In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Welcome!
Have a seat and put your phones away please!
Slide 1 - Tekstslide
Today's planning
The past perfect: how and when to use?
Past perfect or past simple?
Practicing
Activity
Rounding off
Slide 2 - Tekstslide
The past perfect: when to use?
Je gebruikt de past perfect als je twee dingen tegelijkertijd wilt uitdrukken, je wilt zeggen dat:
iets was gebeurd
en het voor iets anders gebeurde.
Vaak staat in het andere deel van de zin een werkwoord in de past simple.
After she had finished her homework, she played a videogame.
Slide 3 - Tekstslide
The past perfect: how to use?
Je maakt de past perfect met had / 'd + voltooid deelwoord. Het voltooid deelwoord eindigt op –ed bij regelmatige werkwoorden. (Checkbook in Learnbeat: lijst met onregelmatige werkwoorden)
I had played a game.
He had written a book.
They had done their work.
Slide 4 - Tekstslide
Past perfect or past simple?
Je gebruikt de past perfect wanneer je meerdere momenten in het verleden bespreekt.
De past perfect gebruik je dan voor dat wat het langst geleden is en de past simple voor dat wat minder lang geleden heeft plaatsgevonden.
Slide 5 - Tekstslide
Past perfect or past simple?
Slide 6 - Tekstslide
Past perfect or past simple?
By the time she arrived at the party, most of the guests had already left.
Past simple: "arrived" (een actie die in het verleden gebeurde)
Past perfect: "had already left" (een actie die vóór een ander moment in het verleden plaatsvond)
Slide 7 - Tekstslide
Fill in the correct form of the past perfect: By the time we arrived at the theater, the movie ___ (to start).
Slide 8 - Open vraag
Fill in the correct form of the past perfect: After they ___ (to finish) dinner, they went for a walk.
Slide 9 - Open vraag
Fill in the correct form of the past perfect: The train ___ (to leave) by the time we reached the station.
Slide 10 - Open vraag
Fill in the correct form of the past perfect: When I called her, she ___ (to go) to bed.
Slide 11 - Open vraag
Fill in the correct form of the past simple AND the past perfect: By the time we ___ (arrive) at the party, most guests ___ (leave) already.
Slide 12 - Open vraag
Fill in the correct form of the past simple AND the past perfect: After he ___ (finish) his work, he ___ (go) home.
Slide 13 - Open vraag
Fill in the correct form of the past simple AND the past perfect: When they ___ (get) to the airport, they realized they ___ (forget) their passports.
Slide 14 - Open vraag
Fill in the correct form of the past simple AND the past perfect: The teacher ___ (give) the test results after everyone ___ (complete) the exam.
Slide 15 - Open vraag
Hoe goed snap je nu WANNEER je de past perfect moet gebruiken?
😒🙁😐🙂😃
Slide 16 - Poll
Hoe goed snap je nu HOE je de past perfect moet gebruiken?
😒🙁😐🙂😃
Slide 17 - Poll
Thank you for your attention and see you next time! :)