wel
2. geen

Wat is bestuiving?

1. stuifmeel komt op een stamper
2. eicellen komen op de meeldraad
3. eicellen komen op de stamper
4. stuifmeel komt op de meeldraad

Lesdoelen basisstof 3 'bevruchting'

• Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt.
• Je kunt beschrijven hoe een zaad ontstaat uit een zaadbeginsel.

Na bestuiving...

• Bestuiving = het overbrengen van stuifmeel van een meeldraad op een stempel van een plant van dezelfde soort.
  
• Daarna moet de kern van een stuifmeelkorrel bij de kern van een eicel in het zaadbeginsel zien te komen.
  
• De kernen versmelten = bevruchting
  
• Er kan een zaadje ontstaan en er ontstaat een vrucht omheen
  

Vruchtbeginsel en zaadbeginsel

Stuifmeelkorrel op de stempel

• Als een stuifmeelkorrel op de stempel                           van dezelfde soort is beland ontstaat er een                         stuifmeelbuis waardoor de kern kan.
  
• Helemaal door de stijl naar het zaadbeginsel.
  
• Aangekomen bij de eicel kunnen de kernen            samensmelten = bevruchting.
  

Bevruchte eicel

• Bevruchte eicel gaat delen --> kiem                                                                          (Uit een kiem kan een nieuw plantje groeien.)

• Uit het zaadbeginsel groeit dan een zaad --> elk zaadje heeft 1 kiem.
  

Kortom

• Door een stuifmeelbuis gaat de kern van een stuifmeelkorrel
  
• Uit een eicel groeit een kiem
  
• Uit een zaadbeginsel groeit een zaad (waar 1 kiem in zit)
  
• Uit een vruchtbeginsel groeit een vrucht
  

Aan de slag

Het huiswerk voor de volgende les is:

Thema 6, basisstof 3:

alle opdrachten + Test Jezelf

Lesdoelencheck

6.1 Je kan de delen van een bloem benoemen met hun kenmerken en functies.

😒🙁😐🙂😃

6.2 Je kan beschrijven wat bestuiving is.

😒🙁😐🙂😃

6.2 Je kan de kenmerken noemen van insectenbloemen en van windbloemen.

😒🙁😐🙂😃

6.3 Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt.

😒🙁😐🙂😃

6.4 Je kunt beschrijven hoe een zaad ontstaat uit een zaadbeginsel.

😒🙁😐🙂😃

Wat ga je doen om de lesdoelen nog beter te beheersen?