start leerjaar 1 wereldgodsdiensten

Wereldgodsdiensten
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstLevensbeschouwingMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 10 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Wereldgodsdiensten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel

Aan het einde van deze les weet je welke wereldgodsdiensten er bestaan en hoe ze zijn ontstaan.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:45
wat weet je over het Jodendom ?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:45
wat weet je over het Christendom?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:45
wat weet je over de Islam?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:45
wat weet je over het Boeddhisme?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:30
wat weet je over het Hindoeïsme?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

In godsdienstige verhalen kun je veel verschillende dingen tegenkomen:
  • Verhalen bedoeld als letterlijk verslag van gebeurtenissen.
  • Wijze lessen voor het leven (met antwoorden op levensvragen).

  • Leefregels.
  • Het eren van de God of goden.
  • Verhalen die laten zien hoe belangrijk of bijzonder het eigen geloof is, de eigen God of de eigen profeet.
  • Uitleg van wie of wat God is.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke overeenkomsten hebben het Jodendom, Christendom en de Islam?
A
Ze hebben 1 God
B
Ze hebben een plek om hun God te eren
C
Ze hebben een heilig boek
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jodendom en de Tora
Het jodendom kent meerdere heilige boeken. De Tora is hiervan de belangrijkste, dit zijn volgens joden de woorden van God. De Tora zit om twee houten rollers gewikkeld. Om het geschrift te beschermen, bewaren de joden hem zorgvuldig. Sommigen gebruiken daar een kist voor. Anderen bewaren de Tora in een geborduurde mantel.
De Talmoed is vooral commentaar en uitleg bij de Tora om deze beter te begrijpen. 


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan Jodendom
Volgens joodse verhalen werd omstreeks 1813 voor Christus Abram geboren in Kanaän. Kanaän was het gebied waar nu zo’n beetje de landen Israël, Palestina en Libanon liggen. Dit stuk van de wereld wordt door joden als het Beloofde Land gezien. Abram trouwde met Sarai, maar ze konden geen kinderen krijgen. Het jodendom is begonnen op het moment dat Abram één god ging aanbidden in plaats van de vele goden die zijn vader vereerde. Deze god veranderde de namen Abram en Sarai in Abraham en Sara. Hij zorgde ervoor dat ze toch een zoon kregen: Isaak. Sara was toen negentig en Abraham honderd jaar. God vertelde Abraham dat zijn nakomelingen zouden regeren over het ‘Beloofde Land’. Abraham wordt gezien als de aartsvader van het joodse volk.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Jodendom: Tweede Wereldoorlog 
Er waren door de eeuwen heen nogal wat mensen jaloers op het succes van joodse zakenlui en koopmannen. Vooral als mensen het zelf moeilijk hebben, zoeken ze een zondebok: iemand die ze de schuld kunnen geven van hun eigen ongeluk. In de vorige eeuw was er een economische crisis en het was makkelijk om daar onder andere de joden de schuld van te geven. De Duitse dictator Hitler maakte hier misbruik van. Doordat hij haat wist te zaaien werden er onder zijn leiding tijdens de Tweede Wereldoorlog zo’n 6 miljoen joden in Europa vermoord in concentratiekampen.




Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Joden en de staat Israël
Na de Tweede Wereldoorlog drong tot veel mensen pas echt door wat voor verschrikkingen de joden al eeuwenlang hadden moeten doorstaan. Er klonken geluiden dat er een veilige plek voor hen moest komen. Volgens de oude geschriften was Kanaän het beloofde land. Kanaän was het gebied waar nu zo’n beetje de landen Israël, Palestina en Libanon liggen.Omdat er nu inmiddels andere mensen woonden  adviseerden de Verenigde Naties In 1947 dat Palestina in twee aparte staten moest worden verdeeld: een Joodse en een Arabische. De Arabische bevolking was het niet met deze plannen eens. Toch werd in 1948 de staat Israël uitgeroepen. Dit leidde tot allerlei oorlogen en conflicten tussen joden en Arabieren. Er zijn trouwens ook joden die niet achter deze plannen stonden. Zij vinden dat gewacht had moeten worden tot hun god hen zelf naar het Beloofde Land zou terugleiden.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Joden mogen het heilige boek niet aanraken, Waar lezen ze mee?
A
Kat
B
Jat
C
Lat

