4.3 Vulkanen

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Waar denk je aan bij:

Vulkanen!

• Schrijf  minstens drie woorden op.

Vulkanen!

Videovraag

Welke verschillen zie je tussen de beide uitbarstingen?

Vulkaan

1. Platen bewegen naar elkaar toe.
2. Eén plaat duikt onder de andere.
3. Bovenste gedeelte van de duikende plaat smelt in de aardmantel.
4. Vloeibaar gesteente stijgt op tot in de aardkorst.
5. =Vulkaan!

Soorten vulkanen

Stratovulkaan

• Steile hellingen.
  
• Dikkere lava.
• Meer gassen.
• Explosieve uitbarsting.
• Bij convergent en subductie!

Soorten vulkanen

 Caldeiravulkaan

• Oude vulkaan.
• Ingestorte magmakamer.
• Brede krater(= caldeira).
• Kratermeer en nieuwe vulkaan in caldeira.
• Convergent en subductie

Soorten vulkanen

Schildvulkaan

• Flauwe helling.
  
• Vloeibare lava.
• Weinig gassen.
• Minder explosief.
• Bij divergent!

Uitzondering!

Hotspot

• Heet magma stijgt naar de aardkorst.
• Dat is een mantelpluim.
• Aardkorst scheurt.
• Daardoor ontstaat een schildvulkaan.

Hoe zijn de eilanden van Hawaii ontstaan?

• Beantwoordt de vraag individueel.
• Je schrijft de vraag in je schrift en het antwoord eronder.
• Bedenk zelf je antwoord.
• Leg je antwoord goed en uitgebreid uit. Denk goed na waarom je dit denkt!
• Klaar? Pak een atlas. Kijk op de wereldkaart of je nog meer hotspots kunt vinden!