Cultuur: De waarden, normen en gewoontes die mensen binnen een groep of samenleving met elkaar delen.
Cultuurverschillen ontstaan door:
De plaats waar je opgroeit
Je geloof
Je leeftijd
Je afkomst
Maar ook je maatschappelijke positie heeft invloed op je. Zoals waar je woont,
van welke clubs je lid bent en wat voor kleren je draagt.
Slide 11 - Tekstslide
Zelfwerktijd
Les 3: Culturele verschillen
Pagina 36 - 39:
Maak de casus en vragen 1 - 3.
Klaar: werk dan verder.
timer
10:00
casus
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Slide 12 - Tekstslide
Wat is de Nederlandse cultuur?
Slide 13 - Tekstslide
Wat is de Nederlandse cultuur?
Slide 14 - Tekstslide
Wat is de Nederlandse cultuur?
Seksuele vrijheid
Vrijheid van leven; euthanasie
Vrijheid van geloof
Vrijheid van zwangerschap; abortus
Vrijheid in drugsgebruik (genotsmiddelen); gedoogbeleid
Slide 15 - Tekstslide
Zelfwerktijd
Les 3: Culturele verschillen
Pagina 39 - 41:
Maak de vragen 4 - 7
Klaar: werk dan verder.
timer
10:00
casus
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Slide 16 - Tekstslide
Bedrijfsculturen
Bedrijfscultuur: Geheel van waarden, normen en
gewoontes die binnen een organisatie gelden.
Norm: Gedragsregel die algemeen geaccepteerd is in een groep of in de samenleving.
Waarde: Uitgangspunt of principe dat mensen belangrijk vinden in hun leven.
Slide 17 - Tekstslide
Omgaan met verschillen op de werkvloer
op de werkvloer
Accepteren: Manier om met cultuurverschillen om te gaan waarbij je de opvattingen of het gedrag van de ander probeert te begrijpen en te aanvaarden.
Tolerantie: Accepteren dat iemand zich anders gedraagt of andere opvattingen heeft.
Slide 18 - Tekstslide
Omgaan met verschillen op de werkvloer
op de werkvloer
Confronteren: Manier om met cultuurverschillen om te gaan waarbij je aangeeft moeite te hebben met de opvattingen of het gedrag van de ander.
Normeren: Manier om met cultuurverschillen om te gaan waarbij iemand met meer macht bepaalt of bepaalde opvattingen of gedragingen wel of niet toelaatbaar zijn.
Slide 19 - Tekstslide
Zelfwerktijd
Les 3: Culturele verschillen
Pagina 42 - 44:
Maak de vragen 8 - 10
Klaar: werk dan verder.
timer
10:00
casus
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Slide 20 - Tekstslide
Kleefkracht van de samenleving
Pluriforme samenleving: Land waarin mensen wonen met uiteenlopende culturen en levensstijlen.
Sociale cohesie: Het gevoel van mensen dat ze met elkaar zijn verbonden en bij elkaar horen.
Solidariteit: Bereidheid van burgers om voor elkaar op te komen.