economische modellen h4

economisch model met overheid
Y=C+I+O
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

economisch model met overheid
Y=C+I+O

Slide 1 - Tekstslide

Met overheid
In dit model voegen we de overheid toe. Hierbij worden de volgende termen geïntroduceerd:
B: belasting.
O: overheidsbestedingen.

EV = C + I + O. 
I en O zijn hierbij autonoom.
Yb: besteedbaar inkomen. Oftewel, Y - B.
Belastingfunctie: een functie die aangeeft hoeveel belasting er wordt betaald. B = 0,15Y geeft bijvoorbeeld aan dat iemand 15% van zijn inkomen betaalt aan belasting.

Slide 2 - Tekstslide

Gezinnen
De vergelijking van de consumptiefunctie, die aangeeft hoeveel gezinnen voornemen te besteden verandert.
Er is nu een overheid die het inkomen van de gezinnen belast. Het bedrag dat gezinnen besteden is nu afhankelijk van het inkomen van de gezinnen ná belasting. Dat noemen we het besteedbare inkomen (Yb).
Natuurlijk is er nog steeds sprake van een autonome consumptie (Co).

C = cYb + Co
Yb = Y – B
 C = 0,8Yb + 50

Slide 3 - Tekstslide

Bedrijven
De investeringsfunctie blijft ongewijzigd en wordt beschouwd als een autonome grootheid.

I = Io
 I = 45

Slide 4 - Tekstslide

Overheid
Door de introductie van de overheid worden tenminste twee extra functie’s aan het model toegevoegd:

voor de inkomsten: Belastingfunctie
en de uitgaven: Overheidsbestedingen.
In de meest eenvoudige belastingfunctie wordt het totale inkomen met x% belast. Bijvoorbeeld met 25%:

Slide 5 - Tekstslide

Inkomsten en uitgaven overheid
De belastingen
B = bY 
B = 0,25Y

De overheidsbestedingen worden in de meest eenvoudige vorm volledig autonoom verondersteld:
O = Oo 
O = 90

Slide 6 - Tekstslide

Inkomensevenwicht
Wat is nu het evenwichtsinkomen? Daarvoor hebben we de volgende gegevens:

C = 0,7Yb + 40
B = 0,15Y
I = 50
O = 100
EV = C + I + O
Y = EV

Slide 7 - Tekstslide

Oplossing
Y = C + I + O
Y = (0,7 Yb + 40) + 50 + 100
Y = 0,7(Y – B) + 40 + 50 + 100
Y = 0,7(Y – 0,15Y) + 190
Y = 0,7(0,85Y) + 190
Y = 0,595Y + 190
Y – 0,595Y = 190
0,405Y = 190
Y = (190 / 0,405) = 469,1
Dus het nieuwe evenwichtsinkomen is € 469,1 miljard. Dit is het inkomensevenwicht waar het nationaal inkomen kan voldoen aan de eisen van gezinnen, bedrijven, en de overheid.

Slide 8 - Tekstslide

Rol van de overheid
Oplossen van de conjucturele werkloosheid met behulp van de multiplier

MP autonoom Co + Io + Oo = 
1 / 1- c + cb

Slide 9 - Tekstslide

Inverdieneffect
Door de stijging van het nationaal inkomen krijgt de overheid extra belastinggeld binnen. Op deze manier wordt dus een deel van de impuls weer terugverdiend. Dit noemen we het zgn. inverdieneffect.
In dit model geldt:
B = 0,15Y

De overheid krijgt dankzij de inkomensstijging van een extra belastingopbrengst van 0,15× verandering Y.


Slide 10 - Tekstslide