H1: Vergelijkingen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Wat gaan we doen vandaag?

• Woordenschat H1
• Tijd voor huiswerk ?

Verwerkingsopdracht inleveren

Vandaag niet inleveren = -1 punt

Inleveren voor 16.00 uur.

Planning periode 3

22 maart: toets Woordenschat, Spelling en Formuleren H1-4

Woordenschat

• Doel: Ik kan/weet vergelijkingen herkennen en gebruiken

• Vergelijkingen
• Object (o) en het beeld (b)
• Object is uit de werkelijkheid, het beeld is iets waar het object op lijkt.
• Beeldspraak = figuurlijk taalgebruik

Zijn vertrek (object) kwam als een donderslag bij heldere hemel (beeld)

Zij (object) is zo gek 

als een deur (beeld)

Wat is het object en wat is het beeld?
Zij lacht als een boer met kiespijn.

Wat is het object en wat is het beeld?
Hij gaat er als een haas vandoor.

Wat is het object en wat is het beeld?
Wat een boom van een kerel!

Startopdracht

10 minuten

Groepjes van 4 of 5

blz. 24

Huiswerk

H1: Woordenschat - 1, 2, 4, 5, 6

blz. 24