Par 2.2 Communisme en 2.3 Duitsland van democratie naar dictatuur

Josef Stalin
Meedogenlozer en harder dan Lenin
Planeconomie:  (vanaf 1928)Hierin stond precies wat en hoeveel er geproduceerd moest worden
Kolchozen: Grote boeren bedrijven die samen moesten werken.
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Josef Stalin
Meedogenlozer en harder dan Lenin
Planeconomie:  (vanaf 1928)Hierin stond precies wat en hoeveel er geproduceerd moest worden
Kolchozen: Grote boeren bedrijven die samen moesten werken.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meeste boeren waren tegen deze collectivisatie en kwamen in opstand. Koelakken (rijke zelfstandige boeren) kregen de schuld van alles.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolg Collectivisatie
Miljoenen boeren werden vermoord of gedeporteerd.

Om het verzet te breken werden in Oekraïne grote gebieden uitgehongerd, waardoor miljoenen doden vielen. 

Reden voor Collectivisatie: De productie van voedsel liep ver achter met het het westen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 jaren plannen
Inhaalslag in industrialisatie vergeleken met Europese landen.

We are fifty or a hundred years behind the advanced countries. We must make good this distance in ten years. Either we do it, or we shall be crushed.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een uitspraak: Stalin zorgde voor het welzijn van de bevolking van de Sovjet-Unie.
Bedenk een mogelijk argument voor en een argument tegen deze uitspraak.

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies 2 van de vier uitspraken over de Sovjet-Unie in het interbellum
A
De boeren werkten enthousiast mee aan de collectivisatie van de landbouw
B
De kolchozen verzetten zich tegen de collectivisatie van de landbouw.
C
Door de collectivisatie van de landbouw gingen veel boeren werken in de industrie.
D
In de de Sovjet-dictatuur was de macht in handen van de communistische partij onder leiding van Stalin.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Communisme naar Stalins voorbeeld tegenwoordig
1945: Kim Il-Sung, 'de Grote leider'
Korea oorlog 1950-1953

Kim Jong-il tot 2011

Kim Jong-il 2011-heden

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsverheerlijkhing

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 2.3 Duitsland, van democratie naar dictatuur
Je leert in Paragraaf 2.3
-omschrijven wat de rol van de Weimar- republiek was in de jaren 20.
-verklaren welke gevolgen de economische wereldcrisis had voor het democratische Duitsland.
-Uitleggen welke verandering er heeft plaatsgevonden waardoor Duitsland een dictatuur werd.
-In eigen woorden omschrijven wie Hitler was en welke doelen hij had met zijn Nazi- Duitsland.
-Omschrijving geven over het leven in Nazi- Duitsland.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bedreigde democratie
  • 1918/1919 Duitse keizer Wilhelm 2 vlucht naar Nederland.
  • Duitsland vanaf nu democratische republiek.
  • Onrust in Berlijn, parlement bijeen in Weimar. --> Weimar- Republiek.
  • Nieuwe grondwet. Doel: Rust, orde en veiligheid.
  • Zware jaren volgen!
  • Werkloosheid frontsoldaten.
  • Tekort aan voedsel.
  • Zware financiële lasten vanwege Verdrag van Versailles.
  • Democratie niet geliefd, verlangen naar keizerrijk.
  • Geweld tussen links en rechts.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
Lees ''lees Politieke problemen''

Maak een korte samenvatting van ongeveer  10 zinnen.

Je hebt 10min de tijd.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
Lees Politieke problemen nog een keer,

beshrijf in je eigen woorden wat de dolkstootlegende inhoud.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord.
Volgens de aanhangers van de dolkstootlegende was dit de oorzaak van de Duitse nederlaag in de Eerste Wereldoorlog geweest: een verraad van interne (democratische)(communistische)  vijanden, een aanval vanuit het eigen land

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hieronder zie je een spotprent. Leg uit wat je op de afbeelding ziet aan de hand van de volgende vragen:
Wat zie je op de afbeelding?

Om welke gebeurtenis gaat het op de afbeelding?

En wat probeert de tekenaar te zeggen?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je op de afbeelding?
Een Duitse Soldaat die door een boef (gekleed in het rood) in zijn rug wordt gestoken.

Om welke gebeurtenis gaat het op de afbeelding?
Het gaat om de dolkstootlegende. Militairen gaven democraten, communisten, Joden de schuld van het tekenen van het verdrag van Versailles.