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een van de eerste verhalen van de Joden gaat over de belofte tussen Abraham en zijn God. Als Abraham en al zijn nakomelingen God vereren en zich aan zijn regels houden, zal God voor ze blijven zorgen en hun volk een eigen land en een goede toekomst geven.
Een van de belangrijkste verhalen is dat de voorouders van de Joden slaven waren in Egypte. Zij hadden een zwaar leven waarin veel angst was en waarschijnlijk weinig hoop op een betere toekomst.
Zoals God ooit beloofd had, werden deze slaven gered en konden ze onder leiding van Mozes ontsnappen.
Het jodendom ontstond in het Midden-Oosten. De belangrijkste verhalen spelen zich af in het land Israël, het land dat volgens de verhalen door God beloofd werd aan het Joodse volk.
De vroegste Joden leefden in een wereld waar mensen in veel verschillende goden geloofden (=polytheïsme). Er was dan ook veel strijd om wiens God de beste was of welke je moest vereren.
In het begin van de 6e eeuw voor Christus (vanaf ± 597 v.Chr.) begon de Babylonische ballingschap. De Babyloniërs veroverden Jeruzalem en na verschillende opstanden werden veel Joodse leiders en anderen uit hun land gezet en naar Babylon gestuurd. 
Voor Joden is de Babylonische ballingschap een zware periode uit hun geschiedenis. Ze waren hun land en hun Tempel kwijt en mochten niet terug. De Babyloniërs vereerden ook andere goden. De Joodse gemeenschap in Babylon wilde hoop houden en niet vergeten wie ze waren en waar ze vandaan kwamen. In deze tijd werden de meeste verhalen uit het Joodse heilige boek geschreven.
In het jodendom is juist geloof in één God (monotheïsme) en trouw zijn aan die ene God belangrijk.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jodendom
  • Geloven in God / JHWH
  • Het geloof is 2021 jaar oud
  • Heilige boek is de Thora
  •   gebedshuis is synagoge
  • Belangrijke mannen zijn rabbijnen/profeten
  • Feesten: Pasen, Kerstmis (lichtfeest)
  • bar mitswa (13) en bat mitswa(12)  Jongens en meisjes worden verantwoordelijk tegenover God om zich aan alle geboden en verboden te houden die onder de joodse wet vallen
  • Joden eten koshjer: geen zuivel met vlees, geen bloed, geen varkens en paarden
  • aartsvader: Abraham



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Christendom en de Bijbel
Het heilige boek van de christenen is de Bijbel. Het is het  meest verspreide boek ooit en het eerste boek dat werd vervaardigd met de boekdrukkunst.  De bijbel is een verzameling van 66 verschillende boeken bij elkaar. Het Oude Testament begint met de schepping van de aarde en de mens door God.  In het Nieuwe Testament staat de komst van Jezus centraal.

Hoe je de verhalen in de Bijbel moet begrijpen daar zijn veel meningen over. 
De twee belangrijkste:
1. Het gaat niet om of het waar is of niet, maar om de boodschap van het verhaal.
2.Alle verhalen zijn letterlijk zo gebeurd.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat mag je volgens het nieuwe testament niet eten
A
Plantaardig voedsel
B
Varkens en Hazen
C
Vlees waar nog bloed in zit
D
Zeedieren

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Jezus was ontevreden over hoe de joodse leiders omgingen met het geloof en met niet-joden. Hij vond vooral naastenliefde belangrijk. Dat je de mensen om je heen accepteert en goed behandelt, ongeacht wie ze zijn.
Het belangrijkste geloof in het land was het jodendom. In de tijd van Jezus werd Israël geregeerd door de Romeinen, die hun eigen geloof hadden. 
Het christendom begon in het Midden-Oosten in het land Israël met het leven van de joodse Jezus van Nazareth. Later werd hij ook wel Jezus Christus genoemd, daarom noemen we zijn volgelingen ‘christenen’. 
In de eerste eeuw na Jezus’ dood schreven een aantal van zijn volgelingen verhalen over zijn leven. Hiermee wilden ze anderen overtuigen om het voorbeeld van Jezus te volgen en wilden ze hun nieuwe geloof (het christendom) verspreiden.
Christenen geloven dat er maar één god is (monotheïsme).
Jezus werd veroordeeld door de Romeinse overheid en gekruisigd. Volgens de verhalen is hij daarna weer uit de dood opgestaan. Latere volgelingen van Jezus waren vooral onder de indruk van zijn dood en opstanding. Paulus legde dit uit als dat Jezus was gestorven voor de zonden van alle mensen. 
De eerste christenen waren vaak kleine groepjes in verschillende landen rond de Middellandse Zee. Zij vonden het soms moeilijk om trouw te blijven aan hun geloof. In de Bijbel vind je veel brieven en verhalen voor deze eerste christenen, om ze te steunen in hun geloof.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Christendom
  • Geloven in de leer van Jezus Christus en hem aanbidden als Zoon van God
  • Het geloof is 2021 jaar oud
  • Katholiek, protestant, orthodox
  • Heilige boek is de Bijbel
  • Gebedshuis is de kerk
  • God is een Drie-eenheid: God de vader, God de zoon, Heilige Geest
  • Jezus stond op uit dood, verlossing van zonden
  • Feesten: Pasen, Kerstmis (lichtfeest)
  • Belangrijke man in het Katholieke geloof, Paus 
  • zondag heilige dag - eredienst
  •  Mogen vanaf het nieuwe testament alles eten (behalve vlees met bloed)
  • aartsvader: Abraham

