M&O hoofdstuk 6 + 7 (37)

Mens en omgeving
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

Onderdelen in deze les

Mens en omgeving

Slide 1 - Tekstslide

Kan jij 3 voorbeelden geven van hulpmiddelen in en rondom het huis:

Slide 2 - Open vraag

Voorbeelden van aanpassingen in een huis
Voorbeelden van hulpmiddelen

Slide 3 - Sleepvraag

Wat is ergonomie?
A
Is het aanpassen van je werkplek, zodat je er goed kunt werken.
B
Het aanpassen van je werk, zoals jouw baas dat wil.
C
Het aanpassen van je werkplek zodat ik mij hier thuis voel.
D
Het snel aanpassen van je werkplek voor feesten of andere gelegenheden.

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Hoe haal je een ouder iemand uit bed? De oudere is mobiel genoeg om te kunnen staan.
A
Tillen en trekken
B
Met beleid (voorzichtigheid), let daarbij op je eigen houding
C
Niet, ze kunnen zelf wel uit bed komen
D
Met een til lift.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is ook alweer het verschil tussen een werkgever en een werknemer?
Werkgever
Werknemer
Een bedrijf
Een persoon (jij)

Slide 7 - Sleepvraag

proeftijd
arbeidsovereenkomst
tijdelijk
werknemer
flexibele
werkgever
vaste

Slide 8 - Sleepvraag

Waar staat de Arbowet voor?
(Blz 226)

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Video

Wat betekent ‘Domotica’?
Domotica is een verzamelbegrip voor:
(Blz 227)

A
Aanpassingen waardoor rolstoelgebruikers zich veilig kunnen verplaatsen.
B
Medicijnen die ervoor zorgen dat mensen langer zelfredzaam blijven.
C
Voorzieningen die bepaalde functies in huis automatiseren.
D
Zorgrobots die mensen met een beperking ondersteunen.

Slide 11 - Quizvraag

Nog 2 voorbeelden van Domotica:

Slide 12 - Open vraag

Wat zijn de voordelen van het gebruik van Domotica:
(Blz 230)

Slide 13 - Woordweb

Wat zijn de nadelen aan Domotica:
(blz 231)
A
Storing in de techniek zodat er geen melding komt
B
Personeel moet wennen aan de nieuwe manier van werken
C
Cliënten kunnen het gevoel hebben dat iedereen alles weet/ziet (privacy) en moeten zich veilig voelen met nieuwe technieken.
D
A, B en C

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Kan je uitleggen wat respect is?:
(Blz 236)

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Video

Wat is Empathie?
A
Consequent zijn
B
Boos worden
C
Inlevingsvermogen
D
Verdrietig zijn

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekent Echtheid? Kan je dat uitleggen?
(Blz 238)

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Video

Geef voorbeelden van Omgangsvormen op je werk:
(Blz 239)

Slide 21 - Woordweb

Ongeschreven regel

Geschreven regel
Niet voordringen
Leerplicht
Geen politieagent uitschelden
Hand voor je mond als je gaapt
Je moeder niet uitschelden
Niet appen op de fiets
Niet bellen als je gaat betalen (winkel) 

Slide 22 - Sleepvraag

Bladzijde 241 goed leren !
Alle voorbeelden van Omgangsvormen worden behandeld.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Waar moet je rekening mee houden als je een ruimte gaat inrichten voor iemand?
(Blz 244)

Slide 25 - Woordweb

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Wat voor stof zit in een brandblusser?
A
Koolstofdioxide
B
Koolstofmonoxide
C
Water
D
Stikstofmonoxide

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Video

Wat staat er in een ontruimingsplan?
(Blz 250)

Slide 30 - Open vraag


Aan welke eis moet een
ontruimingsplattegrond voldoen?
A
De vluchtwegen zijn weggelaten, zodat de plattegrond zo overzichtelijk mogelijk is.
B
Op alle plaatsen in het gebouw wordt dezelfde ontruimings- plattegrond op dezelfde manier opgehangen.
C
Er staan zoveel mogelijk verschillende symbolen op de ontruimingsplattegrond.
D
De vluchtroutes moeten vanaf de plek waar je op dat moment staat op de plattegrond getekend zijn.

Slide 31 - Quizvraag

Nooduitgang  (Blz 250)

Slide 32 - Tekstslide

Bekijk bladzijde 251 van je goed.

Slide 33 - Tekstslide

Waar staan de letters EHBO voor?

Slide 34 - Open vraag

Wat zijn basisregels van EHBO?
A
Ga eerst na wat er is gebeurd en daarna wat het slachtoffer mankeert
B
Let op gevaar
C
Zorg voor professionele hulp
D
Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting

Slide 35 - Quizvraag

BHV staat voor?:

Slide 36 - Open vraag

Succes met het de toets !

Slide 37 - Tekstslide