4.6 Confessionelen en feministen, herhaling liberalisme en socialisme
4.6 Confessionelen en feministen
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2,3
In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
4.6 Confessionelen en feministen
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je herkennen en uitleggen welke drie groepen in de 19e eeuw wilden emanciperen/ voor hun rechten opkwamen, en wat er voor deze groepen veranderde vanaf de Pacificatie van 1917.
Slide 2 - Tekstslide
Feministen
Vrouwen die opkomen voor
de (gelijke) rechten van de vrouw
Slide 3 - Tekstslide
rond 1900
eerste feministische golf
Vrouwen waren wettelijk handelingsonbekwaam. Ze
wilden dezelfde rechten als mannen: dezelfde onderwijskansen en kiesrecht.
Slide 4 - Tekstslide
Aletta Jacobs
1854 - 1929
Bekendste feministe van Nederland
Eerste vrouw die afstudeerde aan een universiteit.
Slide 5 - Tekstslide
Aletta Jacobs
Aletta werd de eerste vrouwelijke huisarts.
Ze vestigde zich in Amsterdam.
Ze had een gratis spreekuur voor vrouwen uit de Jordaan
Slide 6 - Tekstslide
Vereeniging voor
Vrouwenkiesrecht (VVVK)
belangrijke vrouwen in deze organisatie:
Wilhelmina Drucker Aletta Jacobs
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Emancipatiebewegingen:
1. Vrouwen (o.a. kiesrecht en recht op studie) -> feminisme
2. Arbeiders (kiesrecht/sociale wetgeving zoals minimumlonen,
3. Confessionelen (schoolstrijd=strijd voor de financiële
gelijkstelling van het openbaar en bijzonder onderwijs) ->confessionalisme
Confessionelen (katholieken en protestanten) gebruiken de bijbel als uitgangspunt voor hun politieke ideeën.
Slide 9 - Tekstslide
Kuyper:
Protestanten
Schaepman:
Katholieken
Slide 10 - Tekstslide
Protestanten
Eerste politieke partij van Nederland: ARP (1879).
Abraham Kuyper,
Stemmers: "Kleine Luyden": arbeiders die hard werkten: winkeliers, schoolmeesters, boeren.
Kuyper wil dat zijn achterban mag stemmen.
Slide 11 - Tekstslide
Katholieken
RKSP & KVP
Herman Schaepman
Achtergestelde groep (alleen veel katholieken in het Zuiden). Willen zelfde rechten als protestanten.
Vanaf 1848 groeien zij in aantal: door de nieuwe grondwet was er vrijheid van geloof en vrijheid van onderwijs.
Slide 12 - Tekstslide
De schoolstrijd
Het openbare onderwijs werd betaald door de overheid en was neutraal.
Protestanten en katholieken richtten hun eigen scholen op. Dit is het bijzonder onderwijs.
De confessionelen streden voor gelijke rechten (emancipatie):
Volgens de confessionelen moest de overheid bijzondere scholen óók financieren (schoolstrijd).
Bij het maken van wetten moet meer rekening gehouden worden met geloof.
In 1917 werden alle scholen gelijk gesteld: niet alleen openbare maar ook bijzondere scholen werden voortaan door de overheid betaald.
Slide 13 - Tekstslide
In de Pacificatie van 1917 wordt afgesproken:
Alle mannen ouder dan 23 hebben algemeen kiesrecht, zij mogen stemmen
Passief kiesrecht voor vrouwen (actief kiesrecht vanaf 1919/1922) Let op: actief kiesrecht is dat je zelf mag stemmen, passief kiesrecht is dat mensen op jou mogen stemmen, dus dat je je verkiesbaar kunt stellen)
stelsel van evenredige vertegenwoordiging in plaats van districtenstelsel (verkiezingen)
Gelijke financiering voorzowel openbaar- als bijzonder onderwijs (einde Schoolstrijd)
Slide 14 - Tekstslide
Emancipatie van confessionelen, arbeiders en vrouwen
Er komt een einde aan de Schoolstrijd: zowel openbaar- als bijzonder onderwijs krijgen nu geld van de overheid
Er komt in 1917 Algemeen Kiesrecht voor mannen (vanaf 23 jaar)
( actief en passief)
Er komt kiesrecht voor vrouwen (1917: passief kiesrecht, 1919: actief kiesrecht)
Slide 15 - Tekstslide
Belangrijke begripen, personen en jaartallen
feminisme
Aletta Jacobs en Wilhelmina Drucker
confessionelen
Kuyper - protestanten
Schaepman - katholieken
schoolstrijd Pacificatie van 1917
algemeen kiesrecht
Slide 16 - Tekstslide
Liberalisme
liber-vrij
liberte-vrijheid
Slide 17 - Tekstslide
Liberalisme
Persoonlijke vrijheid
Passieve rol van de overheid: Zo min mogelijk bemoeien met de mensen (nachtwakerstaat)
Weinig regels voor de economie
Slide 18 - Tekstslide
Invloed Verlichting op economisch denken
Adam Smith (1723 - 1790)
economisch liberalisme
'eigenbelang is goed voor de samenleving'
voorstander abolitionisme
'tegengaan individuele vrijheid en ontplooiing is slecht voor de economie.
Slide 19 - Tekstslide
Sociale kwestie
Hoe stonden de liberalen in de sociale kwestie?
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Wat zijn de verschillen tussen katholieken en protestanten? Sleep de kenmerken naar de juiste stroming.
