Chapitre 2 bron D, E et G

Vertaal:
le temps
A
de tijd
B
het tempo
C
de tent
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Vertaal:
le temps
A
de tijd
B
het tempo
C
de tent

Slide 1 - Quizvraag

dommage
A
dommelen
B
jammer
C
doneren

Slide 2 - Quizvraag

j'ai vu
A
ik heb gedaan
B
ik heb gezien
C
ik heb gekund

Slide 3 - Quizvraag

première
A
minister
B
premier
C
eerste

Slide 4 - Quizvraag

avoir lieu
A
plaatsvinden
B
plaatsen
C
leuk vinden

Slide 5 - Quizvraag

ook
A
oossi
B
aussi
C
Australisch

Slide 6 - Quizvraag

leren
A
apprendre
B
apprener
C
appriver

Slide 7 - Quizvraag

de enkel
A
la main
B
la cheville
C
le bras

Slide 8 - Quizvraag

de voet
A
la main
B
la cheville
C
le pied

Slide 9 - Quizvraag

ik spring
A
je fais
B
je marche
C
je saute

Slide 10 - Quizvraag

Ben je ziek?
A
Tu es malade?
B
Il est malade?
C
Je suis malade?

Slide 11 - Quizvraag

Ik heb pijn in de arm
A
J'ai mal au jambe
B
J'ai mal au bras
C
J'ai mal au pied

Slide 12 - Quizvraag

Rust maar eens lekker uit!
A
Repose-toi bien.
B
Repose demain
C
Repose quand tu veux

Slide 13 - Quizvraag

Ben jij vegetariër?
(dit vraag je aan een meisje)
A
Tu es végétarien?
B
Elle est végétarienne?
C
Tu es végétarienne?

Slide 14 - Quizvraag

Ik slaap 6 uur per nacht
A
Je dors six heures par nuit
B
Je dors huit heures par nuit
C
Je dors six heures par semaine

Slide 15 - Quizvraag

Zet in de goede vorm, bijv.
je, pouvoir, présent = je peux
NU: elle, présent, pouvoir
A
elle peux
B
elle peuvent
C
elle peut

Slide 16 - Quizvraag

il, pouvoir, passé composé
A
il peut
B
il a pu
C
il a vu

Slide 17 - Quizvraag

nous, présent, pouvoir
A
nous peuvons
B
nous pouvent
C
nous pouvons

Slide 18 - Quizvraag

ils, pouvoir, passé composé
A
ils peuvent
B
ils peuvent
C
ils ont pu

Slide 19 - Quizvraag