In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
8.3 Democratisering
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Video
1840-1849:
Koning Willem II
Conservatief: geen ruimte voor veranderingen
Regeert, min of meer, als absolute vorst
Moet niets weten van democratie
Moeizame relatie met zijn vader
Slide 5 - Tekstslide
Revolutiejaar
1848
Opstand tegen absolute vorsten.
In heel Europa -> Daardoor kreeg koning Willem II ook angsten en wilde hij de nieuwe grondwet onderteken.
Slide 6 - Tekstslide
Parlementaire democratie 1848
- Het parlement wordt de baas in Nederland - Bij parlementaire democratie kiezen de burgers het parlement. - Regering: koning (onschendbaar) en ministers (ministriele verantwoordelijkheid)
kiezen?
In 1848 was Nederland nog geen echte democratie. Alleen mannende die voldoende belasting betaalden mochten stemmen, dit heet dcensuskiesrecht. In 1917 kwam er algemeen mannenkiesrecht en vrouwen kregen passief kiesrecht (mocht op hen gestemd worden). In het jaar 1919 werd Nederland een parlementaire demcoratie met algemeenkiesrecht, want vrouwen kregen ook actief kiesrecht.
Slide 7 - Tekstslide
Thorbecke
Slide 8 - Tekstslide
Uitleg op verzoek over
- (flauw filmpje) De Willem's -Republiek bestuur - Democratisering Groot-Brittannië - Democratisering in Duitsland
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Willem
-Willem van Oranje - Stadhouder Willem V - Koning Willem I
1848 Revolutiejaar --> Gebruikt als eenwording -1850 invoering budgetrecht (uitgaven van regering goed-of afkeuren) Bismarck blijft hoofdrol speler: - mannenkiesrecht -Geen gehoor geven aan budgetrecht