4. hersenen

Welkom
We gaan zo beginnen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
We gaan zo beginnen

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Leer je de functie van de hersenen
Leer je een aantal verschillende gebieden kennen
Herhalen we de verschillende zenuwcellen 
(30 maart formatieve SO)

Dit doe je door zelfstandig de LessonUp door te werken.
om 14:00 zijn we terug in de vergadering.
Je laat in de inleveropdracht in teams zien wat je gedaan hebt.


Slide 2 - Tekstslide

Aan welke zenuwcellen geven je zintuigen hun impuls door?
A
schakelcellen in het ruggenmerg
B
gevoelszenuwcellen
C
bewegingszenuwcellen
D
schakelcellen in de hersenen

Slide 3 - Quizvraag

Van welke zenuwcellen krijgen je spieren hun impuls door?
A
schakelcellen in het ruggenmerg
B
gevoelszenuwcellen
C
bewegingszenuwcellen
D
schakelcellen in de hersenen

Slide 4 - Quizvraag

Waar bevindt zich het cellichaam van de schakelcellen?
A
in het merg van het ruggenmerg
B
in de zenuwknoop
C
in de schors van het ruggenmerg
D
in de hersenen

Slide 5 - Quizvraag

Waar bevindt zich de uitlopers van de schakelcellen?
A
in het merg van het ruggenmerg
B
in de zenuwknoop
C
in de schors van het ruggenmerg
D
in de hersenen

Slide 6 - Quizvraag

Waar bevindt zich het cellichaam van de gevoelszenuwcellen?
A
in het merg van het ruggenmerg
B
in de zenuwknoop
C
in de schors van het ruggenmerg
D
in de hersenen

Slide 7 - Quizvraag

Waar bevindt zich het cellichaam van de bewegingszenuwcellen?
A
in het merg van het ruggenmerg
B
in de zenuwknoop
C
in de schors van het ruggenmerg
D
in de hersenen

Slide 8 - Quizvraag

Aan welke kant komt de gevoelsimpuls het ruggenmerg binnen?
A
Voorkan
B
Achterkant

Slide 9 - Quizvraag

Waar verlaat een bewegingsimpuls het ruggenmerg?
A
voorkant
B
achterkant

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer ben je je van een prikkel bewust?
A
Wanneer deze door het zintuig wordt opgevangen
B
Wanneer het impuls de gevoelszenuw passeert
C
Wanneer het impuls de hersenen heeft bereikt
D
Wanneer je hebt gereageerd op de prikkel

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Onthouden!
Wit = uitlopers
Grijs = cellichamen

Slide 14 - Tekstslide

Welke 3 hoofdonderdelen?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

aan de slag!
bestudeer t/m paragraaf 4
SO opgeven

Slide 20 - Tekstslide