Gr. ln 6e ed / mavo 3 / Herhaling chapitre 5 (ABCD)

Bonjour & bienvenue
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour & bienvenue

Slide 1 - Tekstslide

Welk woord hoort er niet bij?
A
le lait
B
le verre
C
la tasse
D
la bouteille

Slide 2 - Quizvraag

Welk woord hoort er niet bij?
A
le lait
B
le verre
C
l'orange
D
les pâtes

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent 'la tasse'?
A
het glas
B
de fles
C
de keuken
D
het kopje

Slide 4 - Quizvraag

Hoe zeg je "de fles" in het Frans?
A
le verre
B
la bouteille
C
la tarte
D
la tasse

Slide 5 - Quizvraag

Het delend lidwoord

Bestaat niet in het Nederlands.

Als er in het Nederlands geen lidwoord voor het zelfstandig naamwoord komt, dan krijg je in het Frans het delend lidwoord.

Slide 6 - Tekstslide

Delend lidwoord in het Frans
Dat zijn: du - de la - de l' - des  
LET OP!
du, de la, de l' & des veranderen in 
--> de of d' NA EEN WOORD VAN HOEVEELHEID zoals :





Slide 7 - Tekstslide

Voorbeelden van hoeveelheidswoorden
  • un peu                         
  • beaucoup
  • une bouteille
  • une boîte
  • une tasse
  • Attention, na werkwoorden aimer, adorer, préférer, détester, gebruik je : LE, LA, L' of LES

  • un litre
  • un kilo
  • trop
  • un paquet 
  • un verre

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Vul het juiste delend lidwoord in:
Ma mère achète......lait.
A
des
B
de la
C
du
D
de

Slide 10 - Quizvraag

Je prends un verre ___ eau.
(Kies het goede delend lidwoord)
A
de la
B
de l'
C
d'
D
du

Slide 11 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Je prends une salade avec ___ tomates.
A
du
B
des
C
de la
D
de l'

Slide 12 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in:
J'ai acheté une bouteille ______ fanta
A
de
B
de la
C
du
D
des

Slide 13 - Quizvraag

Je vais acheter ___ oranges
(Kies het goede delend lidwoord)
A
de la
B
du
C
de l'
D
des

Slide 14 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Mon père aime ___ crevettes.
A
des
B
les
C
de la
D
de l'

Slide 15 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in:
J'ai soif. J'ai bu un litre ____ eau.
A
des
B
de la
C
d'
D
de

Slide 16 - Quizvraag

Elle boit une tasse ____ café.
(Kies het goede delend lidwoord)
A
de la
B
des
C
de l'
D
de

Slide 17 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
J'ai besoin d'un peu ____ lait
A
du
B
de
C
de la
D
de l'

Slide 18 - Quizvraag

Je déteste _______ aubergine.
(Kies het goede delend lidwoord)
A
du
B
l'
C
de l'
D
de

Slide 19 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Mon père n'aime pas la viande, il préfère _____ plats végétariens.
A
des
B
de l'
C
de la
D
les

Slide 20 - Quizvraag

Il y a des questions?

Slide 21 - Open vraag