Hoofdletters en leestekens
Waar staan de hoofdletters en leestekens goed?
A
In Frankrijk staat in Parijs de Eiffeltoren.
B
In Frankrijk staat in Parijs de eiffeltoren.
C
In Frankrijk staat in parijs de eiffeltoren.
1 / 13
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Waar staan de hoofdletters en leestekens goed?
A
In Frankrijk staat in Parijs de Eiffeltoren.
B
In Frankrijk staat in Parijs de eiffeltoren.
C
In Frankrijk staat in parijs de eiffeltoren.
Slide 1 - Quizvraag
Waar staan de hoofdletters en leestekens goed?
A
In noord-Brabant spreken ze brabants.
B
In Noord-Brabant spreken ze Brabants.
C
In Noord-Brabant spreken ze brabants.
Slide 2 - Quizvraag
Waarom gebruik je hoofdletters en leestekens?
A
Om de tekst beter leesbaar te maken.
B
Om de tekst belangrijker te laten lijken.
C
Om de les plechtiger te laten lijken.
Slide 3 - Quizvraag
Wat is goed geschreven? Let op de hoofdletters en leestekens.
A
5 kinderen gaan naar huis
B
5 kinderen gaan naar Huis.
C
5 Kinderen gaan naar huis.
D
5 kinderen gaan naar huis.
Slide 4 - Quizvraag
Hoofdletters en leestekens: juist of onjuist?
Dat heb je echt geweldig gedaan!
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
H1: Hoofdletters en leestekens
Wanneer gebruik je geen hoofdletter?
Wanneer gebruik je geen hoofdletter?
A
aan het begin van de zin
B
bij namen
C
namen van dagen, maanden, seizoenen en windstreken
D
bij woorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid
Slide 6 - Quizvraag
Hoofdletters en leestekens: juist of onjuist?
Het amsterdamse waterlooplein ligt in het centrum.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Hoofdletters en leestekens: juist of onjuist?
Cornald van der Meer woont in de brabantse gemeente Oisterwijk.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
In welke zin zijn de hoofdletters en leestekens juist geplaatst?
A
Woon jij in Den helder of in Schagen?
B
Woon jij in Den Helder of in Schagen.
C
Woon jij in Den Helder of in Schagen?
D
Woon jij in Den helder of in Schagen.
Slide 9 - Quizvraag
Hoofdletters en leestekens: juist of onjuist?
Mijn beste vriendinnen zijn Nena, Pien, en Milou.
Mijn beste vriendinnen zijn Nena, Pien, en Milou.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Ik weet nu wanneer ik hoofdletters en leestekens moet gebruiken
A
100%
B
Ja, meestal
C
Het kan beter
D
Nou, ik twijfel nog steeds
Slide 11 - Quizvraag
Noteer de bijvoeglijke naamwoorden:
Ik heb een rode fiets.
Ik heb een rode fiets.
Slide 12 - Open vraag
Noteer de bijvoeglijke naamwoorden:
De lieve man is oud.
De lieve man is oud.
