Oefenen A2

Oefening toets P4
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oefening toets P4

Slide 1 - Tekstslide

De stad

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent la iglesia?

Slide 3 - Open vraag

Wat betekent la farmacia?

Slide 4 - Open vraag

Wat betekent la estación de tren?

Slide 5 - Open vraag

Wat betekent el cine?

Slide 6 - Open vraag

Wat betekent la iglesia?

Slide 7 - Open vraag

Hoe vertaal je de supermarkt naar het spaans?

Slide 8 - Open vraag

Hoe vertaal je het park naar het Spaans

Slide 9 - Open vraag

Onregelmatige werkwoorden

Slide 10 - Tekstslide

Vervoeg het werkwoord in de juiste vorm:
El supermercado _______(cerrar)

Slide 11 - Open vraag

Ronaldo _______ (jugar) al futbol

Slide 12 - Open vraag

Yo ________ (dormir) temprano

Slide 13 - Open vraag

Juan y yo __________(ir) a la escuela

Slide 14 - Open vraag

Yo _________ (hacer) mis deberes

Slide 15 - Open vraag

Imperativo (gebiedende wijs)

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de imperativo van: cortar

Slide 17 - Open vraag

Wat is de imperativo van: abrir

Slide 18 - Open vraag

Wat is de imperativo van: trabajar

Slide 19 - Open vraag

Wat is de imperativo van: ir

Slide 20 - Open vraag

Wat is de imperativo van: hacer

Slide 21 - Open vraag

Wat is de imperativo van: beber

Slide 22 - Open vraag

Presente perfecto

Slide 23 - Tekstslide

Wat is het hulpwerkwoord van de perfecto

Slide 24 - Open vraag

Vul de juiste vervoeging is:
Juan ___________ (comer) una manzana

Slide 25 - Open vraag

Yo ____________ (estudiar) para español

Slide 26 - Open vraag

Max y tú _____________ (beber) agua

Slide 27 - Open vraag

Tú ______________(escribir) una carta

Slide 28 - Open vraag

Ellos _____________ (vivir) en españa

Slide 29 - Open vraag

Datum en maanden

Slide 30 - Tekstslide

Schrijf de volgende datum in het Spaans (ook het getal uitschrijven): 12-07

Slide 31 - Open vraag

Schrijf de volgende datum in het Spaans (ook het getal uitschrijven): 12-07

Slide 32 - Open vraag

Schrijf de volgende datum in het Spaans (ook het getal uitschrijven):
09-06

Slide 33 - Open vraag

Schrijf de volgende datum in het Spaans (ook het getal uitschrijven):
18-01

Slide 34 - Open vraag

Schrijf de volgende datum in het Spaans (ook het getal uitschrijven):
30-12

Slide 35 - Open vraag

Schrijf de volgende datum in het Spaans (ook het getal uitschrijven):
06-10

Slide 36 - Open vraag

Ir en estar + voorzetsels

Slide 37 - Tekstslide

Vul het juiste voorzetsel in:
Él va ___ España

Slide 38 - Open vraag

Vul het juiste voorzetsel in:
Ellos están ____ la playa

Slide 39 - Open vraag

Vul het juiste voorzetsel in:
Voy ___ escuela

Slide 40 - Open vraag

Vul het juiste voorzetsel in:
Vamos ____ coche al parque

Slide 41 - Open vraag

Vul het juiste voorzetsel in:
Valencia está ____ 300 km de Madrid

Slide 42 - Open vraag

Vul het juiste voorzetsel in:
Vosotros vaís ___ supermercado

Slide 43 - Open vraag

Vul het juiste voorzetsel in:
Voy ___ comer una manzana

Slide 44 - Open vraag