WI.MAVO/HAVO.Thema5.les1

Thema 5
Lijnen en hoeken
Les 1.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

Thema 5
Lijnen en hoeken
Les 1.

Slide 1 - Tekstslide

Hoe was jullie vakantie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Wat is iets heel leuks dat je deze vakantie hebt gedaan?

Slide 3 - Woordweb

Thema 5
Lijnen en hoeken
Les 1.

Slide 4 - Tekstslide

Thema 5 Lijnen en hoeken 
  • Begin op een nieuwe bladzijde in je schrift en teken een kantlijn. 
  • Zet bovenaan Thema 5 Lijnen en hoeken.
  • Maak alle opdrachten in je schrift
  • Denk aan: schrijven met pen en tekenen met potlood
  • Kijk na met een rode kleur pen
  • Soms moet je een antwoord zonder berekening invullen in LessonUp. Dit is zodat LessonUp jouw antwoord kan nakijken. In jouw schrift verwachten we wel overal een berekening.  Ook als je een woord in moet vullen, schrijf je in je schrift de hele zin en in LessonUp alleen het woord.

Slide 5 - Tekstslide

Mavo of Havo?
De opgaven waar geen letter voor staat moet door en de mavo en de havo leerlingen worden gemaakt. 
De opgaven met een M ervoor zijn de mavo opdrachten. (Havo-leerlingen hoeven deze niet te maken, maar het mag wel.)
De opgaven met een H ervoor zijn de havo opdrachten. (Mavo-leerlingen hoeven deze niet te maken, maar het mag wel.)

Slide 6 - Tekstslide

Wat leer je in les 1?
Je leert:
* Wat evenwijdige lijnen zijn.
* Hoe je evenwijdige lijnen tekent.
* Wat de begrippen zijden, hoekpunten en diagonaal betekenen.

Slide 7 - Tekstslide

1. Kijk na aan het einde van de les.
a. Teken een rechthoek van 2cm bij 4cm in je schrift.
b. Teken een vierkant met zijden van 3cm in je schrift.
c. Kleur de randen van het rechthoek rood.
d. Verdeel het vierkant in vier gelijke driehoeken.

Slide 8 - Tekstslide

Theorie: Zijden, hoekpunten en diagonalen
De randen van een figuur noem 
je zijden
De hoekpunten van de figuur 
noem je hoekpunten
Bij hoekpunten worden 
hoofdletters geschreven. 
Een lijnstuk dat twee niet-aangrenzende hoekpunten met elkaar verbindt, heet een diagonaal

Slide 9 - Tekstslide

2. Kijk na aan het einde van de les.
a. Teken een vierkant ABCD met zijden van 4 cm, in je schrift. Zet de letters erbij zoals in het voorbeeld op de vorige slide.
b. Teken de diagonalen van het vierkant.
c. Meet de lengte van de diagonalen in hele millimeters.

Slide 10 - Tekstslide

3. Lever een foto in van deze opdracht op de volgende slide.
a. Teken een rechthoek KLMN met zijden van 7 cm en 3 cm. Zet de letters erbij en begin met de letter K linksonder.
b. Kleur de zijde KL groen en zijde MN rood.
c. Teken de diagonaal KM en kleur deze lijn blauw.

Slide 11 - Tekstslide

3.
Lever hier een foto in van opdracht 3.

Slide 12 - Open vraag

M4.
a. Op de foto lijkt het alsof de twee rails steeds
dichter bij elkaar komen, is dat ook zo?
Leg je antwoord uit.

Slide 13 - Open vraag

M4.
b. Waarom is her belangrijk dat de afstand tussen de rails overal even groot is?

