4TL periode 1 les 9 en 10

Deutsch Unterricht
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Deutsch Unterricht

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Was machen wir heute?
Kontrolle Aufgaben Schreiben
Besprechen Schreibaufgabe
Lesen 
Abschluss

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lernziele
In deze les:
- weet je waarop je moet letten bij het schrijven van een tekst over een vakantie voor een gastenboek. 
- oefen je met het lezen van en beantwoorden van vragen over langere informatieve teksten. 
 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toets ma 30 september
Woorden → Lernliste N-D & D-N, blz. 48 en 49
Grammatik → werkwoorden 'sein' en 'haben' in tegenwoordige en verleden tijd 
→ Werkwoorden e/i-Wechsel, a-Umlaut en werden: vormen herkennen in tekst én omzetten naar hele werkwoord. Blz. 50
Schreibmittel → zinnen blz. 51 

Machen:
Aufgaben 45, 46, 47
Aufgabe 47 inleveren!



 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kontrolle Aufgabe 43 + 45

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'naar' is 'nach' 
Mein Bruder fährt nach Berlin. 
Das Flugzeug fliegt nach New York.
Wir fahren am Wochenende nach Deutschland.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'naar' is 'nach' 
Mein Bruder fährt nach Berlin. 
Das Flugzeug fliegt nach New York.
Wir fahren am Wochenende nach Deutschland.


  • bij steden
  • bij landen zonder lidwoord

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

' naar'  is 'nach'
Bei der Ampel fahren sie nach links. 
Das Auto ist nach rechts abgebogen.
Kommst du mit nach oben? 


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

' naar'  is 'nach'
Bei der Ampel fahren sie nach links. 
Das Auto ist nach rechts abgebogen.
Kommst du mit nach oben? 


  • bij richtingen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'naar' is 'zu' 
Ich muss gleich zum Zahnarzt.
Er geht jetzt zu meiner Mutter.
Kommst du mit zu meinen Großeltern? 


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'naar' is 'zu' 
Ich muss gleich zum Zahnarzt.
Er geht jetzt zu meiner Mutter.
Kommst du mit zu meinen Großeltern? 


  • bij personen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'naar' is 'zu' 
Wie komme ich zum Bahnhof?
Fährt dieser Bus zum Stadion?
Ich gehe jetzt zum Supermarkt. 


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'naar' is 'zu' 
Wie komme ich zum Bahnhof?
Fährt dieser Bus zum Stadion?
Ich gehe jetzt zum Supermarkt. 


  • bij dingen
Let op: nach Hause gehen/laufen/fahren/kommen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'naar' is 'in' 
Wir fahren morgen in die Schweiz.
Das Flugzeug fliegt in die Türkei.
Wir reisen mit dem Zug in die Niederlande. 


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'naar' is 'in' 
Wir fahren morgen in die Schweiz.
Das Flugzeug fliegt in die Türkei.
Wir reisen mit dem Zug in die Niederlande. 


  • bij landen met lidwoord

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'naar' is 'in' 
Gehst du gern in die Disko.
Am Sonntag gehe ich in die Kirche.
In welche Schule gehst du? 


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'naar' is 'in' 
Gehst du gern in die Disko.
Am Sonntag gehe ich in die Kirche.
In welche Schule gehst du? 


  • vaste combinaties
in die Disko / Kirche / Schule gehen
ins Theater / Museum / Kino / Bett gehen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'zu' of 'in' 
zu of in?

zu → in de richting van
in → naar binnen gaan 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Der Bus fährt zur Schule.

Der Bus fährt in die Schule. 


 


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kontrolle Aufgabe 46

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Letzte Woche war ich mit meinen Eltern hier auf dem Campingplatz.
Wir haben in einer Ferienwohnung geschlafen. Die Wohnung war sehr groß, mit gratis WLAN!
Als wir angekommen sind, haben wir zuerst im Restaurant eine Pizza gegessen, danach sind wir ins Schwimmbad gegangen. 
Die Umgebung ist wunderschön. In der Nähe kann man gut Fahrrad fahren und klettern. Das Wetter was sehr schön. Wir haben jeden Tag Fußball gespielt und oft gegrillt. 
Der Urlaub hat uns hier gut gefallen, weil man hier viel unternehmen kann. Schade, dass wir schon wieder gehen müssen!
Familie Feldmaus 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Selbständige Arbeit
Machen:
- Aufgaben 48b en c, Seite 42.
→ Markeer de plek waar je het antwoord hebt gevonden!

Fertig? Laat je antwoorden controleren!


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lernziele
Wat heb je in deze les geleerd/geoefend? 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesen 

Slide 24 - Tekstslide

Tips:
Korte zinnen. Liever kort, eenvoudig en goed, dan lang, moeilijk en niet te begrijpen.

Was finde ich wichtig? 
- Stilte als ik aan het woord ben.
- Heb je een vraag of opmerking? Steek je hand op en wacht tot je de beurt krijgt.
- Spullen op orde = boek Neue Kontakte; schrift; eerder uitgedeelde bladen; gevulde etui; evt. agenda.
 -In de les heb je respect voor elkaar en de docent!
-Kom op tijd en houd je aan de algemene schoolregels.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Selbständige Arbeit
Jullie gaan de eerste 5 minuten stil aan het werk. Ik beantwoord die 5 minuten geen vragen. Probeer het eerst zelf uit te zoeken. Lukt dat niet, dan sla je de opdracht over en ga je verder met de volgende opdracht.
Na 5 minuten mag je fluisterend overleggen met de klasgenoot naast je. Kom je er niet uit, steek je hand op, dan help ik je.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies