M1 Woordenboek les 1

Welcome ZM1A
STARTKLAAR?
  • Ga op je plek zitten
  • Doe je jas uit
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Oortjes uit 
  • Boek en etui op tafel
  • Tas op de grond
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome ZM1A
STARTKLAAR?
  • Ga op je plek zitten
  • Doe je jas uit
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Oortjes uit 
  • Boek en etui op tafel
  • Tas op de grond

Slide 1 - Tekstslide

Dictionary
Today's mission:
Je leert een Engels-Nederlands woordenboek gebruiken.

1. We gaan Engelse woorden op alfabetische volgorde zetten en hun betekenis opzoeken.
2. We kijken naar de verschillen tussen werkwoorden en zelfstandige naamwoorden.
3. We zoeken de betekenis van woorden die niet letterlijk in het woordenboek staan. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de volgende letter?
abcdefghi...

Slide 3 - Woordweb

Wat is de volgende letter?
ghijklmno...

Slide 4 - Woordweb

Wat is de volgende letter?
mnopqrst...

Slide 5 - Woordweb

Zet de volgende letters op alfabetische volgorde: w f o l d v

Slide 6 - Open vraag

Welk woord staat eerder in het woordenboek?
consult of construct
A
consult
B
construct

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord staat eerder in het woordenboek?
connect of constrain
A
connect
B
constrain

Slide 8 - Quizvraag

Welk woord staat eerder in het woordenboek?
consider of consumer
A
consider
B
consumer

Slide 9 - Quizvraag

Welk woord staat eerder in het woordenboek?
thigh of tight
A
thigh
B
tight

Slide 10 - Quizvraag

Welk woord staat eerder in het woordenboek?
together of treat
A
together
B
treat

Slide 11 - Quizvraag

Welk woord staat eerder in het woordenboek?
threat of throat
A
threat
B
throat

Slide 12 - Quizvraag

Find the following words
  • mischief
  • wooden
  • distribution
timer
3:00

Slide 13 - Tekstslide

Welke woorden in de volgende zinnen staan niet zo in het woordenboek? 
Hoe staan ze er wel in? 

Voorbeeld: 
  • She walks to work every day. 
  • walks
  • The soup is colder than usual. 
  • colder

Slide 14 - Tekstslide

Welk woord in de volgende zinnen staan niet zo in het woordenboek? 

Slide 15 - Tekstslide

What are you waiting for?
A
what
B
are waiting
C
you
D
for

Slide 16 - Quizvraag

A thousand yellow cars.
A
a
B
thousand
C
yellow
D
cars

Slide 17 - Quizvraag

They are the friendliest people on earth.
A
they
B
friendliest
C
people
D
on earth

Slide 18 - Quizvraag