4. 1.2.3 Tijdbalk

De tijd indelen
Tijdvakken
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De tijd indelen
Tijdvakken

Slide 1 - Tekstslide

Tijds-eenheden
seconde (100 mili-seconden) - minuut (= 60 s)  - uur (= 60 m)         dag ( = 24 uur) - maand (= 28-31 dgn)
jaar (12 mnd) - decennium ( = 10 jaar)
eeuw (100 jaar)
millenium ( = 1000 jaar)

Slide 2 - Tekstslide

Jaartelling
  • Handig om de tijd te ordenen

  • Belangrijke gebeurtenis als begin

  • Verschillende jaartellingen

Slide 3 - Tekstslide

De tijd in stukjes indelen, dat klinkt best moeilijk! Maar je weet al hoe dat moet!

Hoe lang duurt deze geschiedenisles?
A
40 minuten
B
45 minuten
C
50 minuten
D
55 minuten

Slide 4 - Quizvraag

Bij het vorige antwoord zeiden we: 'een stukje tijd'.

Welke woorden zijn dat nog meer?
A
kilometer, meter, klok, maand
B
Klok, kalender, maand, korter
C
Eeuw, dag , uur, kwartier, seconde
D
Kwartier, uur, klok, tijdbalk

Slide 5 - Quizvraag

Christelijke jaartelling
  • Begint bij het jaar 1 (let op: het jaar 0 bestaat niet!)

  • Geboorte van Christus

  • Meest gebruikte jaartelling

  • Maar...de geschiedenis begint natuurlijk niet pas bij het jaar 1!

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Julius Caesar werd in 44 v. Chr. vermoord.

Hoeveel jaar is dat geleden?
A
2000 jaar geleden
B
2030 jaar geleden
C
2060 jaar geleden
D
2100 jaar geleden

Slide 8 - Quizvraag

Eeuwen
  • Stukjes van 100 jaar

  • Eerste eeuw begint met het jaar 1 en eindigt met het jaar 99

  • De tweede eeuw begint met het jaar 100 en eindigt met het jaar 199

  • Enz.

  • Daarom leven wij in de 21e eeuw

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

31
A
1e eeuw v. Chr
B
1e eeuw n. Chr.
C
2e eeuw v. Chr.
D
2 eeuw n. Chr.

Slide 12 - Quizvraag

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

299 v. Chr.
A
2e eeuw v. Chr
B
2e eeuw n. Chr.
C
3e eeuw v. Chr.
D
3 eeuw n. Chr.

Slide 13 - Quizvraag

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

1612
A
16e eeuw v. Chr
B
16e eeuw n. Chr.
C
17e eeuw v. Chr.
D
17e eeuw n. Chr.

Slide 14 - Quizvraag

Bij de vorige vragen heb je gezien hoe tijdbalken eruit zien.

Wat is er niet goed aan deze tijdbalk?
A
Een tijdbalk moet altijd beginnen bij het jaar 1
B
Een tijdbalk heeft altijd perioden van 100 jaar
C
Een tijdbalk heeft altijd de perioden in gelijke stukken verdeeld
D
Een tijdbalk heeft altijd als laatste jaartal, het huidige jaar

Slide 15 - Quizvraag

De tien tijdvakken

Slide 16 - Tekstslide

De tien tijdvakken
  • Bedacht voor het onderwijs

  • Beginnen allemaal met: "De tijd van..."

  • Zijn niet allemaal even lang: sommige zijn meer dan 1000 jaar, andere maar 50 jaar.

  • Er is gekeken naar kenmerken: "Waaraan kun je ze herkennen?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Over welk onderwerp zal dit tijdvak gaan?
A
De Middeleeuwen
B
De Wereldoorlogen
C
De steentijd
D
De Romeinen

Slide 19 - Quizvraag

Over welke periode zal dit tijdvak gaan?
A
1600-1700
B
1800-1900
C
1900-1950
D
1950-nu

Slide 20 - Quizvraag

1500 
v. Chr.
1000 
v. Chr.
500 
v. Chr.
1
500
1000
1500
2000
2050
Sleep de iconen naar de juiste plek in de tijdlijn.

Slide 21 - Sleepvraag

Begrippen

Tijdvak/perioden = periode van honderden jaren (Eeuwen).

of Stukje van een tijdbalk, bijv. De Middeleeuwen  500 - 1500 na Chr.

Eeuw: periode van 100 jaar

Christelijke jaartelling: onze jaartelling begint bij de geboorte van Cristus in het jaar 1.

Kenmerkende aspecten:  speciale ontwikkelingen / gebeurtenissen die bij een specifiek tijdvak horen.


Slide 22 - Tekstslide

huiswerk
Ga naar TvG par 1.2

Kies keuze opdracht 1.2.3

Maak een tijdbalk van je eigen leven.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide