les 8: landschapszones subtropisch t/m polair (3.5) en bodems (3.6)

Deze les
  • De kenmerken van de 6 landschapszones
  • Kenmerken van 4 soorten bodems
  • Invloed van klimaatverandering op de landschapszones 
Uitleg
Werken aan weektaak
+ blooket
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Deze les
  • De kenmerken van de 6 landschapszones
  • Kenmerken van 4 soorten bodems
  • Invloed van klimaatverandering op de landschapszones 
Uitleg
Werken aan weektaak
+ blooket

Slide 1 - Tekstslide

Alles beïnvloedt elkaar.
Resultaat is een bepaald landschap.

Maar dit is dynamisch.
(verandert)

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les: tropische en aride zone
Tussen de 30ZB en 30NB:
Hoe verder van de evenaar, hoe droger het wordt.

Slide 3 - Tekstslide

Rode bodem / latosol
Tropische zone.

Bodem is niet vruchtbaar.

Twee redenen. 
Weten jullie ze nog?
(les 7)

Slide 4 - Tekstslide

Kalk- en zoutconcentraten
Woestijn

weinig neerslag
veel verdamping

dus kalk en zout lossen niet op.
blijven achter in de bodem

Slide 5 - Tekstslide

Subtropische zone
Milde winter
Warmere zomers (dan bij ons)

Maar ook buiten het 
Middellands Zeegebied te vinden.


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Gematigde zone (= bijv. NL)
Milde winter en koele zomers

Loofbossen met bladverlies in herfst.
Duidelijke  seizoenen.

Wat droger? 
Grassteppe (maar >400mm neerslag)
- Vruchtbare grond met wat minder neerslag.
- Hierdoor minder vertering plantenresten
(maar niet te weinig).
- meer opstapelen plantenresten
- Dus meer humus in de bodem
= veel voedingsstoffen.



Slide 8 - Tekstslide

humus
steppe + gematigde zone

Evenveel of beetje meer neerslag dan verdamping.

dikke laag humus = vruchtbare bodem

Slide 9 - Tekstslide

Boreale zone (= bijv. Scandinavië)
Lijkt op gematigde zone maar is kouder.
Echt koude winters.

Naaldbomen

Bodem bijna niet vruchtbaar
- Kou zorgt voor te weinig vertering van
plantenresten
- dus nauwelijks humus
- dus nauwelijks voedingsstoffen


Bijna niet op Zuidelijk Halfrond,
want daar ligt op die breedtegraad (60ZB) zee.



Slide 10 - Tekstslide

Polaire zone (= bijv. Siberië en Groenland)
Eerst toendra (bijv Siberië):
- te koud voor bomen: koud grasland
- sneeuw smelt nog wel in zomer
- permanent bevroren bodem:
                   = permafrost 

Nog verder noordelijk ijskappen
- Groenland
- Antarctica 




Slide 11 - Tekstslide

Veen
Toendra

's winters vriezen, 
's zomers dooien maar permafrost

Moerassig gebied in zomer.
Planten verteren niet.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Welke invloed heeft klimaatverandering?
Gematigde zone
Langere droogtes
Meer stormen
Stijgende zeespiegel
Overstromingen

tropische, aride en subtropische zone
Meer droogte
Minder landbouw mogelijk

boreale zone
Warmer - Smelten ijs
slappere bodem
inzakken huizen
boomgrens naar noorden
extra uitleg versterkt broeikaseffect
Bekijk hier een filmpje met uitleg over het versterkt broeikaseffect als je dit van de onderbouw vergeten bent:
!
De grenzen van de landschapszones veranderen hierdoor.  Schuiven vaak op richting de polen.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide


Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide


Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide


Slide 20 - Open vraag

Leer uit je hoofd
Landschapszones zijn:
Tropisch, aride, subtropisch,  gematigd, boreaal en polair.

Worden beïnvloedt door klimaatverandering:
Gematigde zone
Langere droogtes
Meer stormen
Stijgende zeespiegel
Overstromingen

tropische, aride en subtropische zone
Meer droogte
Minder landbouw mogelijk

boreale zone
Warmer - Smelten ijs/ permafrost
slappere bodem
inzakken huizen
boomgrens naar noorden

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide