foutieve samentrekking, opdr. 10
a F. samentrekking van ‘verpleegkundige’: de grammaticale functie is niet gelijk (onderwerp en meewerkend voorwerp).
b F. samentrekking: grammaticale functie is niet gelijk: ‘is’ = koppelwerkwoord en ‘is’ = hulpwerkwoord.
c F. samentrekking: getal is niet gelijk: ‘was’ en ‘waren’.
e F. samentrekking: grammaticale functie is niet gelijk: ‘zijn’ = koppelwerkwoord en ‘zijn’ = hulpwerkwoord.
g verkeerd aansluitende beknopte bijzin
h Foutieve samentrekking van ‘heeft’: grammaticale functie is niet gelijk: ‘heeft’ = hulpwerkwoord en ‘heeft’ = zelfstandig werkwoord.
i verkeerd aansluitende beknopte bijzin
j verkeerd aansluitende beknopte bijzin