3 havo Kapitel 5 Vokabeln
1 / 25
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
beraten
A
vernielen
B
volledig
C
kijken
D
raad geven
Slide 2 - Quizvraag
heutzutage
A
precies
B
terwijl
C
dichtbij
D
tegenwoordig
Slide 3 - Quizvraag
die Zeitung
A
de krant
B
de eeuw
C
de manier
D
de zeehond
Slide 4 - Quizvraag
der Grund
A
de tijd
B
de grond
C
de reden
D
de wraak
Slide 5 - Quizvraag
niemals
A
omdat
B
nooit
C
tijdens
D
terwijl
Slide 6 - Quizvraag
op tijd
naar men zegt
opwindend
op de een of andere manier
pünktlich
irgendwie
angeblich
aufregend
Slide 7 - Sleepvraag
nah
A
dichtbij
B
nooit
C
eens
D
nergens
Slide 8 - Quizvraag
die Ausstellung
A
de kunstenaar
B
de tentoonstelling
C
de aflevering
D
het verleden
Slide 9 - Quizvraag
die Vergangenheit
A
het gebouw
B
de opvatting
C
het verleden
D
de tekening
Slide 10 - Quizvraag
das Wahrzeichen
A
het symbool
B
de plaats
C
de brucht
D
het eeuw
Slide 11 - Quizvraag
saai
Slide 12 - Open vraag
vrolijk
Slide 13 - Open vraag
vermakkelijk
Slide 14 - Open vraag
eng
Slide 15 - Open vraag
indrukwekkend
Slide 16 - Open vraag
langweilig
A
vermakkelijk
B
prachtig
C
eng
D
saai
Slide 17 - Quizvraag
lustig
A
vrolijk
B
prachtig
C
kitscherig
D
saai
Slide 18 - Quizvraag
ambiteus
A
fleißig
B
ehrgeizig
C
schlampig
D
ruhig
Slide 19 - Quizvraag
rustig
A
schlampig
B
launisch
C
freundlich
D
ruhig
Slide 20 - Quizvraag
lui
A
fröhlich
B
neugierig
C
faul
D
launisch
Slide 21 - Quizvraag
rustig
Slide 22 - Open vraag
vlijtig
Slide 23 - Open vraag
slordig
Slide 24 - Open vraag
Und? Wie ging's?
😒🙁😐🙂😃
