P2, Taalverzorging-werkwoordspelling

P2, Taalverzorging-werkwoordspelling
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

P2, Taalverzorging-werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

Zij verbeeld... zich alsof zij de koningin is (tt)
A
verbeeld
B
verbeeldt

Slide 2 - Quizvraag

Waarom wind... hij zich toch zo verschrikkelijk op? (tt)
A
wind
B
windt

Slide 3 - Quizvraag

Mijn zus heeft de slaapkamer ..... (stofzuigen)
A
gestofzuigt
B
gestofzuigd
C
stof gezogen

Slide 4 - Quizvraag

Mijn advies is: bied... niet te veel voor die kast
A
biedt
B
bied

Slide 5 - Quizvraag

Als je een ander netjes behandelt, word je doorgaans zelf ook netjes behandel...
A
behandeld
B
behandelt
C
behandeldt

Slide 6 - Quizvraag

Hij ..... (smijten) zijn glas op de grond (vt)
A
smijtte
B
smeet
C
smijt

Slide 7 - Quizvraag

De afgelas....e wedstrijd wordt volgende week ingehaald
A
afgelastte
B
afgelaste

Slide 8 - Quizvraag

Wil je a.u.b. het te veel ..... (besteden) bedrag teruggeven?
A
bestede
B
bestedde
C
besteedde

Slide 9 - Quizvraag

Wij hebben op de luchthaven in euro's betaal.....
A
betaaldt
B
betaalt
C
betaald

Slide 10 - Quizvraag

Als je naar de tropen afreist, moet je voldoende zijn ...... (inenten)
A
ingeënt
B
ingeënd
C
ingeent
D
ingeend

Slide 11 - Quizvraag

Naar verluid..., was de gemeente niet op de hoogte van de verbouwing
A
verluid
B
verluidt

Slide 12 - Quizvraag

Wil... u zo vriendelijk zijn om deze ruimte te verlaten?
A
wil
B
wild
C
wilt

Slide 13 - Quizvraag

Ik vraag mij af of dit echt gebeur.... is
A
gebeurdt
B
gebeurt
C
gebeurd

Slide 14 - Quizvraag

De geschrob....e vloer bleek spiegelglad te zijn
A
geschrobde
B
geschrobtd

Slide 15 - Quizvraag

De .... (verloten) prijzen kunnen na donderdag afgehaald worden
A
verlootte
B
verlote
C
verlotte

Slide 16 - Quizvraag

Op haar gemak is zij naar huis ...... (skeeleren)
A
geskeelert
B
geskeelerdt
C
geskeelerd

Slide 17 - Quizvraag

Zij ........ (freelancen) al haar hele leven lang.
A
freelance
B
freelanct
C
freelancet
D
freenlanced

Slide 18 - Quizvraag

Het nieuwe leren wordt door lang niet iedereen ..... (promoten)
A
gepromoot
B
gepromoted
C
gepromood

Slide 19 - Quizvraag

Gisteren zijn er zeven nieuwe deelnemers .... (intaken)
A
ingetaket
B
ingetakt
C
ingetaked
D
ingetakd

Slide 20 - Quizvraag