1. Schrijf een korte tekst (4-5 zinnen) over je plannen voor het weekend, een vakantie of een ander toekomstig evenement.
2. Zorg ervoor dat je in je tekst:
Minstens twee future tenses gebruikt (bijv. will, going to, present continuous).
Minstens twee relative clauses toevoegt (bijv. who, which, that).
3. Voorbeeldonderwerpen:
Beschrijf je volgende vakantie, een uitstapje met vrienden, of een familiebezoek.