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

jodendom & christendom
Het joden- en christendom zijn net als de islam monotheïstische godsdiensten. Dit houdt in dat deze godsdiensten in één god geloven. Het grootste verschil tussen het jodendom en het christendom is dat het jodendom God ziet als één, ook wel 'de eeuwige'. Het Christendom deelt God daarentegen op in drie: Vader, Zoon en Heilige Geest.

Slide 27 - Tekstslide

Zojuist zijn er verschillende religies genoemd. Het museumprogramma focust zich op deze drie religies. Er zijn daarentegen nog twee grote geloven in de wereld: het jodendom en christendom. Deze worden niet in het museumprogramma genoemd. De museumcollectie biedt hier namelijk meer toegang toe.

Het joden- en christendom zijn net als de islam monotheïstische godsdiensten. Dit houdt in dat deze godsdiensten in één god geloven. Het grootste verschil tussen het jodendom en het christendom is dat het jodendom God ziet als één, ook wel 'de eeuwige'. Het Christendom deelt God daarentegen op in drie: Vader, Zoon en Heilige Geest.

De islam - اسلام
  • islam betekent: 'onderwerping' aan Allah
  • Allah is het Arabisch woord voor God
  • Het belangrijkste boek is de Koran of Qoer'ān (القرآن)
  • Volgens moslims zijn de woorden in de Arabische taal door Allah via de engel Djibriel aan Mohammed geopenbaard. Zo vertelde de engel dat de mensen in Mekka niet meer in verschillende goden moesten geloven maar alleen in Allah.
  • Daarnaast moet een moslim zich (zoveel mogelijk) houden aan de vijf zuilen, dit zijn godsdienstige verplichtingen.
  • Het vrijdaggebed in een moskee is voor mannen verplicht

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Koran en de 5 zuilen
Het heilige boek van de islam is de Koran, volgens moslims staan hierin de woorden van God zelf.
De engel Gabriël heeft boodschappen van God doorgegeven aan Mohammed. Mohammed heeft al deze boodschappen onthouden. De volgelingen van Mohammed hebben de boodschappen opgeschreven.
De Hadith vertelt over het leven van Mohammed, de speciale boodschapper van God. Deze gebruiken veel moslims als voorbeeld voor hoe ze moeten leven. 

De Vijf zuilen
1. Opzeggen van wat je gelooft : Er is geen god dan Allah en Mohammed is zijn profeet.
2. Vijf keer per dag bidden richting Mekka.
3. Vasten tijdens de Ramadan.
4. Geld geven aan de armen.
5. Als je kunt, 1 keer in je leven op bedevaart naar Mekka.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ramadan en het Offerfeest

