Interpunctie groep 7

• Taal
• Basisschool
• Groep 7

bas schreeuwde tegen zijn vader ik wil patat eten vanavond dat gaan we mooi niet doen zei vader tegen bas je kunt kiezen uit spaghetti zuurkool preischotel of vis bas antwoordde ik kan niet kiezen want het is te moeilijk dan slapen we er nog een nachtje over zei vader laten we voor nu maar patat halen dan

Wat mist er in
de tekst?

Het gebruik van leestekens zoals: punten, komma's, aanhalingstekens, vraagtekens en uitroeptekens noemen we interpunctie.

Maar wat zijn hierover de regels en afspraken?

Wanneer moet ik ze precies gebruiken?

Dat gaan we nu even oefenen! :)

Doel van deze les:

Ik weet hoe ik hoofdletters, komma's, dubbele punten en aanhalingstekens moet gebruiken in een tekst.

Wanneer gebruik
je een hoofdletter?

Let op:

's Avonds hebben we nog

lekker gebarbecued.

't Was een mooie dag.

HoOfDLetTeRs

Wat schrijf je met een hoofdletter?

1. Aardrijkskundige namen (landen/plaatsen)
2. Namen van planten en bomen
3. Namen van merken en bedrijven
4. Namen van de dagen van de week

Welke zin is goed geschreven?

1. Jan en ibrahim gaan naar school.
2. Houden jullie van kerstmis?
3. In milaan schijnt de zon vaak.
4. In oktober is de herfstvakantie.

Welke zin is goed geschreven?
(Kijk goed)

1. 'S avonds gaan Levi en Sanne naar de kermis.
2. 's Avonds gaan levi en sanne naar de kermis.
3. 's Avonds gaan Levi en Sanne naar de kermis.
4. 's Avonds gaan Levi en Sanne naar de Kermis.

De komma, waar komt die?

- na een briefaanhef

Beste mevrouw Janssen, 

- tussen de delen van een opsomming (niet voor 'en'!)
Ik ga aardappelen, wortels en eieren halen.

- tussen twee persoonsvormen 

Als het goed is, wordt het morgen mooi weer.

- vaak voor een voegwoord (bijv. maar, omdat, waardoor, want)

Welke zin is goed geschreven?

1. Ik, hoorde dat je boos op me bent.
2. Ik ben boos, omdat je me niet belde.
3. Je belde me niet en daarom, ben ik boos.
4. Ik ben boos omdat, je me niet belde.

Waar klopt de opsomming?

1. Je kunt kiezen uit: groen blauw of geel.
2. Je kunt kiezen uit: groen, blauw, of geel.
3. Je kunt kiezen uit: groen, blauw of geel.
4. Je kunt kiezen uit: groen, blauw, of, geel.

De dubbele punt gebruik je:

- voor een opsomming (zoals deze)
Ik zing het liefst: rock, pop en klassieke muziek.

- voor een verklaring of uitleg

Ik ben wat later: de brug staat open.

- voor een citaat

Het meisje vroeg: "Waar is mijn tas?" 

Je gebruikt een dubbele punt bij...

1. een opsomming
2. een verklaring
3. een citaat

In welke zin staat de dubbele punt op de juiste plek?

1. De volgende landen doen mee: Nederland, Frankrijk en Duitsland.
2. De volgende landen doen mee. Nederland: Frankrijk en Duitsland.
3. De volgende landen: doen mee. Nederland, Frankrijk en Duitsland.
4. De volgende: landen doen mee. Nederland, Frankrijk en Duitsland.

In welke zin staat de dubbele punt op de juiste plaats?

1. Ik: kan niet meedoen met gymnastiek mijn arm is gekneusd.
2. Ik kan niet meedoen: met gymnastiek mijn arm is gekneusd.
3. Ik kan niet meedoen met gymnastiek: mijn arm is gekneusd.

Welke zin is goed geschreven?

1. De burgemeester: zei "denk even na voordat je iets doet."
2. De burgemeester zei "Denk even na: voordat je iets doet."
3. De burgemeester zei: "denk even na voordat je iets doet."
4. De burgemeester zei: "Denk even na voordat je iets doet."

" Aanhalingstekens " 

- Wanneer iemand iets letterlijk gezegd heeft (een citaat)

Meester Albert zei: "Morgen ga ik naar de bioscoop."

- Bij sarcasme of zelfbedachte woorden

Dat was weer een ‘geslaagde’ grap.

- ...

Niet bij gedachten:

Ik dacht: wat zal ik vandaag eens gaan doen?

Hij zei: "Ik ga weg."

"Ik ga weg", zei hij. 

Schrijf de volgende zin goed op:
Kim zegt we gaan straks buiten spelen

Schrijf goed op:
Ga je mee naar het park vraagt oma.

Hoe heet het gebruik van leestekens ook alweer?

1. Intrapuctie
2. Intraductie
3. Interductie
4. Interpunctie

Welke uitspraak klopt?

1. Je gebruikt komma's tussen twee zinnen en bij een opsomming.
2. Een dubbele punt schrijf je voordat je een opsomming doet en voordat je een verklaring geeft.
3. Aanhalingstekens staan voor en achter wat er precies gezegd wordt.
4. Je schrijft een hoofdletter o.a. bij: aardrijkskundige namen, het begin van een zin en feestdagen.

bas schreeuwde tegen zijn vader ik wil patat eten vanavond dat gaan we mooi niet doen zei vader tegen bas je kunt kiezen uit spaghetti zuurkool preischotel of vis bas antwoordde ik kan niet kiezen want het is te moeilijk dan slapen we er nog een nachtje over zei vader laten we voor nu maar patat halen dan

Bas schreeuwde tegen zijn vader: "Ik wil patat eten vanavond!"

"Dat gaan we mooi niet doen", zei vader tegen Bas.

"Je kunt kiezen uit: spaghetti, zuurkool, preischotel of vis."

Bas antwoordde: "Ik kan niet kiezen, want het is te moeilijk."

"Dan slapen we er nog een nachtje over", zei vader.

"Laten we voor nu maar patat halen dan."

Ik weet nu (beter) hoe ik interpunctie moet gebruiken in een tekst.

😒🙁😐🙂😃