1.1 Kun jij kopen wat je wilt?

Hoe welvarend ben jij?
1.1 Kun jij kopen wat je wilt?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoe welvarend ben jij?
1.1 Kun jij kopen wat je wilt?

Slide 1 - Tekstslide

1.1 Kun jij kopen wat je wilt?
  • Je weet het verschul tussen  primaire en secundaire behoeften.
  • Je kunt uitleggen wat het begrip schaars betekent.
  • Je kunt  uitleggen hoe mijn welvaart kan toenemen.
  • Je kunt een percentage van een getal uitrekenen.

Slide 2 - Tekstslide

1.1 Kun jij kopen wat je wilt?
basisbehoeften
  • De noodzakelijke behoeften om te kunnen overleven.
  • Primaire behoeften
  • woning, eten, kleding.

Slide 3 - Tekstslide

1.1 Kun jij kopen wat je wilt?
overige behoeften
  • De behoeften die het leven aangenamer maken.
  • Secundaire behoeften of luxebehoeften.
  • Dure telefoon, dure kleding, bioscoop, uiteten.

Slide 4 - Tekstslide

Je bent jarig. Wat doe je?
Ik koop een taart bij de bakker.
Ik bak thuis zelf een heerlijke taart.

Slide 5 - Poll

1.1 Kun jij kopen wat je wilt?
zelfvoorziening
  • Welvaart is de mate waarin je in je behoeften kan voorzien. Mensen die in al hun behoeften kunnen voorzien, hebben een hoge welvaart.
  • Door zelfvoorziening kan je je welvaart verhogen. Zelfvoorziening is zorgen dat je je zelf voorziet in bepaalde dingen, zoals voedsel.

Slide 6 - Tekstslide

Bedenk een voorbeeld
van zelfvoorziening.

Slide 7 - Woordweb

Wat versta jij onder 'schaars'?

bv. Energie is een schaars goed.

Slide 8 - Open vraag

1.1 Kun jij kopen wat je wilt?
schaarse goederen
  • Schaars is niet hetzelfde als zeldzaam!
  • Schaars betekent dat er middelen voor nodig waren om het product te produceren.
  • Lucht, de zee, zonlicht,... zijn voorbeelden van vrije goederen.

Slide 9 - Tekstslide

Ik wil zwemmen in de zee...

De zee is een...

A
schaars goed
B
vrij goed

Slide 10 - Quizvraag

Ik wil varen met een boot.

De boot is een...
A
schaars goed
B
vrij goed

Slide 11 - Quizvraag

Ik wil een glas water van de kraan drinken.

Drinkwater is een...
A
schaars goed
B
vrij goed

Slide 12 - Quizvraag

1.1 Kun jij kopen wat je wilt?
prioriteiten stellen
  • Alle goederen zijn schaars!
  • Jij hebt een beperkte hoeveelheid middelen en/of tijd.
  • Daarom stel je prioriteiten.
  • Je kunt het geld maar 1x uitgeven. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de beste omschrijving van schaarste
A
Schaarse producten zijn zeldzaam.
B
Door schaarste kunnen mensen bijna niks kopen
C
Door beperkte middelen ontstaat schaarste.
D
Schaarste ontstaat doordat mensen te weinig willen kopen.

Slide 14 - Quizvraag

Een ander woord voor keuzes maken noemen we?
A
Schaarste
B
Prioriteiten stellen
C
Behoeftes
D
Consumeren

Slide 15 - Quizvraag

1.1 Kun jij kopen wat je wilt?
  • Ik behoeften indelen in primaire en secundaire behoeften.
  • Ik kan uitleggen wat het begrip schaars betekent.
  • Ik kan uitleggen hoe mijn welvaart kan toenemen.
  • Ik kan een percentage van een getal uitrekenen.

Slide 16 - Tekstslide

1.1 Kun jij kopen wat je wilt?
oefenen
Ik kan behoeften indelen in primaire en secundaire behoeften.
  • Maak oefening 2, 3 en 4

Ik kan uitleggen wat het begrip schaars betekent.
  • Maak oefening 5, 6 en 7

Ik kan uitleggen hoe mijn welvaart kan toenemen.
  • Maak oefening 8, 9, 10  en 11

Slide 17 - Tekstslide