8. Waterschaarste

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

8. Waterschaarste 

Leerdoelen 

BK-KGT-TH

• Je weet waarom er in sommige gebieden een watertekort is.

• Je kent oplossingen om landen met watertekorten aan water te helpen.

HV

• Je weet waarom er in sommige gebieden waterschaarste is.

• Je kent het verschil tussen fysieke en economische waterschaarste.

• Je weet hoe mensen watertekorten verhelpen

Leerdoelen

HV

• Je weet waarom er in sommige gebieden waterschaarste is.

• Je kent het verschil tussen fysieke en economische waterschaarste.

• Je weet hoe mensen watertekorten verhelpen

Opdracht 

1. Wat zie ik hier? 
2. Waar is dit?
3. Waarom is dit hier? 

Watertekort 

Als ergens minder water is dan de bewoners nodig hebben. 

Waar zal watertekort zijn?

Wie zullen een watertekort hebben?

Watervoetafdruk

• Hoeveelheid water die jij gebruikt = watervoetafdruk
• Voetafdruk = iets achterlaten  

Waar is een watertekort? 

• daar waar het heel droog is
• daar waar de vraag heel hoog is
• arme mensen hebben meer last van watertekort dan rijke mensen. 

Wie gebruiken er in NL water?

Verandering watergebruik

1. klimaatverandering: het wordt steeds warmer en in andere gebieden valt steeds minder neerslag.  
2. door mensen en verstoring van de natuur: de bevolking groeit, veel gebruik in de landbouw, watervervuiling en bossen worden gekapt. 

Verdamping leidt tot een......................... van het oppervlaktewater. 

Hierdoor is er .........................water beschikbaar als drinkwater of voor de............................ In sommige gebieden valt er..........................neerslag, waardoor het grondwater daalt.

Er is dus minder .......................van water. Daardoor wordt er al snel..................... gebruikt dan er beschikbaar is.  

afname

toename

minder 

meer

landbouw

waterkring

loop

meer

minder

aanvoer 

afvoer

minder

meer 

Ontbossing 

Dit gaan we tekenen 

https://www.youtube.com/watch?v=8bs53xePAhA

De hoeveelheid grondwater neemt af

Er ontstaat een kale vlakte

De neerslag kan daardoor niet meer in de grond zakken

De neerslag spoelt snel over het land naar een rivier

Waterschaarste ontstaat: 

1. door een te hoog watergebruik.
2. doordat er te weinig water beschikbaar is.

Het ergste is als het allebei tegelijk is. 

Hoger watergebruik

Minder water beschikbaar

bevolkingsgroei 

ontbossing 

watervervuiling

klimaatverandering

waterverspilling in de landbouw

hoge watervoetafdruk

Oplossingen

1. waterputten 
2. stuwdammen
3. ontzilting 
4. watertransport
5. mistvangers 

Waterputten

Maakt gebruik van grondwater

Als je grondwater gebruikt is dit geen probleem. Leg uit waarom? 

Maar we hebben ook grondwater dat heel diep in de bodem zit. Als je dit gebruikt kan je wel een probleem krijgen. Welke? 

Stuwdammen

Grote dam die de rivier tegenhoudt.

Wat is een voordeel? 

Maar kan je ook een nadeel bedenken? 

https://www.youtube.com/watch?v=rancMG4-OX8

Ontzilting 

Zout water, zoet maken. (kost veel geld en energie)

Omdat 97% van al het water zout is.................................

Waar op de wereld zullen ze dit doen denk je? En waarom? 

Mistvangers 

Mistvangers zijn grote  netten die op enkele meters boven de grond worden gespannen. Als er mist is, wordt die door de wind door de netten geduwd. Een deel van de fijne mistdruppels blijft hangen in de netten. Samen vormen ze grotere druppels, die worden opgevangen. Op een plaats met veel mist kan een net wel 66 liter water met vierkante meter per dag opleveren. 

De inwoners in het zuidwesten van Marokko hebben wel interesse in de mistvangers. Het regent er namelijk weinig, maar het is er wel vaak mistig. 

Wat is het grote voordeel van een mistvanger vergeleken met een ontziltingsinstallatie

We zoomen even in op

Het Aralmeer 

Beschrijf wat je ziet!

Hoe komt een meer aan zijn water?

Waardoor krijgt het meer geen water meer? 

Wat gebeurt er 'onderweg'

Wat blijft er achter? Als al het water weg is? 

Welke gevolgen kun je bedenken? 

- gezondheid

- economisch

- natuur

https:

Wat moet je nu kunnen en kennen? 

Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 

Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.

Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.