In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H5.4 reken aan oplossingen
Slide 1 - Tekstslide
Deze les:
Terugblik vorige paragrafen
Uitleg leerdoelen 5.4
Slide 2 - Tekstslide
Destilleren
Oplossing: opgeloste stof in een vloeistof.
Verschil in: kookpunt
Slide 3 - Tekstslide
Van welke stofeigenschap maakt bezinken en afschenken gebruik?
A
Kookpunt
B
Oplosbaarheid
C
Deeltjesgrote
D
Dichtheid
Slide 4 - Quizvraag
Van welke eigenschap maakt destilleren gebruik?
A
Deeltjesgrootte
B
Dichtheid
C
Kookpunt
D
Oplosbaarheid
Slide 5 - Quizvraag
Van welke eigenschap maakt adsorberen gebruik?
A
Kookpunt
B
Aanhechtingsvermogen
C
Deeltjesgrootte
D
Dichtheid
Slide 6 - Quizvraag
Scheidingsmethode
Werkt door een verschil in...
Dichtheid
Deeltjesgrootte
Kookpunt
Aanhechting
Oplosbaarheid
Destilleren
Filteren en zeven
Indampen
Extraheren
Adsorberen
Bezinken en afschenken
Slide 7 - Sleepvraag
De blauwe kleurstof in brandspiritus kun je verwijderen met actieve kool. Vervolgens is nog een stap nodig om de verontreinigde actieve kool te verwijderen. Welke scheidingsmethoden zijn gebruikt om kleurloze brandspiritus te verkrijgen?
A
alleen adsorberen
B
alleen filteren
C
eerst adsorberen , daarna filteren
D
eerst extraheren, daarna filteren.
Slide 8 - Quizvraag
Na deze les...
kun je rekenen met de dichtheid
kun je rekenen met oplosbaarheid
kun je rekenen met volumepercentage en massapercentage
Slide 9 - Tekstslide
Dichtheid
Dichtheid = massa in gram of kg van 1 m³ of 1 cm³ van een stof
Meest voorkomend: g/cm³
Formule:
Dichtheid = massa / volume
Slide 10 - Tekstslide
Dichtheid rekenvoorbeeld
De dichtheid van een glazen glas is 2,5 g/cm³
Het glas weegt 45 gram
Bereken het volume van het glas in cm³
Slide 11 - Tekstslide
Dichtheid rekenvoorbeeld
De dichtheid van een glazen glas is 2,5 g/cm³
Het glas weegt 45 gram
Bereken het volume van het glas in cm³
volume = massa / dichtheid
volume = 45 / 2,5 = 18 cm³
Slide 12 - Tekstslide
Dichtheid rekenopgave
Er wordt 11 gram olijfolie afgewogen in een maatbeker.
Dit neemt een volume in van 14 mL
Bereken de dichtheid van de olijfolie in g/cm³ (2 decimalen)
Slide 13 - Tekstslide
Dichtheid rekenopgave
Er wordt 11 gram olijfolie afgewogen in een maatbeker.
Dit neemt een volume in van 14 mL
Bereken de dichtheid van de olijfolie in g/cm³ (2 decimalen)
Dichtheid = 11 / 14 = 0,79 g/cm³
Slide 14 - Tekstslide
Oplosbaarheid
Oplosbaarheid = aantal gram van een stof maximaal in 1 L vloeistof kan oplossen
Slide 15 - Tekstslide
verzadigde oplossing
- In een verzadigde oplossing is de maximale
hoeveelheid stof opgelost
- De vaste stof blijft vast en blijft zichtbaar
- Is er minder opgelost dan is de oplossing onverzadigd
Slide 16 - Tekstslide
Oplosbaarheid
Let op! Oplosbaarheid is temperatuursafhankelijk.
temperatuur:
bij vaste stoffen + vloeistoffen neemt oplosbaarheid bijna altijd toe met de temperatuur
bij gassen neemt oplosbaarheid altijd af met de temperatuur
Slide 17 - Tekstslide
Oplosbaarheid rekenvoorbeeld
De oplosbaarheid van suiker in water is 1600 g/L.
Bereken hoeveel gram oplost in 150 mL water
Slide 18 - Tekstslide
Oplosbaarheid rekenvoorbeeld
De oplosbaarheid van suiker in water is 1600 g/L.
Bereken hoeveel gram oplost in 150 mL water
Massa (g)
1600
x
Volume mL
1 L = 1000 mL
150 mL
x=10001600⋅150
x=240gram
Slide 19 - Tekstslide
Oplosbaarheid rekenopgave
Bij 20°C lost 52,3 gram zout op in 154 mL water
Bereken de oplosbaarheid van zout in g/L
Slide 20 - Tekstslide
Oplosbaarheid rekenopgave
Bij 20°C lost 52,3 gram zout op in 154 mL water
Bereken de oplosbaarheid van zout in g/L (1 decimaal)
x=0,15452,3
x = 339,6 g/L
52,3 gram
154 / 1000 = 0,154 L
Slide 21 - Tekstslide
Gehalte en concentratie
Gehalte en concentratie is hetzelfde
De hoeveelheid stof in een mengsel
Gehalte is niet hetzelfde als oplosbaarheid
Slide 22 - Tekstslide
Gehalte berekenen
Het gehalte gaat over hoeveel stof er per liter in het mengsel aanwezig is. Dit is een combinatie van eenheden!
gehalte = massa stof (g) / volume mengsel (L)
Slide 23 - Tekstslide
je lost 5 gram suiker op in 250 ml. wat is de concentratie in g/L
A
20 g/L
B
5 g/L
C
25 g/L
D
10 g/L
Slide 24 - Quizvraag
Concentratie zout in zeewater is 37 g/L Hoeveel kg zout moet je toevoegen bij 15000 liter water?
