2 agrarische revolutie

Agrarische Revolutie
Uitleg bij paragraaf 2 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Agrarische Revolutie
Uitleg bij paragraaf 2 

Slide 1 - Tekstslide

agrarische revolutie
Hier onstond de landbouw
Mesopotamië
Tussen de rivieren de Eufraat en de Tigris.
Samen met de Nijl de beroemdste rivieren uit de Oudheid.

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer gingen de mensen in Mesopotamië permanent over op akkerbouw?
A
11.000 v Christus
B
9.000 v Christus
C
7000 v Christus
D
30000 v Christus

Slide 3 - Quizvraag

Wat kwam eerder: akkerbouw of veeteelt?
A
akkerbouw
B
veeteelt
C
tegelijkertijd

Slide 4 - Quizvraag

De eerste boeren jaagden op dieren voor vlees. Klopt dit?
A
ja, dit klopt
B
nee, dit klopt niet

Slide 5 - Quizvraag

Geleidelijke overgang

Slide 6 - Tekstslide

Hoe verliep de overgang van jagen en verzamelen naar landbouw?

Slide 7 - Tekstslide

Zet de oorzaken van de agrarische revolutie op de juiste volgorde in de tijd.
1
2
3
4
5
Er is steeds meer voedsel nodig en landbouw wordt belangrijker
Landbouw levert meer voedsel op, de bevolking groeit
Het klimaat wordt warmer er komt meer voedsel in de natuur
Experimenteren met verbouwen voedsel en ervan leren
Jagers en verzamelaars blijven op een vaste plek wonen

Slide 8 - Sleepvraag

Oorzaken landbouw > 3 fasen
  1. 10.000 v C: klimaat warmer > mensen vaste woonplek
  2. experimenteren met landbouw > leren steeds meer
  3. bevolkingsgroei > meer voedsel nodig > landbouw belangrijker (9.0000 v. C) 'geen weg meer terug'

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Kijk goed

Slide 11 - Tekstslide

Welke uitspraak past bij de afbeelding?
A
De uitvinding van landbouw is een wereldwijd fenomeen
B
De uitvinding van landbouw werd door één volk over de wereld verspreid
C
De uitvinding van landbouw gebeurde op warme en koude plekken
D
De uitvinding van landbouw heeft niks met het klimaat te maken

Slide 12 - Quizvraag

Noem één punt dat je het
interessantst vond.

Slide 13 - Woordweb

Open vraag SO par. 1 en 2

Slide 14 - Open vraag