§7.4 Hoe gaat het verder?

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

 7.4: Hoe gaat het verder?

7.4 Hoe gaat het verder?

• Je weet waarom er in Zuid-Korea steeds minder kinderen worden geboren.
• Je weet waarom de vergrijzing in Zuid-Korea tot problemen leidt.
• Je weet waarom de (economische) toekomst van Noord-Korea er niet gunstig uitziet.

Openingsfoto

Welkom!

Vandaag:

1. Terugblik vorige les

2. Huiswerk bespreken

3. Uitleg over de toekomst van de twee Korea's

4. Afsluiting

Zuid-Korea heeft een...

1. Vrijemarkteconomie
2. Planeconomie

Zware industrie rekenen we tot .......?

1. primaire sector
2. secundaire sector
3. tertiaire sector
4. quartaire sector

Singapore, Japan en Zuid Korea horen bij de groep......

1. Aziatische tijgers
2. Afrikaanse leeuwen

Importsubstitutie wil zeggen

1. dat een land producten gaat importeren
2. dat een land producten gaat exporteren
3. dat een land niet meer gaat importeren (maar zelf maken)
4. dat een land niet meer wil exporteren

Vul aan: Industrie die ....................., vertrekt naar lagelonenlanden.

1. .. arbeidsintensief is
2. .. goedkoop is
3. .. kennisintensief is
4. .. veel grondstoffen nodig heeft

Lesdoelen 

Aan het eind van de les kan je:

1. Uitleggen waarom er in Zuid-Korea steeds minder kinderen worden geboren

2. Uitleggen waarom de vergrijzing in Zuid-Korea tot problemen leidt

3. Uitleggen waarom de (economische) toekomst van Noord-Korea er niet gunstig uitziet.
B153 Demografische druk, B157 Demografische transitie, B256 Gevolgen van globalisering, B269 Handelsbalans en betalingsbalans

Zelf op onderzoek uit!

Persoon 1 leest de tekst: steeds minder kinderen & vergrijzing in Zuid-Korea. De ander leest de tekst: "De toekomst van Noord Korea."

Leg vervolgens aan elkaar uit hoe de toekomst voor het land dat je hebt onderzocht er uit gaat zien. Is dit positief? Hoe zal het gaan met de economie, de bevolking?

Toekomst van Zuid-Korea

In Zuid-Korea is het vruchtbaarheidscijfer sterk gedaald.

1970: 5 kinderen per vrouw. Nu: 1 kind per vrouw.

3 oorzaken: later trouwen, vrouwen beter opgeleid, kinderen zijn duur. 

Stijging grijze druk

Mogelijk nadelige gevolgen voor de Zuid-Koreaanse economie.

Steeds minder jonge arbeidskrachten!

Oplossing: arbeidsmigranten uit het buitenland niet populair

• Zorgkosten ouderen moeten door steeds minder werkenden betaald worden.

Even in stilte...

Lezen paragraaf 7.4.

Daarna maken van de opdrachten van paragraaf 7.4

Na 10 minuten: 5 min pauze. 

Demografische druk

De bevolking van een gebied kun je verdelen in 3 groepen:

- jongeren (0 - 20 jaar)

 - productieven (20 - 65 jaar)

- ouderen (65+)

Grijze druk

Aantal 65+'ers

----------------------------------------- x 100 = Grijze druk

Aantal 20-65 jarigen

Grijze druk: het aantal 65-plussers als percentage van het aantal 20-64-jarigen

Demografische druk

Demografische druk = Grijze druk + groene druk

• Grijze druk = Aantal ouderen (65+) zonder werk.
• Groene druk = Aantal jongeren (0-20) zonder werk.

- Hoe hoger het getal, hoe sterker de demografische druk.

Demografische druk = 

Aantal 0-19 jarigen + aantal 65 +

_____________________________________ x 100 = demografische druk

Aantal 20-65 jarigen

Lesopdracht 

Lees 7.4 'Steeds minder kinderen'. 
Noem 3 oorzaken waarom er in Zuid-Korea steeds minder kinderen worden geboren. 
Klaar? Lees de rest van de paragraaf.

Toekomst van Noord-Korea

Er zijn te weinig gegevens om de ontwikkeling van Noord-Korea te voorspellen.

 Wel bekend: 

- vooral handel met China

 - export: grondstoffen (ijzererts) en kleding (misschien ook raketten)

 - import: voedingsmiddelen en aardolie

 - economische groei en gestegen lonen sinds 2011

-  gratis huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg.

Toekomst van Noord-Korea

Door strafmaatregelen van de VN raakt Noord-Korea steeds verder achterop: zo’n 90% van de export ligt stil.

Oplossingen?

Bevolkingsgroei

• Natuurlijk (B150) = geboorte en sterfte
• Sociaal (B151) = vestiging (immigratie) en vertrek (emigratie)

B157 Demografische transitiemodel

• Model dat de overgang laat zien van hoge geboorte- en sterftecijfers (fase 1) naar lage geboorte- en sterftecijfers (fase 5). 

Afsluiting

Wat heb je geleerd deze les?

VWO