Katholiek
Protestant
Beide
Bijbel is waarheid
Paus is waarheid
Bisschop
Dominee
Beelden
Schilderijen
Lege muren
Kerk
Aflaten
Heiligen
Slide 22 - Sleepvraag
Socialisme
Socialisten wilden meer gelijkheid
De verschillen tussen arm en rijk moesten kleiner
Hiervoor moesten de productiemiddelen van de staat worden
De arbeiders aan de macht!
Alles waar je producten mee kan maken (fabrieken, machines, gereedschap, etc.)
Slide 23 - Tekstslide
Filmpje
Socialisme
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Sociaaldemocraten en communisten
Karl Marx was de bedenker van het socialisme
Hij zei dat socialisme bereikt moest worden met een revolutie
Anderen vonden dat het gewoon via de politiek moest
Sociaaldemocraten
Gelijkheid kan bereikt worden door mee te doen in de politiek (Tweede Kamer)
Communisten
Voor gelijkheid moeten alle productiemiddelen in handen van de staat komen door een geweldadige revolutie
Slide 26 - Tekstslide
Feminisme
Confessionelen en socialisten wilden emancipatie
Feministen wilden emancipatie voor vrouwen
Zij voelden zich "minder waard" dan mannen
Hun belangrijkste doel was vrouwenkiesrecht
Slide 27 - Tekstslide
Koppel de standpunten aan de stromingen
Liberalisme
Socialisme
Confessionalisme
Feminisme
Weinig regels en wetten
Vrijheid voor de burger
Eerlijk verdelen welvaart
Gelijkheid voor iedereen
Geloof is het belangrijkst
Geld voor christelijk onderwijs
Vrouwen mogen stemmen
Vrouwen gelijk aan mannen
Slide 28 - Sleepvraag
Iedereen moet hetzelfde verdienen
A
Socialisme
B
Liberalisme
C
Confessionalisme
Slide 29 - Quizvraag
Katholieke scholen moeten geld krijgen van de overheid
A
Socialisme
B
Liberalisme
C
Confessionalisme
Slide 30 - Quizvraag
De overheid moet zich niet zo veel met de burgers bemoeien
A
Socialisme
B
Liberalisme
C
Confessionalisme
Slide 31 - Quizvraag
De regering moet zich alleen bezighouden met veiligheid
A
Sociaal democratie
B
Liberalisme
C
Confessionalisme
D
Communisme
Slide 32 - Quizvraag
Alleen door een revolutie kan een maatschappij veranderen
A
Sociaal democratie
B
Liberalisme
C
Confessionalisme
D
Communisme
Slide 33 - Quizvraag
De burger is zelf verantwoordelijk voor alles wat hij/zij nodig heeft in het leven
A
Socialisme
B
Liberalisme
C
Confessionalisme
Slide 34 - Quizvraag
De beste manier om welvaart beter te verdelen is door gebruik van het parlement
A
Sociaal democratie
B
Liberalisme
C
Confessionalisme
D
Communisme
Slide 35 - Quizvraag
Iedereen mag beslissen over zijn/haar eigen leven
A
Sociaal democratie
B
Liberalisme
C
Confessionalisme
D
Communisme
Slide 36 - Quizvraag
Burgerrechten zijn minder belangrijk dan de wil van God
A
Sociaal democratie
B
Liberalisme
C
Confessionalisme
D
Communisme
Slide 37 - Quizvraag
In welk jaar werd de schoolstrijd opgelost?
A
1917
B
1925
C
1914
D
1919
Slide 38 - Quizvraag
Deze vraag gaat over de schoolstrijd in Nederland.
Over de betaling van de overheid van welke type onderwijs ging de schoolstrijd?
A
het speciaal onderwijs
B
het liberaal onderwijs
C
het bijzonder onderwijs
D
het openbaar onderwijs
Slide 39 - Quizvraag
Drie grote veranderingen door de Pacificatie van 1917:
A
1. kiesrecht mannen en vrouwen,
2. einde schoolstrijd, en
3. nieuw kiesstelsel
B
1. kiesrecht mannen,
2. nieuwe koning, en
3. nieuw kiesstelsel
C
1. kiesrecht mannen,
2. einde schoolstrijd, en
3. nieuw kiesstelsel
D
1. kiesrecht mannen en vrouwen,
2. einde schoolstrijd, en
3. nieuw parlement
Slide 40 - Quizvraag
Welke combinatie is onjuist?
A
Schaepman - confessionalisme
B
Thorbecke - liberalisme
C
Drucker - feminisme
D
Kuyper - Socialisme
Slide 41 - Quizvraag
Hieronder zie je 3 opmerkingen.
1. streefde naar meer gelijkheid. 2. streefde naar meer vrijheid. 3. streefde naar gelijke rechten voor vrouwen.
Welke politiek-maatschappelijke beweging hoort bij elke opmerking?
A
1. feminisme, 2. liberalisme, 3. socialisme
B
1. liberalisme, 2. socialisme, 3. feminisme.
C
1. socialisme, 2. feminisme, 3. liberalisme
D
1. socialisme, 2. liberalisme, 3. feminisme.
Slide 42 - Quizvraag
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je herkennen en uitleggen welke drie groepen in de 19e eeuw wilden emanciperen/ voor hun rechten opkwamen, en wat er voor deze groepen veranderde vanaf de Pacificatie van 1917.