Grenzen en Identiteit hst 1 Nederland

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

hst 1
Par 1.1
Grenzen in Nederland
Je moet ergens een grens trekken

Slide 2 - Tekstslide

Wat moet je kennen?
✅ wat zijn grenzen?
✅ Welke soorten grenzen zijn er?
✅ Welke regio's / gebieden zijn er?

Slide 3 - Tekstslide

Grens?

Slide 4 - Woordweb

harde grenzen
  • ook wel gesloten grenzen genoemd. 
  • Moeilijk te passeren
  • duidelijk zichtbaar
  • Liggen vast

Slide 5 - Tekstslide

zachte grenzen
  • ook wel open grenzen genoemd. 
  • Makkelijk over te steken
  • niet altijd zichtbaar

Slide 6 - Tekstslide

Woon jij in de gemeente Roermond?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Soorten grenzen
  • Natuurlijke grens

Slide 8 - Tekstslide

kunstmatige grens
kunstmatige grens

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Je ziet hier een
A
Natuurlijke grens
B
Kunstmatige grens
C
Harde grens
D
Zachte grens

Slide 11 - Quizvraag

Je ziet hier een
A
Natuurlijke grens
B
Kunstmatige grens
C
Harde grens
D
Zachte grens

Slide 12 - Quizvraag


Op vakantie in China kom je deze muur tegen. Er is sprake van
A
zachte grens
B
harde grens

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Soorten regio's
Economische regio (bijv. de Randstad). Geen eigen bestuur, gericht op werk/inkomen.


Slide 15 - Tekstslide

Parkstad

Slide 16 - Tekstslide

Soorten regio's
Culturele regio. Gebied met een eigen cultuur. Met overgangsgebieden



Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Bedenk een voorbeeld van een culturele regio op nationale en op regionale schaal.

Slide 19 - Open vraag

Landschappelijke regio
(Zuid-Limburg)

Slide 20 - Tekstslide

schoolvakanties:
3 regio's
6 juli t/m 18 aug 2019
20 juli t/m 1 sept 2019
13 juli t/m 25 aug 2019

Slide 21 - Tekstslide

vakantie regio's
De vakantiespreiding zorgt ervoor dat de bezettingsgraad van vakantiehuisjes en campings tijdens het hoogseizoen langere tijd hoog is. Bijkomend voordeel is dat de vakantiespreiding voorkomt dat alle Nederlanders tegelijk op vakantie gaan. Zo blijft de verkeersdrukte beperkt.

Slide 22 - Tekstslide

Grenzen veranderen
Sommige grenzen vervagen of verdwijnen
= Ontgrenzing. 
Voorbeeld: grens tussen Nederland en Duitsland.
Vroeger: harde/gesloten grens.
Nu: zachte/open grens.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

1.2 Baas binnen de eigen grenzen

Slide 25 - Tekstslide

territorium

Slide 26 - Woordweb

territorium
  • een gebied wat binnen de landsgrenzen ligt = territorium

  • dus niet alleen land, ook water & lucht

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Soeverein
  • Het alleenrecht met eigen wetten en regels in het territorium noem je exclusiviteit

  • Soeverein = er is in het land geen hogere macht dan het eigen bestuur

Slide 29 - Tekstslide

Vind jij dat Nederland wiet legaal moet maken?
A
Ja, maar zoals nu, dus gecontroleerd
B
Ja, maar helemaal open
C
nee, het levert criminaliteit op
D
nee maak het illegaal

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Video

Frankrijk ergert zich enorm aan de legale wiet in Nederland. Veel jonge Fransen komen in Nederland de wiet halen. 
Ze willen softdrugs het liefst verbieden maar omdat Nederland soeverein is, kunnen ze dat niet. 
Omgedraaid kan Nederland de wiet niet legaal maken in Frankrijk. 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Nederland is 
*afgrensbaar
Noordzee
België
Duitsland

Slide 34 - Tekstslide

Aardolie en gas
Continentaal plat

Slide 35 - Tekstslide

Continentaal plat

Het deel van de zeebodem dat aan een land grenst en tot dat land behoort.

Slide 36 - Tekstslide

Continentaal plat =  Het deel van de zeebodem dat aan een land grenst en tot dat land behoort.

Slide 37 - Tekstslide

Welke drie onderdelen behoren tot het territorium van een land?
A
EEZ
B
Continentaal plat
C
Territoriale wateren
D
Luchtruim

Slide 38 - Quizvraag

Hoe heet het zeegebied dat binnen een afstand van 22 kilometer van de kustlijn ligt?
A
EEZ
B
Continentaal plat
C
Territoriale wateren

Slide 39 - Quizvraag

Het Nederlandse territorium
Territorium Nederland is relatief klein.
18% bestaat uit water. de rest is land.
De lucht boven een land behoort ook bij het territorium van dat land.
Nederland is afgrensbaar (de grens is dus controleerbaar) 
Territoriale wateren: het gebied tot 12 zeemijl (= ong. 22 km) van de kustlijn, dat hoort bij Nederland.
Continentaal plat: deel van de zeebodem dat aan een land grenst en bij dat land hoort.

Slide 40 - Tekstslide

EEZ
Exclusieve economische zone

= Een strook van tweehonderd zeemijl die wordt beheerd door de kuststaat. Deze staat heeft rechten en plichten.

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Kaart

Slide 43 - Tekstslide

welke 2 bodemschatten zouden binnen de Nederlandse EEZ te vinden zijn?
A
goudstaven
B
aardolie
C
zilver
D
aardgas

Slide 44 - Quizvraag

Is het volgens jou een voordeel of een nadeel dat Nederland voor een groot deel uit water bestaat? Licht je antwoord toe.

Slide 45 - Open vraag