H5.2 Verschillende soorten media

Voor we starten
- afspraken over in te halen toetsen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voor we starten
- afspraken over in te halen toetsen

Slide 1 - Tekstslide

H5 Media
H5.2 Verschillende soorten media

Wat gaan we vandaag leren?
  • Het verschil tussen populaire kranten en kwaliteitskranten.
  • (het verschil) Commerciële en publieke omroepen

Slide 2 - Tekstslide

Kranten en tijdschriften

Bij kranten en tijdschriften maak je onderscheid tussen twee soorten bladen:

Populaire krant

Kwaliteits-krant
 

Kranten die zich meer op sensationeel nieuws richten. Ze besteden bijvoorbeeld meer aandacht aan sport, criminaliteit en shownieuws.

Serieuzere kranten die uitgebreidere achtergrond-informatie geven over bijvoorbeeld politiek en economie.

Slide 3 - Tekstslide

Kranten en tijdschriften

Waarover een krant schrijft, heeft te maken met de mensen die de krant lezen, bijvoorbeeld jongeren of hoger opgeleiden. Dit noemen we de doelgroep.

Doelgroep

Een groep met dezelfde kenmerken en belangstelling.

Slide 4 - Tekstslide

Populaire of kwaliteitsbladen?

Slide 5 - Tekstslide

Kranten en tijdschriften

  • Kranten verschijnen dagelijks, tijdschriften meestal wekelijks of maandelijks.
  • Tijdschriften gaan vaak over één thema. Bijvoorbeeld over auto’s, muziek, mode of computers.
  • Voorbeelden zijn Computer Idee, LINDA. en Voetbal International. Ze schrijven over dezelfde onderwerpen als kranten, maar gaan dieper op de onderwerpen in.

Slide 6 - Tekstslide

Steeds minder papier

Bijna elk oorspronkelijk papieren medium heeft tegenwoordig ook een digitale versie. Denk aan:
  • kranten en tijdschriften
  • digitale lesmethoden
  • gratis websites
  • toetsen op school die online worden gedaan

Slide 7 - Tekstslide

Populaire kranten zijn kranten die ...
A
zich richten op sensationeel nieuws
B
geven uitgebreide achtergrond info
C
verschijnen een paar keer per maand
D
hebben dezelfde kenmerken

Slide 8 - Quizvraag

Kwaliteitskranten zijn kranten die ...
A
zich richten op sensationeel nieuws
B
geven uitgebreide achtergrond info
C
verschijnen een paar keer per maand
D
hebben dezelfde kenmerken

Slide 9 - Quizvraag

2. Kwaliteitskranten en populaire kranten staan hieronder door elkaar. Wat zijn twee populaire kranten?
A
Trouw en de Volkskrant.
B
NRC en De Telegraaf.
C
NRC en het AD.
D
De Telegraaf en het AD.

Slide 10 - Quizvraag

Televisie en radio

Omroepen
Organisaties die via radio, televisie en internet informatie uitzenden naar een groot publiek.

We maken onderscheid tussen commerciële en publieke omroepen.

Een omroep is geen zender..

Slide 11 - Tekstslide

Commerciële omroepen

Commerciële omroep

Een bedrijf dat als doel heeft om geld te verdienen met zijn uitzendingen.

Kijk- en luistercijfers

Het aantal kijkers of luisteraars van een tv- of radioprogramma.

Slide 12 - Tekstslide

Publieke omroepen

  • Publieke omroepen krijgen geld van de overheid. Dit geld komt deels uit belastingen en deels uit reclame.
  • In de Mediawet staat dat publieke omroepen ervoor moeten zorgen dat er verschillende soorten programma’s zijn voor verschillende doelgroepen. Dit zorgt voor meer pluriformiteit zodat er voor iedereen wat interessants is.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

On demand

Er zijn ook bedrijven die hun programma’s online hebben staan. Als je op deze ‘streaming diensten’ geabonneerd bent, kan je op elk gewenst moment iets bekijken. Dit noemen we on demand.




On demand

Op verzoek of op aanvraag.

Slide 15 - Tekstslide

Er zijn commerciële omroepen en publieke omroepen. Wat is een verschil?

Publieke omroepen:

A
hebben als doel geld te verdienen.
B
krijgen al hun geld uit reclame-inkomsten.
C
ontvangen geld van de overheid.
D
zenden geen reclame uit.

Slide 16 - Quizvraag

Commerciële omroepen hebben als doel om geld te verdienen. Een voorbeeld van een commerciële omroep is:
A
BNNVARA
B
KRONCRV
C
SBS6
D
MAX

Slide 17 - Quizvraag

Aan de slag

  • Opdrachten maken volgens studiewijzer

Slide 18 - Tekstslide