A
555 gram
B
555 kg
C
2,5 kg
D
250 kg
Slide 25 - Quizvraag
Percentages
Volumepercentage: aantal mL stof per 100 mL mengsel
volume-%
Massapercentage: aantal gram stof per 100 g mengsel
massa-%
Slide 26 - Tekstslide
100 koeien
Slide 27 - Tekstslide
99 koeien
1 schaap
Slide 28 - Tekstslide
54 koeien
2 schapen
24 kippen
Slide 29 - Tekstslide
54 koeien
2 schapen
24 kippen
Hoeveel procent van de dieren is een kip?
Slide 30 - Tekstslide
54 koeien
2 schapen
24 kippen
Totaal aantal dieren
54 + 24 + 2 = 80
24 hiervan zijn kippen.
Hoeveel procent van de dieren is een kip?
Slide 31 - Tekstslide
54 koeien
2 schapen
24 kippen
Totaal aantal dieren
54 + 24 + 2 = 80
24 hiervan zijn kippen.
Hoeveel procent van de dieren is een kip?
Slide 32 - Tekstslide
54 koeien
2 schapen
24 kippen
Totaal aantal dieren
54 + 24 + 2 = 80
24 hiervan zijn kippen.
% = 30 %
Hoeveel procent van de dieren is een kip?
8024⋅100
Slide 33 - Tekstslide
Massapercentage
Massapercentage is de hoeveelheid stof in een mengsel uitgedrukt in procenten
Massa druk je uit in mg, gr, kg, etc
Slide 34 - Tekstslide
Voorbeeld 1
Bestek kan gemaakt zijn van RVS (roestvrij staal).
In 1250 kg RVS zit 137,5 kg chroom.
Bereken het massapercentage chroom in RVS.
Slide 35 - Tekstslide
Volumepercentage
Volumepercentage is de hoeveelheid vloeistof of gas in een mengsel uitgedrukt in procenten
Volume druk je uit in mL, L, cm³, dm³, m³ etc
Slide 36 - Tekstslide
Percentage rekenvoorbeeld
Whisky bevat 43 volume-% alcohol.
In een glas zit 25 mL whisky.
Bereken hoeveel mL alcohol in het glaasje zit.
Slide 37 - Tekstslide
Percentage rekenvoorbeeld
Whisky bevat 43 volume-% alcohol.
In een glas zit 25 mL whisky.
Bereken hoeveel mL alcohol in het glaasje zit.
volume-% = deel/geheel x 100
deel = (volume-% x geheel) / 100
deel = (43 x 25) / 100 = 10,75 mL
Slide 38 - Tekstslide
Percentage rekenvoorbeeld
Whisky bevat 43 volume-% alcohol.
In een glas zit 25 mL whisky.
Bereken hoeveel mL alcohol in het glaasje zit.
volume-% = deel/geheel x 100
deel = (volume-% x geheel) / 100
deel = (43 x 25) / 100 = 10,75 mL
Of: 0,43 x 25 = 10,75
Slide 39 - Tekstslide
Percentage rekenopgave
Een pakje boter van 240 gram bevat 192 gram vet.
Bereken het massa-% vet in het pakje boter
Slide 40 - Tekstslide
Percentage rekenopgave
Een pakje boter van 240 gram bevat 192 gram vet.
Bereken het massa-% vet in het pakje boter
massa-% = deel/geheel x 100
massa-% = 192 / 240 x 100 = 80 massa-% vet
Slide 41 - Tekstslide
er zit 200 gram zout in een mengsel van zand en zout dat 800 gram weegt. wat is het massapercentage zout%?
A
20 massa%
B
25 massa%
C
40 massa%
D
4 massa%
Slide 42 - Quizvraag
Huishoudazijn bevat 4 massa% azijnzuur. Hoeveel gram azijnzuur zit in een fles die 800 g huishoudazijn bevat?
A
4 gram
B
8 gram
C
16 gram
D
32 gram
Slide 43 - Quizvraag
Een biertje bevat 8 vol% alcohol. hoeveel bier moet je drinken om 15 ml alcohol te drinken?
A
1,2 ml
B
1,9 ml
C
120 ml
D
188 ml
Slide 44 - Quizvraag
In 750 mL wijn zit 90 mL alcohol. Het volumepercentage alcohol in de wijn is:
A
12 vol%
B
66 vol%
C
68 vol%
D
83 vol%
Slide 45 - Quizvraag
Na deze les...
kun je rekenen met de dichtheid
kun je rekeken met oplosbaarheid
kun je rekenen met volumepercentage en massapercentage