Oefentoets Massamedia H4.1 t/m H5.2 + invalshoeken (KGT)

Oefentoets Massamedia H4.1 t/m H5.2 + invalshoeken Maatschappijkunde
Lees en leer eerst hoofdstuk 4.1, 4.2, 5.1, 5.2 + over de invalshoeken (die staan aan het begin van het boek)
Dan kan je deze oefentoets gebruiken om te checken of alles duidelijk voor je is.
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets Massamedia H4.1 t/m H5.2 + invalshoeken Maatschappijkunde
Lees en leer eerst hoofdstuk 4.1, 4.2, 5.1, 5.2 + over de invalshoeken (die staan aan het begin van het boek)
Dan kan je deze oefentoets gebruiken om te checken of alles duidelijk voor je is.

Slide 1 - Tekstslide

Waarom kwam de brand waarbij 111 mensen omkwamen niet in het nieuws?
geef de twee goede antwoorden.
A
Bangladesh is heel ver weg.
B
Zoiets gebeurt daar zo vaak dat het geen nieuws meer is.
C
Het was niet zo'n grote ramp.
D
Daar werden geen westerse kleren gemaakt.

Slide 2 - Quizvraag

Welke nieuwsbron zal een redactie het beste controleren: personen, instellingen, eigen journalisten of persbureaus? Leg je antwoord uit.

Slide 3 - Open vraag

Welk selectiecriterium zorgde er vooral voor dat dit bericht in het nieuws kwam?
A
Nabijheid.
B
Actualiteit.
C
Belangstelling van de doelgroep.
D
Het uitzonderlijke van de gebeurtenis.

Slide 4 - Quizvraag

Leg uit waarom De Telegraaf wel een foto plaatst van de pasgeboren tweeling van een soapster en de Volkskrant niet.

Slide 5 - Open vraag

Om welk selectiecriterium gaat het als De Telegraaf wel een foto plaatst van de pasgeboren tweeling van een soapster en de Volkskrant niet.

(Selectiecriteria zijn: 1. actualiteit, 2. bijzonder,
3. nabijheid, 4. doelgroep, 5. identiteit)

Slide 6 - Open vraag





Gebruik voor de volgende twee vragen de nieuwsfeiten hierboven.

Slide 7 - Tekstslide

Elke dag komen er tientallen nieuwsfeiten bij een krant binnen. Op de vorige slide lees je er zes.
Stel jij loopt stage bij De Volkskrant (kwaliteitskrant) en je mag helpen kiezen welke twee berichten op de voorpagina komen. Welke twee berichten plaats je en waarom?

Slide 8 - Open vraag

Elke dag komen er tientallen nieuwsfeiten bij een krant binnen. Op de vorige slide lees je er zes.
Stel jij loopt stage bij De Telegraaf (populaire krant) en je mag helpen kiezen welke twee berichten op de voorpagina komen. Welke twee berichten plaats je en waarom?

Slide 9 - Open vraag

Leg uit hoe het referentiekader van de journalist kan meespelen bij het selecteren van nieuws.

Slide 10 - Open vraag

Leg aan de hand van de begrippen 'referentiekader' en 'selectieve perceptie' uit waarom nieuws nooit helemaal objectief kan zijn.

Slide 11 - Open vraag

Leg in je eigen woorden uit wat het principe van 'hoor en wederhoor' betekent. Waarom is dit zo belangrijk voor objectieve journalistiek?

Slide 12 - Open vraag

Vergelijk de onderstaande krantenkoppen: welke kop is het meest objectief? Leg uit waarom?
krantenkop 1: Overvallers krijgen vier maanden.
krantenkop 2: 'Softe' straffen voor criminele broers.

Slide 13 - Open vraag


Voor de vragen hierna kan het schema dat hieronder staat je helpen.

Slide 14 - Tekstslide

Bericht 1: De Volkskrant schrijft het artikel: "Politie Helmond: duizenden kilo's vlees van bedrijf in beslag genomen in verband met rundvleesfraude."
Dit bericht is WEL/MINDER betrouwbaar, omdat...

Slide 15 - Open vraag

Bericht 2: Tweet van actievoerder Job van Greenpeace: "In het restaurant waar ik nu zit, stoppen ze volgens mij gewoon paardenvlees in de pizza's."
Dit bericht is WEL/MINDER betrouwbaar, omdat...

Slide 16 - Open vraag

Waarom denk je dat in een dictatuur artikelen éérst gecontroleerd worden door de machthebbers?

Slide 17 - Open vraag

Stel jij bent lid van de redactie van de schoolkrant. Er wordt besloten dat een artikel waarin een leraar belachelijk wordt gemaakt niet in de krant mag komen. Is er dan sprake van censuur? Leg je antwoord uit.

Slide 18 - Open vraag

De overheid bemoeit zich niet met de persconcentratie. Maar de persconcentratie kan wel de pluriformiteit in gevaar brengen... Hoe zorgt de overheid ervoor dat de pluriformiteit niet in gevaar komt? Leg uit...

Slide 19 - Open vraag

In Nederland mag iedereen een eigen tijdschrift beginnen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Vrijheid van meningsuiting en censuur kunnen niet samengaan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Persconcentratie kan gevolgen hebben voor de pluriformiteit
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Op internet zijn opruiende teksten verboden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Kranten en tijdschriften die in financiële problemen komen, krijgen steun van de overheid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Een roddelblad dat schrijft over de scheiding van een bekend echtpaar, wordt aangeklaagd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

De volgende vraag gaat over de tekst hiernaast: 

Slide 26 - Tekstslide

De ontregeling van het treinverkeer door het winterweer is een politiek probleem. Waarom is er sprake van een politiek probleem?
A
Omdat de media er aandacht aan besteden
B
Omdat een belangenorganisatie zich ermee bemoeit
C
Omdat veel andere landen geen problemen hebben
D
Omdat veel mensen een oplossing wensen van de overheid

Slide 27 - Quizvraag

De volgende vraag gaat over de tekst hiernaast.

Slide 28 - Tekstslide

Welke invalshoek komt het sterkst naar voren in deze tekst? leg uit.

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide