4. Herhaling

Vandaag
- Herhaling leerdoelen hoofdstuk 4

- Huiswerk 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
nask1Middelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
- Herhaling leerdoelen hoofdstuk 4

- Huiswerk 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 4.1
- Je kan verschillende soorten krachten benoemen en uitleggen wat voor krachten dit zijn

- Je kan krachten tekenen

- Je kan uitleggen hoe je een kracht kan meten

- Je kan uitleggen wat een nettokracht is

Slide 2 - Tekstslide

Krachten
- Krachten kunnen de vorm van een voorwerp veranderen

- Krachten kunnen de snelheid van een voorwerp veranderen

- Krachten kunnen de richting van een bewegend voorwerp veranderen

Slide 3 - Tekstslide

Tekenen
Aangrijpingspunt: plaats waar een kracht wordt uitgeoefend, start van de pijl waarmee je een kracht tekent

In het midden van het voorwerp teken je eerst een pijl naar beneden, dit is de pijl die de zwaartekracht aangeeft. Het aangrijpingspunt van de zwaartekracht heet het 
zwaartepunt

Maar, we zakken niet door de grond heen, dus er moet nog een kracht zijn!
De normaalkracht teken je omhoog en heeft een even lange pijl als die van de 
zwaartekracht

Slide 4 - Tekstslide

Samenwerken
Nettokracht: het resultaat van alle krachten die samen worden uitgeoefend op een voorwerp

Als we niet door de grond zakken is er dus een zwaartekracht en een normaalkracht, deze heffen elkaar dus op. Als we stilstaan is de nettokracht dus gelijk aan nul.

Als we naar voren bewegen gebruiken we spierkracht, er zal ook een vorm van wrijvingskracht zijn, maar omdat we bewegen is deze kleiner dan onze spierkracht, de nettokracht is nu dus niet gelijk aan nul

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen 4.2
- Je kan uitleggen hoe krachten de snelheid kunnen veranderen

- Je kan de nettokracht aan de hand van de massa en versnelling uitrekenen

- Je kan de zwaartekracht aan de hand van de massa en valversnelling uitrekenen bij een vallend voorwerp

Slide 6 - Tekstslide

Beweging
Aandrijfkracht: kracht die een voertuig laat bewegen
--> bijvoorbeeld spierkracht
 
Wrijvingskracht: afremmende krachten tegen de 
bewegingsrichting in
- Rolwrijving: wrijvingskracht die ontstaat in de wielen van 
een rijdend voertuig
- Luchtwrijving: tegenwerkende kracht die door wrijving
 met de lucht wordt veroorzaakt tijdens een beweging

Constante snelheid: bewegen zonder dat de snelheid veranderd, de nettokracht is dan nul newton

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen 4.3
- Je kan de snelheid berekenen aan de hand van afstand en tijd

- Je kan een s,t-diagram tekenen

Slide 8 - Tekstslide

s,t-diagram



s op de y-as
t op de x-as

A: De lijn wordt stijler, er is dus een versnelling
B: De lijn is recht, de snelheid is dus constant
C: De lijn wordt minder stijl, er is dus een vertraging
D: De lijn is horizontaal, de snelheid is dus 0 m/s

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen 4.4
- Je kan de werking van een hefboom uitleggen

- Je kan rekenen met de hefboomregel

- Je kan uitleggen wat een katrol is

Slide 10 - Tekstslide

Hefboomregel
Hefboomregel: F1  x  l1 = F2  x  l2
F1 = (F2 x l2) : l1
l1 = (F2 x l2) : F1
F2 = (F1 x l1) : l2
l2 = (F1 x l1) : F2
Grootheid
Symbool
Eenheid
kracht
F
newton (N)
armlengte
l
meter (m)

Slide 11 - Tekstslide

Katrol
Katrol: schijf waarover een touw loopt waarmee je iets kunt 
ophijsen

Vaste katrol: bovenste katrol van een takel, zit vast aan de 
dragende balk; met een vaste katrol verander je de richting van de 
kracht; de kracht waarmee je moet trekken blijft gelijk
Losse katrol: onderste katrol van een takel, zit vast aan de last; 
met een losse katrol heb je de helft van de kracht nodig

Takel: combinatie van losse en vaste katrol, werktuig om iets op
te hijsen

Slide 12 - Tekstslide

Tabel
grootheid
Symbool
Eenheid
kracht
F
newton (N)
zwaartekracht
Fz
newton (N)
nettokracht
Fnetto
newton (N)
gemiddelde snelheid
Vgem
meter per seconde (m/s)
valversnelling
g
meter per seconde2 (m/s2)
versnelling
a
meter per seconde2 (m/s2)
massa
m
kilogram (kg)
tijd
t
seconde
afstand
s
meter (m)
armlengte
l
meter (m)

Slide 13 - Tekstslide

Omrekenen
van m/s naar km/h --> keer 3,6

van km/h naar m/s --> delen door 3,6

g naar kg --> delen door 1000

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk
4. Voorbeeldproefwerk opgave 1 t/m 10


klaar? Maak een samenvatting van hoofdstuk 4

Slide 15 - Tekstslide