Planning mei/juni + fout.bekn.bijzin+zin.onj.begr.

lesinhoud
  • planning mei/juni
  • foutief beknopte bijzin
  • zinnen onjuist begrenzen --> vrijdag (extra les)
  • boek 4
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

lesinhoud
  • planning mei/juni
  • foutief beknopte bijzin
  • zinnen onjuist begrenzen --> vrijdag (extra les)
  • boek 4

Slide 1 - Tekstslide

planning mei/juni
week 20: NN Formuleren 15, 17, 18 + boek 4 lezen + extra les
week 21: NN Formuleren 19, 20, 21 + boek 4 lezen
week 22: Toets Formuleren - 27 mei
       vanaf week 23: Verlof - mevrouw Klinkenberg neemt het over
week 23: Laagland 4.1 - 4.4 + analyse recensie boek 4
week 24: Laagland 4.5 - 4.9
week 25: Toets Laagland M4 + boek 4  - 17 juni
einde schooljaar: Toets Laagland M1-4 + boek 1 t/m 4

Slide 2 - Tekstslide

foutief beknopte bijzin
Wat is een bijzin?
Wat is een beknopte bijzin?
Wat is foutief beknopte bijzin?

Slide 3 - Tekstslide

bijzin

Slide 4 - Tekstslide

bijzin
Een zin bestaat uit een pv en een ow.
In een hoofdzin staan pv en ow naast elkaar
in een bijzin staan pv en ow uit elkaar

HZ: Ik geef een feestje
(HZ +) BZ: Weet je dat ik een feestje geef?

Slide 5 - Tekstslide

 beknopte bijzin

Slide 6 - Tekstslide

beknopte bijzin
Een samengestelde zin (van een bijzin en een hoofdzin) waarbij het onderwerp uit de hoofdzin in de (beknopte) bijzin is samengetrokken/weggelaten/verzwegen. In een beknopte bijzin staat geen ow en geen pv. Het denkbeeldige ow moet hetzelfde zijn als het ow uit de hz. Als dat niet zo is, is de zin ongrammatical (=fout).

Beknopt: Fluitend ga ik naar school toe.
Onbeknopt: Terwijl ik aan het fluiten ben, fiets ik naar school.

Slide 7 - Tekstslide

goede beknopte bijzin (3x)
met te + infinitief
vb.: Na het gat ontdekt te hebben waarschuwde hij de dijkbewaking.
met een voltooid deelwoord
vb.: Uit de wind gehouden kon hij de eindstreep halen.
met een onvoltooid deelwoord
vb.: Dromend van zijn vriendin liep hij tegen een lantaarnpaal.

Slide 8 - Tekstslide

goede beknopte bijzin
Schrijf de bijzinnen in de volgende zinnen voluit. 

Slide 9 - Tekstslide

Na het gat ontdekt te hebben waarschuwde hij de dijkbewaking.

Slide 10 - Open vraag

Uit de wind gehouden kon hij de eindstreep halen.

Slide 11 - Open vraag

Dromend van zijn vriendin liep hij tegen een lantaarnpaal.

Slide 12 - Open vraag

Dromend van zijn vriendin liep hij tegen een lantaarnpaal.
Wat is het onderwerp uit de hoofdzin?
Wat is het onderwerp uit de bijzin?

Slide 13 - Tekstslide

Dromend van zijn vriendin liep hij tegen een lantaarnpaal.
HZ: hij
BZ: hij
= hetzelfde
dus: goed!

Slide 14 - Tekstslide

foutief beknopte bijzin

Slide 15 - Tekstslide

foutief beknopte bijzin
De beknopte bijzin is fout als het samengetrokken onderwerp uit de bijzin niet hetzelfde onderwerp is als het onderwerp uit de hoofdzin. Bijvoorbeeld:
Zingend werden de aardappelen geschild.
Wat is het onderwerp uit de hoofdzin? de aardappelen
Wat is het onderwerp uit de beknopte bijzin? hij/zij?
Is dit hetzelfde? Ja -> Goed / Nee -> Fout

Slide 16 - Tekstslide

foutief beknopte bijzin
Schrijf de volgende zinnen voluit. Geef vervolgens aan of ze goed of fout zijn.

Slide 17 - Tekstslide

Net op tijd in het stadion aangekomen, liepen de supporters snel naar hun plaatsen.

Slide 18 - Open vraag

Net op tijd in het stadion aangekomen, liepen de supporters snel naar hun plaatsen.
onderwerp HZ:
onderwerp BZ:
hetzelfde?

