Les 3 Onderwijsorganisatievormen

Les 3
Klassenmanagement 
Onderwijsorganisatievormen 

§ 5.4 School en Didactiek
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 3
Klassenmanagement 
Onderwijsorganisatievormen 

§ 5.4 School en Didactiek

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen onderwijsorganisatievorm
Je leert:
  • wat een onderwijsorganisatievorm is
  • welke didactische werkvormen er zijn
  • wat de werkvorm voor invloed heeft op de ruimte
  • wat de voor-, nadelen en het doel zijn van de kring
  • wat de kenmerken zijn van hoeken
  • wat de voor- en nadelen zijn van tafelgroepjes

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het woord:
Onderwijsorganisatievorm

Slide 3 - Woordweb

Onderwijsorganisatievormen
De onderwijsorganisatievorm is de manier waarop je een werkvorm in de klas organiseert.

Slide 4 - Tekstslide

Wat wordt er verstaan onder
een werkvorm?

Slide 5 - Woordweb

Didactische werkvormen zijn in te delen in te delen in verschillende groepen, zoals:
  • instructievorm
  • interactievorm
  • discussievorm
  • opdrachtenvorm 
  • samenwerkingsvormen
  • schrijfopdrachten
  • spelvormen

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht
Verdeel de groep over de verschillende didactische werkvormen en bedenk hierbij een leeractiviteit en hoe de ruimte ingedeeld wordt.
Hoe ziet de klassenopstelling eruit en waarom?
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

5.4.1 Kring
De Kring is een organisatievorm die in de onderbouw vaak meerdere keren per dag terugkeert.

Slide 8 - Tekstslide

Het voordeel van activiteiten in de kring is, dat de kinderen elkaar kunnen aankijken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Een nadeel van de kring is, dat er een weinig betrokkenheid is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Een kring duurt gemiddeld:
A
5 tot 10 minuten
B
10 tot 15 minuten
C
15 tot 20 minuten
D
20 tot 30 minuten

Slide 11 - Quizvraag

Wat kan geen doel zijn van een kring?
A
ervaringen, gedachten en gevoelens uitwisselen
B
een onderwerp introduceren
C
evaluatie
D
aan motorische ontwikkeling werken

Slide 12 - Quizvraag

Kring: praatvraag.

Wat kan een doel zijn van een check in? Zie p.173

Slide 13 - Tekstslide

5.4.2 Werken in hoeken
Werken in hoeken is een veelvoorkomende organisatievorm in de onderbouw. Kijk mee

Slide 14 - Tekstslide

Kenmerken voor hoeken zijn:
  • kinderen zijn in kleine groepjes gelijktijdig bezig met verschillende activiteiten
  • in elke hoek vindt een aparte activiteit plaats
  • alle ontwikkelingsaspecten komen aan bod 
  • als kinderen dus regelmatig alle hoeken bezoeken, weet je dat ze werken aan hun totale ontwikkeling.

Slide 15 - Tekstslide

Kenmerken voor het werken in hoeken zijn:
A
instructievorm
B
spelvorm
C
discussievorm
D
samenwerkingsvorm

Slide 16 - Quizvraag

Bespreek de volgende casus in 2 of 3-tallen
Ank loopt met Pieter en Frans naar het planbord. Het is de bedoeling dat de leerlingen gedurende de schoolweek in verschillende hoeken spelen. De kinderen moeten in een bepaalde periode alle hoeken hebben gehad. Pieter en Frans willen alléén maar in de bouwhoek. Hun vaders werken in de bouw en willen zij ook. Ank legt uit dat met de poppen spelen ook heel leuk is of in het winkeltje. Op het planbord maakt Ank het nog eens duidelijk met pictogrammen. Frans lijkt het geen probleem te vinden en gaat meteen in het winkeltje aan de slag. Pieter heeft meer moeite met deze werkwijze. Huilend stort hij zich op de grond. Wat kan je doen?
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

5.4.3 Tafelgroepen
Vanaf groep 3 zitten leerlingen meestal in tafelgroepen, die wordt ingedeeld door de groepsleerkracht. Meestal gebeurt dit aan het begin van het schooljaar. Daarbij kijkt die leerkracht naar de kenmerken van de kinderen en naar vriendschapsrelaties.

Slide 18 - Tekstslide

Noem een voordeel en
een nadeel van tafelgroepen.

Slide 19 - Woordweb

Welke opstelling ken je nog meer?

Slide 20 - Woordweb

In welke opstelling werk jij
het liefst en waarom?

Slide 21 - Woordweb

Als het goed is, weet je nu wat een onderwijsorganisatievormen zijn, kan je verschillende werkvormen noemen en de kenmerken van een kring, werken in hoeken en tafelgroepjes noemen:
Ja, klopt
Een beetje wel
Totaal niet

Slide 22 - Poll

Huiswerk
Lees: p. 172 tot en met 174 van School en Didactiek

Slide 23 - Tekstslide