Toetstraining 3
Teken een driehoek met de volgende gegevens:
AB = 6 cm
∠ A = 40 °
∠ B = 50 °
AB = 6 cm
∠ A = 40 °
∠ B = 50 °
1 / 14
Onderdelen in deze les
Teken een driehoek met de volgende gegevens:
AB = 6 cm
∠ A = 40 °
∠ B = 50 °
AB = 6 cm
∠ A = 40 °
∠ B = 50 °
Slide 1 - Open vraag
Hiernaast zie je een vlieger. Dat
is ook een vierhoek. Hoeveel
graden is hoek D?
is ook een vierhoek. Hoeveel
graden is hoek D?
A
310 graden
B
50 graden
C
130 graden
D
90 graden
Slide 2 - Quizvraag
Hoe heet deze driehoek?
A
Gelijkbenige driehoek
B
Gelijkzijdige driehoek
C
Rechthoekige driehoek
D
Stomphoekige driehoek
Slide 3 - Quizvraag
Wat voor soort driehoek is dit?
A
Gelijkzijdige driehoek
B
Gelijkbenige driehoek
C
Rechthoekige driehoek
D
Rechtzijdige driehoek
Slide 4 - Quizvraag
Wat zijn de eigenschappen van een gelijkbenige driehoek?
A
2 even lange benen
2 even grote hoeken
1 symmetrieas
B
3 even lange benen
3 even grote hoeken
3 symmetrieassen
C
1 rechthoek
2 even lange benen
1 symmetrieas
D
Ik weet het niet
Slide 5 - Quizvraag
Hoeveel graden is hoek G?
A
199 graden
B
90 graden
C
19 graden
D
Het juiste antwoord staat er niet bij.
Slide 6 - Quizvraag
Hoe groot is
hoek C ?
A
25
B
50
C
30
D
35
Slide 7 - Quizvraag
Hiernaast zie je vierhoek ABCD.
Bereken hoek C.
(Hoek A = 132 graden
Hoek B = 65 graden
Hoek D = 36 graden)
Bereken hoek C.
(Hoek A = 132 graden
Hoek B = 65 graden
Hoek D = 36 graden)
A
127
B
167
C
100
D
dat kun je niet weten
Slide 8 - Quizvraag
In een vierhoek zijn twee hoeken van 37° en één van 130°.
Hoe groot is de vierde hoek?
Hoe groot is de vierde hoek?
A
130°
B
64°
C
156°
D
102°
Slide 9 - Quizvraag
De vierhoek hiernaast heeft 3 hoeken
van 65 graden.
Hoe groot is de vierde hoek?
van 65 graden.
Hoe groot is de vierde hoek?
A
180 - 3 x 65 = 115 graden
B
360 - 65 - 65 = 230 graden
C
360 - 3 x 65 = 165 graden
D
360 - 65 -65 -65 = 165 graden
Slide 10 - Quizvraag
Hiernaast staat vierhoek
ABCD. Bereken hoek D.
ABCD. Bereken hoek D.
A
52 graden
B
182 graden
C
218 graden
D
128 graden
Slide 11 - Quizvraag
De vierhoek kun je zo dubbelvouwen
dat de twee helften van een vlieger op
elkaar passen. De vouwlijn (rode lijn) is
een.....
dat de twee helften van een vlieger op
elkaar passen. De vouwlijn (rode lijn) is
een.....
A
symmetrieas
B
diagonaal
C
middellijn
D
evenwijdig
Slide 12 - Quizvraag
Hoeveel graden is hoek
D?
D?
A
65 graden
B
50 graden
C
115 graden
D
180 graden
Slide 13 - Quizvraag
Hiernaast zie je een vlieger. Dat is ook een vierhoek. Hoeveel graden is hoek D?
Let op de symmetrie as. Als je figuur op deze lijn vouwt en de hoeken vallen exact op elkaar, dan zijn de hoeken even groot.
A
110 graden
B
90 graden
C
40 graden
D
30 graden
