Ontwikkeling P4 W1 en 2

ONT P4.W1 enW2.                
Hoofdstuk 5  didactiekboek                                            
5.1 opvallend gedrag                                                                        
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

ONT P4.W1 enW2.                
Hoofdstuk 5  didactiekboek                                            
5.1 opvallend gedrag                                                                        

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Belangrijke informatie
  • Alléén gebruik van didactiek(werk)boek​.hoofdstuk 5
  • soms 2 lessen samengevat.




Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen 
Doelen van week 1 en 2!
  • Je kunt kan 8 verschillende soorten opvallend gedrag onderscheiden met de daarbij behorende kenmerken
  • Je kan – eventueel - deze vormen van gedrag herkennen bij leerlingen uit de stageklas.
  • Je weet dat het vertonen van opvallend gedrag niet automatisch betekent dat het kind een ontwikkelingsachterstand of erkende ontwikkelingsstoornis heeft.

paragraaf 5.1.

Slide 4 - Tekstslide

Wat valt je op? 
§ 5.1 Opvallend gedrag 

Slide 5 - Tekstslide

Valt je nu hetzelfde op? Hoe komt dat? 
Opvallend gedrag 

Slide 6 - Tekstslide

welke soorten opvallend gedrag zou je kunnen noemen?

Slide 7 - Woordweb

Opvallend gedrag
​Opvallend gedrag : wanneer het anders is dan het verwachte gedrag (in de context)​
Vragen die je jezelf stelt:
  • Is het tijdelijk?​
  • Komt het vaker voor?​
  • Heeft iemand er last van? Kind zelf of anderen?​

Let op: er kán sprake zijn van een ontwikkelingsachterstand of leerprobleem, maar dit hoeft niet. 








Slide 8 - Tekstslide

verschillende soorten gedrag
  1. druk gedrag (beweeglijk, impulsief)
  2. opstandig gedrag (boos, koppig)
  3. grensoverschrijdend gedrag (fysiek of geestelijk lastig vallen)
  4. teruggetrokken gedrag (afwezig, afzonderen)
  5. onverschillig gedrag (eenzelfde reactie in alle situaties)
  6. oneerlijk gedrag (liegen)
  7. angstig gedrag (verstijven, vluchten)
  8. dromerig gedrag (rustig, afgeleid)      Welk gedrag herken je op stage?

Slide 9 - Tekstslide

Oefening
20 minuten
Gebruik bijlage 1.
Loop door de school met je formulier en observeer verschillende opvallend gedrag. 

Vul het schema in en kijk wat je aan opvallend gedrag tegen komt.

Slide 10 - Tekstslide

Terugkoppeling oefening
  • Welk opvallend gedrag heb je het meest gezien?
  • In welke situatie deed zich dit voor?
  • hoe heb je de oefening aangepakt?

Slide 11 - Tekstslide

Casus uit de praktijk
De groep verdeelt zich in 4 groepen:
groep 1: voorbeeld blz151.  Ruby
groep 2: voorbeeld blz154. Mike
groep 3: voorbeeld blz 157. Pepijn
groep 4: voorbeelde blz160. Marlissa

Slide 12 - Tekstslide

opdracht
Lees de casus en beantwoord de volgende vragen:
  • Wat is concreet het waarneembare gedrag?
  • In welke situatie zou dit gedrag niet opvallend zijn?
  • Wat zouden oorzaken en/of onderliggende problematiek kunnen zijn?
  • Hoe kun je als onderwijsassistent hier hulp bij bieden?
Gebruik ook de theorie uit het boek 


Slide 13 - Tekstslide

kort bespreken klassikaal
  • Wat is concreet het waarneembare gedrag?
  • In welke situatie zou dit gedrag niet opvallend zijn?
  • Wat zouden oorzaken en/of onderliggende problematiek kunnen zijn?
  • Hoe kun je als onderwijsassistent hier hulp bij bieden?

Slide 14 - Tekstslide

voorbereidende opdracht 1
Vul bijlage 1 in op je stage.
- Komt het gedrag niet voor, dan
ga je in gesprek met je stage-
begeleider en vraag je naar eerdere
ervaringen en vul je vanuit die info
je schema. 

Slide 15 - Tekstslide

tot slot
Welke 8 soorten gedrag kan je onderscheiden en noem er  kenmerken van?
Wat is het verschil tussen opvallend gedrag en een leer/of ontwikkelingsstoornis?
Voor het einddossier:
1. Waar ging de les over?
2. Wat heb jij geleerd? 
3. Wat kun jij met deze kennis in de praktijk? 

Slide 16 - Tekstslide