En wat probeert de tekenaar te zeggen?
Dat de Communisten verantwoordelijk waren voor het verdrag van Versailles. (de boef is in het rood gekleed) rood staat voor Communisme

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chaos en herstel
  • 1923 Duitsland kon herstelbetalingen niet betalen, Fransen bezetten  Ruhrgebied; Stakingen 
  • Inflatie= geld werd minder waard omdat er extra geld werd bijgedrukt.
  • Armoede nam toe
  • Economische hulp van VS:Dawesplan
  • Gevolg: mensen krijgen vertrouwen terug! 
  • Durven weer vooruit te kijken -->bemoeien met politiek. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd over: in de klas. en het is Huiswerk:
Paragraaf 2.2 Opdracht 6.  wb blz: 39

Paragraaf 2.3 Opdracht 1 en 2 en 3 wb blz 41

Bespreken volgende les.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Crisis in Duitsland
-Economische wereldcrisis 1929 :treft ook Duitsland. 
-Einde van Weimar- Republiek. -->orde, rust en herstel van Duitsland niet gelukt.  
-VS wilde geleend geld terug. 
Duitsland failliet. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Crisis in Duitsland
-Economische wereldcrisis 1929 :treft ook Duitsland. 
-Einde van Weimar- Republiek. -->orde, rust en herstel van Duitsland niet gelukt.  
-VS wilde geleend geld terug. 
Duitsland failliet. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Crisis Duitsland
Werkloosheid enorm.
1932 helft van Duitse bevolking werkloos.
Weimar parlement kansloos --> Communisten en Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij (NSDAP) ruiken hun kans! ze krijgen in 1932 37% van de stemmen en worden de grootste partij

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nazi-Duitsland
-Machtsuitbreiding Duitsland
-Hitler trekt de touwtjes strakker an.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NSDAP
1933
Populair door:
- terreur (S.A.)
- propaganda (Goebbels)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SA: Sturmabteilung
400.000 man
Straatterreur 


SS: Schutzstaffel
Beveiliging van Hitler
Elite eenheid in het Duitse leger

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hitler en NSDAP
  • Einde maken aan democratie   en economische crisis.
  • Hitler sloot samenwerking met   Mussolini.
  • Plannen Hitler opgeschreven in   Mein Kampf
  • Hitler: Arische ras moet   overwinnen.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adolf Hitler en zijn NSDAP
  • Democratische wijze komt Hitler aan de macht in 1933.
  • Extreem nationaal socialistisch --> gewelddadig
  • Hitler kan goed spreken voor groot publiek, wordt leider van NSDAP   (Führer)
  • Wraakgevoelens -> Verdrag van Versailles ongedaan maken.
  • Hitler’s ideeën extreem  -->antisemitisme --> Joden uitroeien

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overeenkomst en verschillen Nazi's en Fascisten 
Hitler en Mussolini overeenkomsten: 
-anti democratisch en anti communistisch 
- Extreem nationalistisch 
-1 sterke leider, 1 groot rijk, 1 partij als ideaal 
-totalitair systeem (leven in teken voor de oorlog) 
-geweld en militairen belangrijk 
-propaganda  

Hitler en Mussolini verschillen: 
-Hitler had een rassenleer en antisemitisme = Jodenhaat, Mussolini NIET. 
-Mussolini afhankelijk van Koning, Hitler NIET. 
- Hitlers doelen bereikt: 1 sterk Duitstalig land creëren, Mussolini’s doelen om oud Romeins rijk te herstellen NIET

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beloften van Hitler
  • Hitler profiteerde van economische wereldcrisis.
  • Hierdoor populariteit Hitler vergroot.
  • Hij beloofde een einde te maken aan de crisis. Werk en welvaart creëren --> Plan is gelukt. Duitsland snel uit crisis.
  • Einde maken aan Verdrag van Versailles: ook gelukt.
  • Duitsland industrialiseerde ook snel --> Oorlogsindustrie.
  • Opkomst van SS en SA. --> aanpakken straatgeweld.
  • Alles wat Joods en communistisch was werd vernietigd.
  • 1 sterk Duitsland creëren waar alle Duits sprekenden samen leefden.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Machtsovername nazi's 
  • 1932 Verkiezingen gewonnen door Nazi’s.
  • 1933 Hitler werd rijkskanselier.
  • Hitler zet parlement af, benoemt zelf nieuwe regering.
  • Rijksdagbrand 27 februari 1933 helpt hem zijn macht te vergroten (actie tegen communisten)
  • Hitler trok alle macht naar zich toe en kreeg deze ook.
  • Nu kans om Hitler's idealen uit te voeren.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duitsland onder Hitler
  • Opbouw totalitaire staat.
  • Eerste stap: verbod alle politieke partijen, alleen NSDAP mocht bestaan.
  • Tweede stap: Volk opvoeden naar Nationaal -Socialistische ideeën.
  • Volk indoctrineren -> Propaganda o.l.v. Minister Joseph Goebbels.
  • Censuur media, kunst en films.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duitsland onder Hitler
  • Oprichting Hitlerjugend en Bond Deutsche Mädel
  • Persoonsverheerlijking Hitler
  • Hitlergroet, militaire parades, hakenkruizen, enz.
  • Bewapeningsprogramma opgezet --> voorbereiding WO 2.
  • Werkloosheid voorbij, mensen blij!
  • Mensen geen idee van Hitler’s terreur.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nazi-Duitsland
  • Machtsuitbreiding   Duitsland
  • Hitler trekt de touwtjes   strakker aan.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten 2.3
maken 3, 4, 5 en 6

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

tot 6.29