Toetsbespreking T2 2022 2023

T2 2022-2023
Toetsbespreking
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

T2 2022-2023
Toetsbespreking

Slide 1 - Tekstslide

toelichting op het nakijken
een V betekent dat er iets ontbreekt

ja en..., want...., dus.., er is geen afdoende toelichting gegeven

een punt met een golfje erachter wil zeggen dat het een twijfel antwoord is dat op het examen fout gerekend zal worden

Alleen de punten in een kringetje voor de opgave moet je optellen!

Slide 2 - Tekstslide

Vraag 1     max 2 p
Persoonlijke identiteit, sociale identiteit en collectieve identiteit

2 goed = 1 punt
3 goed = 2 punten


Slide 3 - Tekstslide

vraag 2  max 1p
Een socialisator is ieman die cultuur overbrengt aan een nieuwkomer. Bijvoorbeeld ouders van een kind

Slide 4 - Tekstslide

vraag 3    max 1 punt
Ze maken gebruik van een affectieve binding, ze willen een gezellige buurt hebben waar ze fijn kunnen wonen, door de buurt feesten leren ze elkaar beter kennen en maken ze een emotionele band aan.

Slide 5 - Tekstslide

vraag 4       max 3p

Bij sociale cohesie is er sprake van het gevoel een groep te zijn en lid te zijn van een gemeenschap. In de bron staat dan ook dat ze een aantal jaar geleden een picknicktafel hadden gekocht, daarmee gingen ze in de zomer regelmatig eten en de kinderen samen spelen terwijl de ouders bij praten. Ze voelen zich hierdoor een deel van de buurt, een lid van de gemeenschap.

Slide 6 - Tekstslide

vraag 5 max 1
het is een informele groep, want iedereen is hetzelfde er is geen duidelijke rolverdeling en er zijn ook geen strikte regels.

Slide 7 - Tekstslide

vraag 6  max 2p
ja, want het is buiten het individu om 1 iemand kan het niet zomaar veranderen. En het zal ook een lange traditie worden als ze het elk jaar op het zelfde moment houden.

Slide 8 - Tekstslide

vraag 7  max 1p
je kunt kinderen van ouders die je kent gemakkelijker aanspreken op slecht gedrag." als iedereen op elkaar let/past en daar ook wat aan doet zal dat enorm helpen voor de sociale controle.

Slide 9 - Tekstslide

vraag 8    max 2  punten
Ik denk dat het vieren van een burendag op dit moment een subcultuur is. Een subcultuur is een cultuur die net iets afwijkt van de dominante cultuur. Ik denk dit omdat de meeste mensen het nog niet vieren, maar het wordt wel steeds groter. Dus het is nog geen dominante cultuur, dan zou het een vaste feestdag zijn bijvoorbeeld.

Slide 10 - Tekstslide

vraag 9  max 2 punten
Verandering van cultuur, continuering van cultuur, identificatie van het individu, identiteitsontwikkeling van het individu en gedragsregulatie

Slide 11 - Tekstslide

vraag 10  max 2 punten
Continuering. De cultuur wordt voortgezet, iedereen in Nederland viert het en niet meer een kleine groep mensen.

Slide 12 - Tekstslide

vraag 11  max 1punt
Geert hofstede wil met zijn 6 dimensies culturen met elkaar vergelijken op verschillende vlakken. Bijvoorbeeld onzekerheidvermijding.

Slide 13 - Tekstslide

vraag 12   max 3 punten
1. Microniveau - op gebied van gezin/familie of individu
2. Macroniveau - op gebied van school/werk
3. Mesoniveau - op het gebied van de overheid

Slide 14 - Tekstslide

vraag 13   max 1  punt
onder onzekerheidsvermijding verstaan wij dat je of weinig of juist veel risico's neemt bijvoorbeeld je bent laag dan heb je veel verzekeringen omdat je bang bent om risico te lopen.

Slide 15 - Tekstslide

vraag 14   max 1 punt
 In figuur 1 kan je zien dat Vietnam een grote machtsafstand heeft, 71 punten. Dat houdt in dat er in Vietnamese scholen of werkplaatsen een grote machtsafstand is. Leraren kunnen de meningen van leerlingen niet handhaven als voorbeeld en daarom is de afstand groot.

Slide 16 - Tekstslide

vraag 15  max 2 punten
Het gedrag van Vietnamezen is dat je veel moet sparen en veel moet werken. Er is bijna geen ruimte voor leuke dingen en je moet hard werken. Dit is typerend voor somberheid. Het gedrag van de Denen is dat plezier voorop staat. Werken is belangrijk, maar je moet ook veel plezier hebben door bijvoorbeeld vaak dagjes weg te gaan. Dit is typerend voor hedonisme.

Slide 17 - Tekstslide