Slide 19 - Tekstslide

Net op tijd in het stadion aangekomen, liepen de supporters snel naar hun plaatsen.
onderwerp HZ: de supporters
onderwerp BZ: de supporters
hetzelfde? ja! 
dus: Goed!

Slide 20 - Tekstslide

Zijn vriendin uitzwaaiend, verdween de bus uit het zicht.

Slide 21 - Open vraag

Zijn vriendin uitzwaaiend, verdween de bus uit het zicht.
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quizvraag

In kennelijke staat van dronkenschap verkerend, vond de agent hem in de goot.

Slide 23 - Open vraag

In kennelijke staat van dronkenschap verkerend, vond de agent hem in de goot.
A
Goed
B
Fout

Slide 24 - Quizvraag

Huppelend van plezier, kwam het kind de klas binnen.

Slide 25 - Open vraag

Huppelend van plezier, kwam het kind de klas binnen.
A
goed
B
fout

Slide 26 - Quizvraag

Lekker in onze stoelen liggend, dronken we het koude bier.

Slide 27 - Open vraag

Lekker in onze stoelen liggend, dronken we het koude bier.
A
Goed
B
Fout

Slide 28 - Quizvraag

Na koffie te hebben gedronken in Hamburg, reed de bus richting Denemarken.

Slide 29 - Open vraag

Na koffie te hebben gedronken in Hamburg, reed de bus richting Denemarken.
A
Goed
B
Fout

Slide 30 - Quizvraag

Kijkend uit het raam, viel plotseling een dakpan naar beneden.
A
goed
B
fout

Slide 31 - Quizvraag

Na drie uur gewacht te hebben, gingen de hekken eindelijk open
A
goed
B
fout

Slide 32 - Quizvraag

Na kampioen te zijn geworden, werden de spelers door het bestuur gefeliciteerd.
A
goed
B
fout

Slide 33 - Quizvraag

huiswerk 
15: kies uit A/B de goede beknopte bijzin
 17: bepaal of de zin grammaticaal (goed) is of niet (foutief).
1) wat is het ow van de hz?
2) is deze hetzelfde als de bz?
3) ja = grammaticaal / nee = foutief

Slide 34 - Tekstslide

zinnen onjuist begrenzen
  1. zinnen te vroeg. Afbreken
  2. zinnen te lang maken hierdoor wordt de tekst niet goed meer leesbaar je verwacht eigenlijk allang een punt maar je gaat gewoon door met je zin.

Slide 35 - Tekstslide

zinnen onjuist begrenzen
dit bespreken we vrijdag verder
als je het begrijpt, kun je alvast opdracht 18 maken.

Slide 36 - Tekstslide

boek 4
4v2 Het Diner - we gaan verder in powerpoint

Slide 37 - Tekstslide

boek 4
4v1 De passievrucht

Slide 38 - Tekstslide

De Passievrucht
...is een verhaal over de zoektocht van een man (Armin) naar de biologische vader van zijn zoon (Bo). Als hij en zijn tweede vrouw (Ellen) proberen zwanger te raken, komt Armin erachter dat hij onvruchtbaar is en dus niet de vader van Bo kan zijn. Wie is dan de vader?

Slide 39 - Tekstslide

De Passievrucht
Waarom lezen mensen? 

Blz 28 Laagland: 
‘Spanning ontstaat door een raadsel, een geheim of door dreiging.’
Mensen houden van spanning in boeken omdat:
- ze graag mysteries willen oplossen voordat de schrijver met het antwoord komt.
- ze de geheime boodschappen van de schrijver willen ontcijferen.

Slide 40 - Tekstslide

De Passievrucht
In bijna elk boek is er een mysterie dat opgelost moet worden door de lezer. Bij de Passievrucht is het mysterie wie de biologische vader van zijn zoon is. Net als in een detective komen er verschillende 'verdachten' naar voren. Tijdens de zoektocht kom je steeds meer te weten over de hoofdpersonen. Uiteindelijk wil je weten wie 'het gedaan' heeft. Wat is het verschil met een simpele detective en een literaire roman?

Slide 41 - Tekstslide

De Passievrucht
Wat is het verschil met een simpele detective en een literaire roman?

Laagland 3.1:
Verhalende teksten geven lezers het gevoel inzicht te krijgen over hoe mensen in elkaar steken en met elkaar omgaan.

Slide 42 - Tekstslide

De Passievrucht
Leesvragen:

Welke hobby heeft Armin?
Wie zijn voor Armin de verdachten?
Wat is "De Kleine Wereld"?
Waarom wordt "Het evangelie van Philippus" aangehaald?

Slide 43 - Tekstslide

De Passievrucht
Veel plezier met lezen!

Slide 44 - Tekstslide