l'impératif

Wanneer gebruik je de impératif?

Bij het geven van een:
1 / 10
volgende
Slide 1: Open vraag
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wanneer gebruik je de impératif?

Bij het geven van een:

Slide 1 - Open vraag

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

impératif
uitzonderingen




Slide 4 - Tekstslide

Metdkkda

verbes pronominaux (wederkerende ww)


+ gebiedende wijs                        - gebiedende wijs

(vnw achter imp.)                           (vnw vóór imp.)

Habille-toi!                                       Ne t'habille pas!


Dépechons-nous!                          Ne nous dépechons pas!


Levez-vous!                                     Ne vous levez pas!

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de juiste impératif van:

Vous me regardez.
A
Regarde-moi
B
Regardez-moi
C
Me regardez
D
Moi-regardez

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de juiste impératif van
Tu te douches chaque jour.
A
Douchons-toi chaque jour.
B
Douchez-toi chaque jour.
C
Douche-toi chaque jour.
D
Douche-te chaque jour.

Slide 7 - Quizvraag

Il faut prendre tes medicaments à temps.
A
Prends-les à temps.
B
Prend-les à temps.
C
Prenons-les à temps.
D
Les-prends à temps.

Slide 8 - Quizvraag

Rends la phrase négative.

Parle à ton docteur.

Slide 9 - Open vraag

Rends la phrase négative.

Couchez-vous de bonne heure!

Slide 10 - Open vraag