Bij een bloem zit de zaadbeginsel en het vruchtbeginsel.
Uit het vruchtbeginsel groeit de vrucht.
In de vrucht zitten de zaden.
In de afbeelding hiernaast zit een klokhuis.
In het klokhuis zitten pitten.
Pitten en zaden zijn de zaden van de peer en de appel.
Appels, peren, tomaten, kersen en peulen zijn vruchten.
Bonen, erwten en pitten zijn de zaden.