Schrijven - blok 1 - les 1.15 hoofdletters en punten
1 / 28
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
alkmaar
B
auto
Slide 12 - Quizvraag
Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
december
B
atlascollege
C
dinsdag
Slide 13 - Quizvraag
Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
breda
B
koffie
C
paaseitjes
Slide 14 - Quizvraag
Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
rechts
B
zomer
C
madurodam
Slide 15 - Quizvraag
Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
west
B
erasmusbrug
C
zomer
Slide 16 - Quizvraag
Welk leesteken hoort aan het einde van de zin?
Zullen we morgen naar de bioscoop gaan
Zullen we morgen naar de bioscoop gaan
A
.
B
?
C
!
Slide 17 - Quizvraag
Welk leesteken hoort aan het einde van de zin?
Dat was een fantastisch doelpunt
Dat was een fantastisch doelpunt
A
.
B
?
C
!
Slide 18 - Quizvraag
Welk leesteken hoort aan het einde van de zin?
Eerste kerstdag valt dit jaar op een maandag
Eerste kerstdag valt dit jaar op een maandag
A
.
B
?
C
!
Slide 19 - Quizvraag
Welk leesteken hoort aan het einde van de zin?
Met onze kat in de fietsbak fietsen we naar de dierenarts
Met onze kat in de fietsbak fietsen we naar de dierenarts
A
.
B
?
C
!
Slide 20 - Quizvraag
Welk leesteken hoort aan het einde van de zin?
Vind jij deze opdracht lastig
Vind jij deze opdracht lastig
A
.
B
?
C
!
Slide 21 - Quizvraag
Welk leesteken hoort aan het einde van de zin?
Doe die deur nou eens achter je kont dicht
Doe die deur nou eens achter je kont dicht
A
.
B
?
C
!