Slide 14 - Open vraag

H4.
a. Zijn de diagonalen in de vierhoek
hiernaast even lang?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

H4.
b. Teken in je schrift een rechthoek die geen vierkant is en waarvan de diagonalen 6 cm lang zijn. Lever hier een foto in van je rechthoek. ladi

Slide 16 - Open vraag

H4.
c. Teken een vierhoek die geen vierkant is waarvan de diagonalen loodrecht op elkaar staan. Lever hier een foto van je vierhoek in.
Dit is loodrecht

Slide 17 - Open vraag

Theorie: Evenwijdig, snijpunt en loodrecht
Als twee lijnen elkaar niet snijden, zelfs niet als je de 
lijnen doortrekt, dan zijn ze evenwijdig.
Soms wordt in een tekening met pijlpunten 
aangegeven dat lijnen evenwijdig zijn aan elkaar. 
Lijnen worden aangegeven met een kleine letter
Punten worden aangegeven met een hoofdletter.
Lijnen die elkaar wel snijden hebben een snijpunt
Een bijzonder geval is als lijnen loodrecht op elkaar 
staan, dan ontstaan er 4 even grote hoeken van 90º. 
Dit wordt aangegeven met de tekentjes die te zien 
zijn bij snijpunt S en T hiernaast. 

Slide 18 - Tekstslide

5.
a. Zijn in figuur 1 de zijden
AE en BC evenwijdig?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

5.
b. Zijn in figuur 2 de zijden
KL en MN evenwijdig?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

5.
c. Noteer per figuur
welke zijden
evenwijdig zijn.

Slide 21 - Open vraag

H6.
a. Van welke vierhoek hiernaast
zijn alle zijden even lang?
A
1
B
2
C
3

Slide 22 - Quizvraag

H6.
b. Welke van de vierhoeken
heeft geen evenwijdige zijden.
A
1
B
2
C
3

Slide 23 - Quizvraag

H6.
c. Bij welke vierhoek staan de
diagonalen loodrecht op elkaar.
A
1
B
2
C
3

Slide 24 - Quizvraag

H6.
d. Bij welke vierhoek(en) zijn
de diagonalen even lang?
A
1
B
2
C
3

Slide 25 - Quizvraag

Theorie: Hoe teken je evenwijdige lijnen?
Op een geodriehoek staan evenwijdige lijnen. Deze lijnen kun je gebruiken om evenwijdige lijnen te tekenen. Hieronder staat een stappenplan voor het tekenen van evenwijdige lijnen.

Slide 26 - Tekstslide

Theorie: Evenwijdige lijnen

Slide 27 - Tekstslide

7. Lever hier een foto in van deze opdracht.
a. Teken in je schrift een lijnstuk van 5 cm. Zet bij het linkerpunt een A en bij het rechterpunt een B.
b. Teken een lijn evenwijdig aan lijnstuk AB.

Slide 28 - Open vraag

8. Kijk na aan het einde van de les.
a. Teken een rechthoek KLMN met KL = 5 cm en KN = 3 cm.
b. Teken in de rechthoek diagonaal LN.
c. Teken in de rechthoek twee lijnen die evenwijdig zijn aan diagonaal LN.

Slide 29 - Tekstslide

9. Kijk na aan het einde van de les.
Gebruik je werkblad!
a. Teken op het werkblad een lijn door de punt P evenwijdig aan lijn l en noem deze lijn k.
b. Teken een lijn door punt Q evenwijdig aan lijn m en noem deze lijn n.
c. Noem het snijpunt van lijn n en lijn k punt S.
d. Kleur lijnstuk PS. (Kleurpotlood)

Slide 30 - Tekstslide

Nakijken opdracht 1, 2, 8 en 9
Klik op de afbeelding om het groot te bekijken
1.
2.
8.
9.

Slide 31 - Tekstslide

Einde les 1      
Heb je alle opgaven 1 t/m 9 hier steeds ingevuld waar dat was gevraagd en in je schrift staan?
Heb je de foto's van opdracht 3, H4 (2x) en 7 ingeleverd?
Als je dit allemaal nog niet hebt gedaan, doe dit dan als nog.
Als je dit alles al wel hebt gedaan ben je klaar.

Slide 32 - Tekstslide