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De islam begin in de stad Mekka in het land wat we nu kennen als Saoedi-Arabië, in het gebied dat we het Midden-Oosten noemen. Het begon in de 6e/7e eeuw na Christus met de profeet Mohammed.
In die tijd waren er al veel godsdiensten in het Midden-Oosten. Het jodendom en het christendom bestonden al lange tijd en veel van de mensen in Arabië vereerden allemaal verschillende goden.
Mekka werd in die tijd bestuurd door een aantal machtige families die verschillende goden vereerden (=polytheïsme). Vaak vereerden ze deze goden in de vorm van beelden. Dit grote zwarte gebouw (de Ka'aba) stond vroeger vol met godenbeelden.
Toen Mohammed steeds meer volgelingen kreeg, werden deze eerste moslims veel lastiggevallen door de inwoners en machtige families van Mekka. Die waren niet blij met Mohammed, die zei dat je maar in één onzichtbare God moest geloven (=monotheïsme).
Volgens Mohammed was Mekka een gevaarlijke plek van dieven en bedriegers. Er was veel geweld en oneerlijkheid om hem heen.
Veel verhalen maken duidelijk dat Mohammed speciaal door God werd uitgekozen om mensen te vertellen over het geloof.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Islam
  • Geloven in Allah, de profeet heet Mohammed
  • Jaartelling begint in 622, het haar dat Mohammed naar Mekka vlucht
  • Gebedshuis noem je een moskee 
  • God = Allah
  • Heilig boek is de Koran (Arabisch)
  •  houden aan de 5 zuilen, dit zijn godsdienstige verplichtingen.
  • Feesten: Offerfeest, Slachtfeest
  • Moslims mogen geen bloed, geen alcohol, geen varkensvlees.
  • Het vrijdaggebed in een moskee is voor mannen verplicht
  • Belangrijke man was natuurlijk Mohammed. 
  • Aartsvader: Abraham

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Later, toen Groot-Britannië India veroverde werd ‘hindoe’ de naam voor iedereen in India die niet christen, jood of moslim was. ‘Hindoeïsme’ werd dus een verzameling van allemaal tradities en geloven in India, met veel verschillende ideeën over de goden (of God).
In het hindoeïsme worden veel verschillende goden vereerd (polytheïsme)
In de tijd dat het boeddhisme begon was er veel strijd tussen de krijgers en priesters over wie nu het beste/hoogste was. De Boeddha zei: ‘je geboorte bepaalt niet hoe hoog je bent, maar wat je doet in je leven’.
India kende in de tijd van de Boeddha (en ook nu nog) veel rondreizende wijze mannen of ‘heilige mannen’ die mensen leerden over het geloof, vertelden over de goden en hoe je moet leven.
Het boeddhisme begon in een gebied dat nu op de grens ligt van Nepal en India, in ± 500 voor Christus.
Het hindoeïsme begon lang geleden (± 3500-1500 v.Chr.) rond de rivier de Indus in India. ‘Hindoe’ betekende eerst ook gewoon ‘iemand die rond de Indus woont’.
In het vroege hindoeïsme was het heel belangrijk om de juiste rituelen voor de goden uit te voeren. Je moest alles precies goed doen en zeggen voor de goden. Het hindoeïsme is dan ook een geloof waarin het belangrijk is wat je doet.
Het vroegste geloof in India begon met natuurgoden (god van het vuur, god van de wilde dieren, zonnegod, god van de lucht enz.).

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hindoeïsme 
Hindoes kennen twee soorten belangrijke teksten.
  1. De heiligste boeken met de woorden van de goden.
  2. Uitleg over hoe je de heilige boeken moet begrijpen en hoe te leven.
De boeddhistische teksten bestaan uit leefregels, de woorden van de Boeddha en uitleg over de wereld & over het geloof.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hindoeïsme
  • Veel vrijheid in hoe je gelooft. 
  • Geloven in reincarnatie
  • Gebedshuis noem je een tempel of mandir
  • polytheïsme
  • Brahman is de geest die allerlei vormen kent: Brahma, Vishnu, Shiva
  • Het geloof is duizenden jaren oud
  • Heilig boeken zijn de 4 Veda's
  • Feesten: Divali (lichtfeest)
  • Heilige koe
  • Hindoestanen zijn vegetariër
  • Belangrijke man was Gandhi omdat hij tegen discriminatie was.


Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boeddhisme
Het boeddhisme heeft Siddharta Gautama (Boeddha)
Het was een prins, die op zoek was naar het antwoord op verdriet. 

Boeddhisten geloven in reïncarnatie, dat betekent  je na je dood opnieuw wordt geboren als een mens of dier. Hoe je volgende leven eruit ziet, hangt af van je daden in je leven. 

Goede dingen geven je in je volgende leven veel geluk. Slechte dingen geven je in je volgende leven veel ongeluk. Boeddhisten noemen dit Karma. Als je verlichting bereikt, word je na je dood niet meer opnieuw geboren maar kom je in het nirvana, een toestand zonder lijden en dood. (Een soort hemel, dus). 



Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

  God = Boeddha?
Siddharta Gautama (Boeddha) wilde weten waarom er verdriet in de wereld bestond. Hij was een prins, nam ontslag en werd een monnik.  Onder een vijgenboom mediteerde hij 49 dagen. 
Toen wist hij het antwoord op verdriet en het lijden van de mens.  Vanaf dat moment noemde hij zichzelf Boeddha (Ontwaakte). Het boeddhisme is dus eigenlijk geen godsdienstwant Boeddha is gèèn God. Boeddha was gewoon een mens zoals wij. Boeddha leerde ons om geen waarde te hechten aan spullen en emoties, zodat je niet treurig hoeft te zijn als het voorbij is.

Eetgewoontes boeddhisme
De meeste boeddhisten zijn vegetarisch omdat ze tegen het doden van dieren zijn. 
Ze geloven immers in reincarnatie!  Een levend wezen mag je geen kwaad doen. 
Sommige boeddhisten geloven dat Boeddha, toen hij nog leefde, ook de vorm aan kon nemen van dieren.  Het eten van vlees wordt als oneervol beschouwd. 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van een boeddhist?
Het leven is niet altijd makkelijk en zit vol lijden. Maar volgens boeddhisten kun je toch vredig en gelukkig leven als je bijvoorbeeld stopt met dingen te willen. Zij gaan ervan uit dat wensen en verlangens de belangrijkste redenen zijn voor lijden. Als je niets meer wilt, dan bereik je een gevoel dat ze ‘verlichting’ noemen. Als je verlichting bereikt, word je na je dood niet meer opnieuw geboren maar kom je in het nirvana, een toestand zonder lijden en dood

Wat is meditatie?
In het boeddhisme draait het om zelfinzicht. Een manier om je daarin te trainen, is meditatie. Zo oefen je je geest bijvoorbeeld in kalm en vredig zijn. Boeddhisten geloven dat je gelukkig bent als je jezelf dwingt om niet jaloers of hebberig te zijn en als je probeert iedereen aardig te vinden. Dat geluksgevoel heet nirvana. Het nirvana bereiken lukt niet altijd, maar volgens boeddhisten moet je het wel proberen. Dat doen ze door te mediteren. Je zit met gesloten ogen in kleermakerszit op de vloer, concentreert je op je ademhaling en proberen aan niets te denken. Sommige mensen concentreren zich op een voorwerp, een bloem of kaars. Anderen zingen als hulp bij meditatie. 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Boeddhisme
  • Geloven in de leer van Siddharta Gautama (Boeddha) om tevreden te zijn.
  • Gebedshuis noem je een tempel/stoepa

  • Boeddhisme is ouder dan het Christendom 

  • Heilig boek is er niet echt (Pali Canon)
  • Ze geloven in reincarnatie (wedergeboorte)
  • Als je verlichting bereikt, word je na je dood niet meer opnieuw geboren maar kom je in het nirvana, een toestand zonder lijden en dood.
  • Karma 
  • Mediteren
  • Feesten: Loi Kratong (lichtjesfeest), Wesak
  • Boeddhisten zijn vegetarier. 
  • Belangrijke man was natuurlijk (Siddharta Gautama) Boeddha, maar nu is de Dalai Lama erg bekend


Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hindoeïsme
Islam
Christendom
Jodendom
Boeddhisme
Belangrijk onderwerp: kruisiging en opstaan uit de dood.
1e eeuw n.Chr.
± 500 v.Chr.
± 1500 v.Chr.
± 3500-1500 v.Chr.
622 n.Chr.
Belangrijke onderwerpen: angst en hoop op een betere toekomst.
Belangrijk onderwerp: naastenliefde.
Veel verschillende tradities en geloven.
Situatie: verschillende rondreizende heilige mannen die allemaal vertellen hoe je moet leven.
Situatie: strijd om wie het beste is.
Mohammed als speciale boodschapper van God.
Belangrijk onderwerp: speciale belofte van God.
Mensen overtuigen van het nieuwe geloof.
Strijd tussen geloven in godenbeelden en geloven in één God.
Belangrijker wat je doet, dan wat je gelooft.

Slide 44 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les

  • monotheïsme
  • polytheïsme
  • naastenliefde

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personen uit deze les

  • Jezus van Nazareth
  • Mohammed
  • Prins Siddhartha (Boeddha)

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jaartallen uit deze les

  • ± 3500-1500 v. Chr.: begin hindoeïsme
  • ± 1500 v.Chr.: begin jodendom
  • ± 500 v.Chr.: begin boeddhisme
  • 1e eeuw n.Chr.: begin christendom
  • 622 n.Chr.: begin islam

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 48 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 49 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 50 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies