H3: herhalen kww (h) + extra oefenen - uitleg enkelvoudig en samengestelde (v)

- Herhalen zww, hww en kww
- Uitleg enkelvoudige en samengestelde zinnen
- Oefenen

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

- Herhalen zww, hww en kww
- Uitleg enkelvoudige en samengestelde zinnen
- Oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

Grammatica

- Je weet wat werkwoorden zijn.

- Je kunt de werkwoorden in een zin benoemen:
     - Zelfstandig werkwoord
     - Hulpwerkwoord
     - Koppelwerkwoord
- Je kunt enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Waaraan herken je een koppelwerkwoord?

Slide 3 - Open vraag

Herhaling werkwoorden

Hulpwerkwoord (hww):

- helpt een kww of zww om de zin compleet te maken

- staat nooit alleen in een zin

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling werkwoorden

Zelfstandig werkwoord (zww):

- belangrijkste werkwoord in de zin (vaak het laatste werkwoord)

- geeft een handeling aan

- het onderwerp doet iets!


Slide 5 - Tekstslide

Herhaling werkwoorden

Koppelwerkwoord (kww):

- belangrijkste werkwoord in de zin(vaak het laatste werkwoord)

- Een vorm van de werkwoorden zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen (ZWaBBeLS+HDV)

- het onderwerp is iets!


Slide 6 - Tekstslide

Verschil tussen koppel en zelfstandig werkwoord =
Bij zelfstandigwerkwoord:
Het onderwerp doet iets. 
Hij trapt een bal ver weg. 

Bij koppelwerkwoord: 
Het onderwerp is iets.
Hij wordt erg ziek 

Slide 7 - Tekstslide

Benoem de werkwoorden:
Een operatie aan je keelamandelen schijnt op hogere leeftijd bijzonder vervelend te zijn.
A
Schijnt = hww Zijn = zww
B
Schijnt = hww Zijn = kww
C
Schijnt = zww Zijn = hww
D
Schijnt = zww Zijn = kww

Slide 8 - Quizvraag

Benoem de werkwoorden:
Met deze maatregel zullen deze problemen niet meer voorkomen.
A
Zullen = hww Voorkomen = zww
B
Zullen = hww Voorkomen = kww
C
Zullen = hww Voorkomen = hww
D
Zullen = zww Voorkomen = kww

Slide 9 - Quizvraag

Benoem de werkwoorden:
Super Mario zal altijd de held uit mijn kinderjaren blijven.
A
Zal = hww Blijven = zww
B
Zal = hww Blijven = kww
C
Zal = hww Blijven = hww
D
Zal = kww Blijven = zww

Slide 10 - Quizvraag

Benoem de werkwoorden:
Ondanks de aanwezigheid van de politie zijn de betogers in groepjes teruggekomen.
A
Zijn = hww Teruggekomen = kww
B
Zijn = hww Teruggekomen = zww
C
Zijn = hww Teruggekomen = hww
D
Zijn = kww Teruggekomen = zww

Slide 11 - Quizvraag

Aan de slag!

Maak de zelftoetsen op de learnbeat 
zie studieplanner 

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk
Herhaal de toetsstof en oefen online voor de toetsweek 

cambiumned.nl 
https://www.cambiumned.nl/lezen-schrijven-en-spreken/lezen/#google_vignette  

Slide 13 - Tekstslide