Spelling 1vmbot

Blok 1 
Spelling
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Blok 1 
Spelling

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog over de stam en de ik-vorm?

Slide 2 - Woordweb

theorie blz 29 

Slide 3 - Tekstslide

De boom is het hele werkwoord. Als je -en- eraf haalt, heb je de stam.

Slide 4 - Tekstslide

de stam van wandelen is....

Slide 5 - Open vraag

de stam van schrijven is.......

Slide 6 - Open vraag

de stam van blazen is......

Slide 7 - Open vraag

Hoe vind je dus de stam?

Slide 8 - Open vraag

dus:


De stam van een werkwoord vind je door

EN

van het werkwoord weg te halen.

Slide 9 - Tekstslide

ik-vorm
Soms moet je de stam aanpassen om de ik-vorm te krijgen.

Slide 10 - Tekstslide

ik-vorm

Soms moet je de stam aanpassen om de ik-vorm te krijgen.

  • printen          print          ik print
  • praten            prat           ik praat
  • beloven         belov        ik beloof    
  • vissen             viss           ik vis

Slide 11 - Tekstslide

wandelen:
de stam is: wandel
de ik-vorm is......

Slide 12 - Open vraag

schrijven:
de stam is schrijv
de ik-vorm is .....

Slide 13 - Open vraag

blazen
de stam is blaz
de ik-vorm is ....

Slide 14 - Open vraag

Welke 3 kenmerken bepalen hoe de pv eruit ziet in de zin?
A
Tijd, werkwoord, persoon
B
Werkwoord, persoon, t kofschip
C
Tijd, getal, persoon
D
Getal, t kofschip, persoon

Slide 15 - Quizvraag

Is dit 1e, 2e of 3e persoon?
hij, zij, het, zij (ze)
A
1e
B
2e
C
3e

Slide 16 - Quizvraag

Is dit 1e, 2e of 3e persoon?
Jullie, jij (u)
A
1e
B
2e
C
3e

Slide 17 - Quizvraag

Hoe bepaal je met "getal" hoe de pv in de zin moet staan?

Slide 18 - Open vraag

Noteer een zin in de tegenwoordige tijd van dit werkwoord:
vermoeden - 1e persoon, meervoud

Slide 19 - Open vraag

Noteer een zin in de tegenwoordige tijd van dit werkwoord:
lopen - 3e persoon, enkelvoud

Slide 20 - Open vraag